Organisatie | Aa en Hunze |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Sociaal Statuut van de gemeente Aa en Hunze |
Citeertitel | Sociaal Statuut van de gemeente Aa en Hunze 2001 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-06-2001 | 01-01-2001 | 01-03-2012 | nieuwe regeling | 28-06-2001 De Schakel, 05-06-2001 | 2001/76 |
De raad van de gemeente Aa en Hunze;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze,
d.d. 19 juni 2001, nummer 2001/76;
de Wet op de ondernemingsraden (WOR), met name artikel 25;
gezien de bereikte overeenstemming in de commissie voor Georganiseerd Overleg d.d . 02 - 04 - 2001;
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN
In dit sociaal statuut wordt verstaan onder:
ambtenaar: de ambtenaar in de zin van de CAR, alsmede de werknemer met wie de werkgever een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht heeft afgesloten;
werkgever: de gemeente Aa en Hunze;
organisatiewijziging: een belangrijke inkrimping of wijziging van de werkzaamheden van de gemeente (of een onderdeel daarvan) of een belangrijke wijziging van de laatst vastgestelde organisatiestructuur van de gemeente (of een onderdeel daarvan), die niet van tijdelijke aard is en die personele gevolgen met zich meebrengt;
privatisering: organisatiewijziging die het gevolg is van de verzelfstandiging van een deel van de organisatie tot een nieuwe (privaatrechtelijke) rechtspersoon of de overdracht van een deel van de organisatie aan een derde (privaatrechtelijke) partij;
publiekrechtelijke taakoverheveling: organisatiewijziging die het gevolg is van de overheveling van een deel van de organisatie naar een ander publiekrechtelijk orgaan;
personele gevolgen: gevolgen voor de functie of de rechtspositie van de betrokken ambtenaren;
salaris: het voor de ambtenaar geldende bedrag van de aan de ambtenaar toegekende schaal als bedoeld in artikel 3:1 van de CAR;
salarisperspectief: de opeenvolgende salarisperiodieken tot en met het hoogste bedrag van de functieschaal van de ambtenaar en eventueel schriftelijk vastgelegde extra individuele salarisafspraken;
bezoldiging: het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de ambtenaar toegekende emolumenten en toelagen, niet zijnde onkostenvergoedingen;
toelage: de toelage waarmee het salaris wordt vermeerderd ingevolge de bezoldigingsverordening van de gemeente Aa en Hunze;
functie: het geheel van werkzaamheden dat de ambtenaar volgens zijn functiebeschrijving verricht;
ongewijzigde functie: een functie waarvan de niveaubepalende taakonderdelen voor tenminste 75% gelijk zijn aan de functie, die de ambtenaar voor de organisatiewijziging vervulde;
passende functie: een functie van gelijkwaardig werk en denkniveau, die de ambtenaar redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijkheid, omstandigheden en de voor hem bestaande vooruitzichten kan worden opgedragen. Onder persoonlijke omstandigheden en vooruitzichten kunnen onder meer worden verstaan interesse, capaciteiten, ervaring, leeftijd, gezondheid, opleiding, scholing en salarispositie. Een passende functie is doorgaans van hetzelfde functieniveau als de oude functie, maar kan ook van een hoger niveau of maximaal één niveau lager zijn dan de oude functie;
uiterste gevallen: indien betrokkene niet bereid is hem/haar voorgestelde passende functies te vervullen en geen andere maatregelen van dit sociaal statuut een voldoende oplossing kunnen bieden, zodat in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsverhouding in stand te laten.
geschikte functie: een functie die niet valt onder het begrip passende functie, maar die de ambtenaar bereid is te vervullen;
CAR: Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten;
georganiseerd overleg: de commissie voor georganiseerd overleg zoals bedoeld in artikel 12:1 van de CAR;
ondernemingsraad: de ondernemingsraad zoals bedoeld in artikel 2 van de Wet op de ondernemingsraden;
sociaal plan: nadere afspraken, gebaseerd op en aanvullend op dit sociaal statuut, met betrekking tot de personele gevolgen van een organisatiewijziging.
HOOFDSTUK 2: PROCEDURELE BEPALINGEN
Indien de werkgever voornemens is om over de wenselijkheid van de organisatiewijziging extern advies te vragen, wordt de ondernemingsraad om advies gevraagd over het verstrekken en formuleren van de adviesopdracht, conform artikel 25 van de Wet op de ondernemingsraden.
Artikel 2:3 Overleg over de personele gevolgen en maatregelen
Als het georganiseerd overleg van mening is dat de organisatiewijziging zodanig ingrijpende personele gevolgen met zich meebrengt dat hierover aanvullende afspraken moeten worden gemaakt, wordt door de werkgever een sociaal plan opgesteld. Over dit sociaal plan moet in het georganiseerd overleg overeenstemming worden bereikt.
Artikel 2:4 Advies ondernemingsraad over organisatiewijziging
Voordat een definitief besluit wordt genomen ten aanzien van de organisatiewijziging, wordt de ondernemingsraad schriftelijk om advies gevraagd, conform artikel 25 van de Wet op de ondernemingsraden.
Artikel 2:5 Taakverdeling tussen ondernemingsraad en georganiseerd overleg
Met de Ondernemingsraad wordt overleg gevoerd en advies ingewonnen conform artikel 25 van de WOR waarbij primair als invalshoek geldt de gevolgen voor (de werkzaamheden van) het personeel waaronder onderwerpen vallen als:
Artikel 2:6: Kennisgeving en uitvoering besluit
Als in het besluit wordt afgeweken van het advies van de ondernemingsraad, zal deze afwijking duidelijk worden gemotiveerd. De uitvoering van het besluit tot organisatiewijziging wordt in dit geval uitgesteld tot op zijn vroegst een maand nadat de ondernemingsraad van het besluit in kennis is gesteld, conform artikel 25, zesde lid, van de Wet op de ondernemingsraden.
HOOFDSTUK 3: ALGEMENE UITGANGSPUNTEN VOOR SOCIAAL BELEID BIJ INTERNE ORGANISATIEWIJZIGING
Artikel 3:2 Werkgelegenheid bij interne organisatiewijziging
Er zal in beginsel geen ongevraagd ontslag worden verleend.
Ongevraagd ontslag is derhalve niet volstrekt uitgesloten maar is, gezien de kennelijke doelstelling van dit sociaal statuut, slechts in uiterste gevallen geoorloofd.
Beëindiging van de arbeidsverhouding ontslaat bevoegd gezag niet van de verplichting om de overige waarborgen van dit sociaal statuut bij reorganisatieontslag (op eigen verzoek) ten volle in acht te nemen.
Artikel 3:6 Verplichting ambtenaar
Wanneer de ambtenaar na herhaald en zorgvuldig overleg weigerachtig is ten aanzien van aanvaarding van een passende functie, kan het college van burgemeester en wethouders overgaan tot ontslag op grond van artikel 8:4 van de CAR. Daarbij kan het college van burgemeester en wethouders besluiten tot verval van de WW-uitkering (al dan niet inclusief bovenwettelijk deel).
Artikel 3:8 Functiegebonden toelagen
In afwijking van het gestelde in lid 1 tot en met 3 van dit artikel behouden ambtenaren van 55 jaar en ouder en ambtenaren tussen 50 en 55 jaar die reeds 10 jaar het recht hebben op een dergelijke functiegebonden toelage, die herplaatst worden, het recht op hun functiegebonden toelagen tot op de hen van toepassing zijnde spilleeftijd FPU of pensioendatum.
HOOFDSTUK 4: HERPLAATSINGSPROCEDURE
Artikel 4:1 Herplaatsingsprocedure
Het college van burgemeester en wethouders roepen een herplaatsingscommissie -tenzij in overeenstemming met de commissie GO hiervan afgezien wordt- in het leven indien er sprake is van een organisatiewijziging als bedoeld in artikel 3:1, die als taak heeft om de benodigde gegevens te verzamelen en om het college van burgemeesters en wethouders te adviseren over de te nemen herplaatsingsbesluiten.
Artikel 4:4 Herplaatsingsbesluiten
Het college van burgemeester en wethouders neemt het besluit tot herplaatsing van de betrokken ambtenaar, dit in tegenstelling tot de mandatering, waarbij bepaalde benoemingen tot de bevoegdheid van de gemeentesecretaris behoren. De ambtenaar wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte gesteld van dit besluit. In de motivering van het besluit wordt ingegaan op eventuele bedenkingen die door de ambtenaar zijn ingediend.
De ambtenaar kan bezwaar en beroep aantekenen tegen de besluiten, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, conform de Algemene wet bestuursrecht.
HOOFDSTUK 5: PRIVATISERING EN TAAKOVERHEVELING
Er zal in beginsel geen ongevraagd ontslag worden verleend.
Ongevraagd ontslag is derhalve niet volstrekt uitgesloten maar is, gezien de kennelijke doelstelling van dit sociaal statuut, slechts in uiterste gevallen geoorloofd.
Beëindiging van de arbeidsverhouding ontslaat bevoegd gezag niet van de verplichting om de overige waarborgen van dit sociaal statuut bij reorganisatieontslag (op eigen verzoek) ten volle in acht te nemen.
Artikel 5:3 Geen passende of geschikte functie
Indien de werkgever er niet in slaagt om de ambtenaar onder te brengen bij de nieuwe werkgever dan wel een passende functie aan te bieden binnen de gemeentelijke organisatie, zullen de werkgever en de ambtenaar zich inspannen om gezamenlijk een structurele oplossing te vinden als genoemd in hoofdstuk 6 van dit reglement (flankerend beleid).
Als het georganiseerd overleg van mening is dat de privatisering of taakoverheveling zodanig ingrijpende personele gevolgen met zich meebrengt dat hierover aanvullende afspraken moeten worden gemaakt, wordt door de werkgever een sociaal plan opgesteld. Dit plan regelt de overplaatsingsprocedure (inclusief de ontslag en aanstellingsprocedure van het over te plaatsen personeel) en bevat rechtspositionele bepalingen. Over dit sociaal plan moet overeenstemming worden bereikt in het georganiseerd overleg.
Artikel 5:5 Rechtspositievergelijking
Indien de betrokken ambtenaren overgaan naar een privaatrechtelijke of een andere publiekrechtelijke werkgever waarvoor een afwijkende rechtspositieregeling of CAO geldt, maakt de werkgever een vergelijking tussen de arbeidsvoorwaardenpakketten die van toepassing zijn op de gemeentelijke werkgever en de nieuwe werkgever.
Indien uit de vergelijking blijkt dat het totaalpakket van arbeidsvoorwaarden (bestaande uit in ieder geval salaris, uitkeringen en toelagen, (pre)pensioen, vakantie, ziektekostenregeling en werkloosheidsuitkering) bij de nieuwe werkgever minder is dan het totaalpakket bij de gemeentelijke werkgever, worden in het sociaal plan nadere afspraken gemaakt over afbouw, behoud of compensatie van aanspraken.
HOOFDSTUK 6: FLANKEREND BELEID
Artikel 6:3 Plaatsing buiten de eigen organisatie
Bij plaatsing buiten de eigen organisatie (detachering of een arbeidsovereenkomst bij een andere werkgever) worden met de betrokken ambtenaar, onder andere gerelateerd aan de duur van de WW-verplichtingen (inclusief bovenwettelijken regeling) van de werkgever ten opzichte van de ambtenaar, afspraken gemaakt over :
Artikel 6.5 Terugbetalingsverplichtingen
Een ambtenaar, die als gevolg van doorgevoerde interne organisatiewijziging of als gevolg van doorgevoerde privatiseringen of publiekrechtelijke taakoverhevelingen eervol ontslag verleend wordt, wordt ontheven van eventuele terugbetalingsverplichtingen die voortvloeien uit de studiefaciliteiten-regeling, de verhuiskostenregeling, de regeling betaald ouderschapsverlof en andere mogelijk bestaande onkostenregelingen.
HOOFDSTUK 7: BIJZONDERE MAATREGELEN OUDERE WERKNEMERS
Artikel 7.1 Afgrenzende doelgroep
Voor de oudere ambtenaar, die op het moment van organisatieverandering, van privatisering of publiekrechtelijke taakoverheveling 55 jaar of ouder is en aan wie de werkgever aangeeft dat nog gebruik dient te worden gemaakt van zijn of haar diensten -eventueel tijdelijk of projectmatig- gelden de bijzondere bepalingen uit dit hoofdstuk.
Artikel 7.3 Non-activiteitenregeling
Voor de oudere ambtenaar voor wie op advies van de herplaatsingscommissie het college van B&W besluit, dat voor de ambtenaar geen passende of geschikte functie voorhanden is en voor wie de werkgever geen verklaring afgeeft als beoeld in artikel 7.1 van dit hoofdstuk, geldt de non -activiteitenregeling. Dit onder voorwaarde dat de ambtenaar te kennen geeft geen andere functie te ambiëren én mits de ambtenaar uitdrukkelijk schriftelijk verklaart op de spilleeftijd van de gemeentelijke regeling Flexibel Pensioen en Uittreden ( FPU/FPU+ ) gebruik te maken.
De ambtenaar gaat een regeling aan in het kader van een bijzondere opdracht met een tijdelijk karakter, waarbij door de werkgever:
nadien wordt en korting toegepast van 20% op dit salaris tot op de 1e dag van de maand volgende op die waarin de spilleeftijd van de FPU wordt bereikt of indien geen gebruik gemaakt kan worden van de FPU, inclusief de daaraan verbonden overgangsregeling, tot aan het moment, waarop de ambtenaar wel gebruik kan maken van regelingen die zijn salaris en toelagen garanderen.
Artikel 7.4 Uitgestelde non – activiteitenregeling
Met een ambtenaar, die op het moment van organisatieverandering, van privatisering of publiekrechtelijke taakoverheveling, nog geen gebruik wenst te maken van de non–activiteitenregeling kan worden overeengekomen voor een nader vast te stellen periode een geschikte functie (indien deze voorhanden is) te aanvaarden. Na afloop van die periode wordt de ambtenaar alsnog in de gelegenheid gesteld van de non–activiteitenregeling gebruik te maken.