Organisatie | Kampen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Sociaal Statuut gemeente Kampen 2010 |
Citeertitel | Sociaal Statuut gemeente Kampen 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | personeel en organisatie |
Externe bijlage | Bijlage art. gewijze toelichting en algemene toelichting |
Geen.
CAR en LAR art. 8, 12, 15
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-10-2010 | 25-12-2014 | nieuwe regeling | 19-10-2010 Onbekend | 10int01233 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Kampen;
gelezen het voorstel van het team Personeel, Juridische Zaken en Communicatie d.d. 11 oktober 2010;
de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en de Lokale Arbeidsvoorwaarden Regeling (LAR), met name de artikelen 8:3, 8:3:1, 12:1:5, 12:2 en 15:1:10;
gezien de bereikte overeenstemming in de commissie voor georganiseerd overleg d.d. 30 september 2010;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In dit sociaal statuut wordt verstaan onder:
Dit sociaal statuut is van toepassing op alle organisatiewijzigingen in de gemeentelijke organisatie, niet zijnde een organisatiewijziging als gevolg van een gemeentelijke herindeling.
Artikel 1:3 Bevoegdheid tot het nemen van het besluit tot organisatiewijziging
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het nemen van besluiten over de wijziging van de ambtelijke organisatie.
Artikel 1:4 Bevoegdheid tot het nemen van besluiten betreffende individuele ambtenaren
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het nemen van besluiten over wijziging van de aanstelling, overplaatsing en ontslag van ambtenaren, tenzij bij of krachtens wet anders is bepaald. Het college kan de bevoegdheid tot het nemen van besluiten als bedoeld in de voorgaande zin mandateren.
Hoofdstuk 2 Procedurele bepalingen
Artikel 2:1 Overleg over de personele gevolgen en maatregelen
Als het georganiseerd overleg van mening is dat de bepalingen uit hoofdstuk 10d van de CAR/LAR onvoldoende zijn, worden er of individueel aanvullende afspraken (maatwerk) gemaakt met een medewerker of collectief (bij meer dan 10 medewerkers) een sociaal plan opgesteld. Voor wat betreft de termijnen voor re-ïntegratie, scholing, outplacement etc. wordt aangesloten bij de termijnen zoals genoemd in hoofdstuk 10d van de CAR.
Hoofdstuk 3 Algemene uitgangspunten voor sociaal beleid bij interne organisatie-wijziging
Artikel 3:1 Werkingssfeer hoofdstuk
Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op interne organisatiewijzigingen, niet zijnde privatiseringen en publiekrechtelijke taakoverhevelingen.
Artikel 3:2 Werkgelegenheid bij interne organisatiewijziging
De werkgever zal zich tot het uiterste inspannen om te voorkomen dat de bij de organisatiewijziging betrokken ambtenaren onvrijwillig werkloos raken.
Artikel 3:3 Voorkeursvolgorde bij herplaatsing
Artikel 3:5 Belangstellingsregistratie
Voordat herplaatsingsbesluiten als bedoeld in artikel 3:3, eerste lid onder 2 en 3, worden genomen, wordt de betrokken ambtenaar in de gelegenheid gesteld zijn voorkeur voor minimaal twee en maximaal drie functies kenbaar te maken.
Artikel 3:6 Geen passende of geschikte functie
Het ontslag gaat niet eerder in dan na afloop van de in artikel 10d:5 CAR voorgeschreven reïntegratiefase. In individuele situaties kunnen de termijnen uit art. 10d lid 5, sub b of c maximaal 24 maanden bedragen. Hierover worden bij de start van de reïntegratiefase afspraken gemaakt tussen werknemer en werkgever.
Artikel 3:7 Verplichting ambtenaar
2. Wanneer de ambtenaar na herhaald en zorgvuldig overleg weigerachtig is ten aanzien van aanvaarding van een passende functie of niet meewerkt aan de reïntegratie als bedoeld in artikel 3:6, kan het college van burgemeester en wethouders overgaan tot beëindiging van de reïntegratiefase. Daarbij kan het college van burgemeester en wethouders melding maken bij de instelling die de Werkloosheidswet uitvoert, dat de betreffende ambtenaar niet meewerkt aan de reïntegratie.
De ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie, behoudt recht op het salaris en het salarisperspectief, zoals die voor hem golden in de oude functie.
Artikel 3:9 Functiegebonden toelagen
Artikel 3:10 Persoonsgebonden toelagen
De ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie, behoudt recht op zijn persoonsgebonden toelagen.
Artikel 3:12 Aanvullende scholing
De werkgever onderzoekt of het nodig is de ambtenaar, die is overgeplaatst naar een passende of geschikte functie binnen de gemeentelijke organisatie, bij of om te scholen voor het vervullen van zijn nieuwe functie. De ambtenaar kan daartoe worden verplicht. De kosten van de scholing zijn voor rekening van de gemeente.
Artikel 3:13 Functie buiten de gemeentelijke organisatie
Indien de ambtenaar als bedoeld in het eerste lid een functie van ten minste een gelijke betrekkingsomvang accepteert buiten de gemeentelijke organisatie, vult de werkgever het brutosalaris gedurende twee jaar aan tot aan het niveau van het brutosalaris dat de ambtenaar genoot direct voorafgaand aan het ontslag. De ambtenaar die een functie accepteert met een kleinere betrekkingsomvang ontvangt gedurende twee jaar een aanvulling van zijn brutosalaris naar rato.
Hoofdstuk 4 Herplaatsingsprocedure
Artikel 4:3 Bedenkingen tegen voorstel
Indien de ambtenaar bedenkingen heeft tegen het advies van de commissie over zijn herplaatsing, respectievelijk tegen het advies van de commissie om hem vooralsnog geen passende of geschikte functie aan te bieden, kan hij deze binnen vier weken schriftelijk indienen bij het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 4:4 Herplaatsingsbesluiten
Het college van burgemeester en wethouders neemt het besluit tot herplaatsing van de betrokken ambtenaar. De ambtenaar wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte gesteld van dit besluit. In de motivering van het besluit wordt ingegaan op eventuele bedenkingen die door de ambtenaar zijn ingediend.
Hoofdstuk 5 Privatisering en taakoverheveling
Artikel 5:1 Werkingssfeer hoofdstuk
Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op privatiseringen en publiekrechtelijke taakoverhevelingen.
Voordat de werkgever een besluit neemt over de overgang van een ambtenaar naar de betrokken privaatrechtelijke of publiekrechtelijke instantie, biedt hij de betrokkene de gelegenheid om zijn belangstelling kenbaar te maken voor passende functies die op dat moment vacant zijn of op korte termijn vacant worden in de gemeentelijke organisatie. De ambtenaar zal als interne kandidaat in de selectieprocedure worden betrokken.
Artikel 5:3 Geen passende of geschikte functie
Indien de werkgever er niet in slaagt om de ambtenaar onder te brengen bij de nieuwe werkgever dan wel een passende of geschikte functie aan te bieden binnen de gemeentelijke organisatie, maakt het college aan de ambtenaar bekend dat het voornemen is om aan de ambtenaar eervol ontslag te verlenen ex artikel 8:3 van de CAR.
Als het georganiseerd overleg van mening is dat de privatisering of taakoverheveling zodanig ingrijpende personele gevolgen met zich meebrengt dat hierover aanvullende afspraken moeten worden gemaakt, wordt door de werkgever een sociaal plan opgesteld. Dit plan regelt de overplaatsingsprocedure (inclusief de ontslag- en aanstellingsprocedure van het over te plaatsen personeel) en bevat rechtspositionele bepalingen. Over dit sociaal plan moet in het georganiseerd overleg overeenstemming worden bereikt.
Artikel 5:5 Rechtspositievergelijking
Indien de betrokken ambtenaren overgaan naar een privaatrechtelijke of een andere publiek-rechtelijke werkgever waarvoor een afwijkende rechtspositieregeling of CAO geldt, maakt de werkgever een vergelijking tussen de arbeidsvoorwaardenpakketten die van toepassing zijn op de gemeentelijke werkgever en de nieuwe werkgever.
Indien uit de vergelijking blijkt dat het totaalpakket van arbeidsvoorwaarden (bestaande uit in ieder geval salaris, uitkeringen en toelagen, (pre)pensioen, vakantie, ziektekostenregeling en werkloosheidsuitkering) bij de nieuwe werkgever minder is dan het totaalpakket bij de gemeentelijke werkgever, worden in het sociaal plan nadere afspraken gemaakt over afbouw, behoud of compensatie van aanspraken.