Organisatie | Kampen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bezoldigingsregeling gemeente Kampen |
Citeertitel | Bezoldigingsregeling gemeente Kampen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | personeel en organisatie |
Wijzigingen vastgesteld op 6 mei 2014 werken terug tot en met 1 januari 2014.
Regeling voor toekenning prestatiebeloning;
Garantieregeling inconveniënten 2008;
Procedureregeling functiewaardering 2006;
Regeling vergoeding wachtdiensten;
Regeling aflopende toelage onregelmatige dienst
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-05-2014 | 01-01-2014 | 01-01-2016 | art. 13, 15, 18, | 06-05-2014 Gemeenteblad, 2014, 28715 | 14ADV00207 |
01-01-2001 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 23-12-2003 Onbekend | 03/10562, 18-12-2003 |
Burgemeester en wethouders van Kampen;
gelet op het bepaalde in artikel 3:1 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en artikel 3:1:1 van de Lokale Arbeidsvoorwaardenregeling (LAR) gemeente Kampen;
gelet op de verkregen overeenstemming in het Bijzonder Georganiseerd Overleg;
gelet op het gestelde in artikel 160 van de Gemeentewet waarbij de bevoegdheid tot het vaststellen, wijzigen en intrekken van rechtspositieregelingen voor het gemeentelijk personeel en gewezen personeel wordt opgedragen aan het college;
Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.
Artikel 4 Onvolledige betrekking
Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.
De salarissen van de ambtenaren, wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage II of bijlage IIa van deze regeling.
Artikel 8 Periodieke verhoging van het salaris
Het salaris van de ambtenaar, die een betrekking bekleedt waaraan periodieke verhogingen zijn verbonden, en die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, wordt bij normaal goed functioneren jaarlijks per 1 januari verhoogd, op de wijze als in de betreffende salarisschaal is aangegeven.
Artikel 9 Extra periodieke verhoging van het salaris
Aan de ambtenaar, die het maximumsalaris van de voor hem geldende functieschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van zeer goed functioneren gedurende twee achtereenvolgende beoordelingsperioden volgens de regeling als bedoeld in artikel 6, lid 4 van deze regeling.
Artikel 11 Salaris bij bevordering naar hogere schaal
Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt:
voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, lid 3, sub b van de CAR, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eersthogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.
Artikel 12 Persoonlijke toelage
Aan de ambtenaar, die het maximumsalaris van de voor hem geldende functieschaal al heeft bereikt, kan een toelage tot maximaal 10% van het maximumsalaris van de functieschaal, worden toegekend op grond van zeer goed functioneren gedurende twee achtereenvolgende beoordelingsperioden volgens de regeling als bedoeld in artikel 6, lid 4 van deze verordening.
Artikel 14 Afbouw toelage onregelmatige dienst
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de ambtenaar van 60 jaar of ouder, wiens bezoldiging, als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van de toelage als bedoeld in artikel 13, een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend, mits hij eerstgenoemde toelage, direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.
De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 60 jaar bereikt en hij, onmiddellijk vóór de aanvang van die toelage, gedurende tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage als bedoeld in artikel 13 heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid.
Artikel 15 Modules coördinatietaken en projectleiding
Indien aan de functie van de ambtenaar een module coördinatietaken of een module projectleiding wordt gekoppeld dan wordt de ambtenaar ingeschaald in de eerstvolgende hogere schaal.
De artikelen 8 en 11 van deze regeling zijn hierbij van overeenkomstige toepassing.
Zodra de module niet meer van toepassing is vervalt de hogere schaal en wordt de ambtenaar weer ingepast in de salarisschaal die op hem van toepassing was, voordat aan hem de module werd toegekend.
Artikel 16 Toelage wachtdiensten
Burgemeester en wethouders kunnen aan de ambtenaar, die is ingedeeld in één van de door hen nader te bepalen salarisschalen en die zich volgens een daarvoor vastgesteld rooster buiten de normale diensttijd zodanig beschikbaar moeten houden dat zij bij voortduring ogenblikkelijk bereikbaar en inzetbaar zijn voor werkzaamheden, een wachtdiensttoelage toekennen.
Hoofdstuk 5 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 19 Overneming afspraken LOGA
Indien ten aanzien van de primaire loonontwikkelingen in het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (LOGA) overeenstemming wordt bereikt omtrent het aanbrengen van een wijziging in de salarissen welke een algemeen karakter draagt, wordt met ingang van de datum die in het LOGA is afgesproken een overeenkomstige wijziging aangebracht in de salarissen van de ambtenaren.
Artikel 21 Garantie uit sociaal statuut
Voor de ambtenaar (als bedoeld in artikel 2 van het sociaal statuut herindeling) van de oude gemeente Kampen en de oude gemeente IJsselmuiden die in het kader van de herindeling Kampen/IJsselmuiden per 1 januari 2001 is geplaatst in een functie van gelijk of lager functioneel niveau in vergelijking tot zijn/haar functie voor de herindeling (peildatum 31 december 2000) geldt de overgangsregeling als bedoeld in hoofstuk 12 van het Personeelsbeleidsplan 2001-2005.
Artikel 22 Onvoorziene gevallen
Voor gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling.
Ingevolge artikel 3:1 van de CAR dient op lokaal niveau een bezoldigingsregeling te worden vastgesteld.
Naar aanleiding van de inventarisatie van de overeenkomsten en verschillen van de arbeids-voorwaardenrechtspositionele regelingen van de oude gemeenten IJsselmuiden en Kampen zijn voorstellen gedaan over de arbeidsvoorwaarden en rechtspositie welke in de nieuw te vormen gemeente zullen gelden, alsmede de wijze waarop de harmonisatie van arbeidsvoorwaarden en rechtspositie zal plaatsvinden en op welke wijze eventuele gevolgen voor individuele ambtenaren zullen worden opgevangen (artikel 4.2 van het sociaal statuut).
Onder verwijzing naar uw besluit van 3 april 2001, nr. A-18 tot formalisering van onder meer de voorstellen toepassing rechtspositie voor de nieuwe gemeente Kampen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2001, heeft dit geleid tot de Bezoldigingsregeling gemeente Kampen.
Over de voorstellen toepassing rechtspositie (nr’s 10, 11 en 12) is overeenstemming met het Bijzonder Georganiseerd Overleg bereikt op 12 december 2000 en de Commissie 2 is hierover gehoord in zijn vergadering van 15 februari 2001.
De kaders van de lokale bezoldigingsregeling worden gegeven in hoofdstuk 3 van de CAR en de UWO.
In de nieuwe gemeente Kampen bestaat behoefte aan een gemoderniseerde bezoldigingsregeling op maat.
Inmiddels heeft het College voor Arbeidszaken met een nieuwe voorbeeld-bezoldigingsregeling een handreiking aangeboden waaraan de lokale bezoldigingsregelingen kunnen worden gespiegeld.
De nieuwe Bezoldigingsregeling met daarin verwerkt het onderdeel beloningsbeleid uit het personeelsbeleidsplan is gebaseerd op dit zogenaamde VNG-model
Bij de totstandkoming van een nieuwe concept-Bezoldigingsregeling is ook gebruik gemaakt van de bestaande Bezoldigingsverordeningen Kampen en IJsselmuiden en gemaakte LOGA-afspraken.
Bij het begrip bezoldiging wordt gemakshalve verwezen naar artikel 3:1 van de CAR. Hierin wordt bezoldiging gedefinieerd als: het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de ambtenaar toegekende emolumenten en toelagen -niet zijnde onkostenvergoedingen – als omschreven in het eerste lid van de bedoelde regeling (de lokale bezoldigingsregeling), alsmede het bedrag van de functioneringstoelage en waarnemingstoelage. Op grond van deze bezoldiging vallen alle toelagen van hoofdstuk 3 onder het begrip bezoldiging.
Onderdelen k en l: aanloop- en functieschaal
Deze definities sluiten aan bij de regeling inpassing bij aanstelling en functiewaardering.
Deze artikelen komen overeen met de model-verordening.
Er is bewust voor gekozen om een eigen bijlage II en IIa toe te voegen aan de bezoldigingsregeling.
Deze bijlagen zijn afgestemd op het aantal schalen dat de nieuwe gemeente Kampen hanteert.
Ook is rekening gehouden met handhaving van tussenschaal 10a, die beide (voormalige)gemeenten hadden en in de nieuwe gemeente is blijven gelden. Voor het overige komen ze overeen met bijlagen II en IIa van de CAR.
Artikel 6 Indeling in de salarisschaal
In het eerste lid wordt voor wat betreft de toepassing van bijlagen II en IIa gemakshalve verwezen naar artikel 3:1, derde tot en met vijfde lid, van de CAR. In dit artikel van de CAR is geregeld op welke wijze inschaling in de oude en nieuwe salaristabel (II en IIa) plaatsvindt.
In het vierde lid is een nieuwe tekst opgenomen om overeenkomstig het personeelsbeleidsplan 2001-2005 het nieuwe beloningsbeleid te koppelen aan een systeem van periodieke personeelsbeoordeling.
Artikel 7 Salaris bij aanstelling
Dit artikel is overgenomen van de gemeente Kampen en IJsselmuiden voor de herindeling.
Artikel 8 Periodieke verhoging
In het eerste lid is overeenkomstig het personeelsbeleidsplan de terminologie “normaal goed functioneren” opgenomen. Voor normaal goed functioneren zijn diverse andere terminologieen denkbaar. Zo zijn denkbare alternatieven: “voldoende functioneren”, “bij voldoende bekwaamheid, geschiktheid en ijver”, “naar behoren functioneren” en “gemiddelde functioneren”. Het gaat er maar om een rangorde aan te brengen in de wijze van functioneren. Voor het overige is in het eerste en tweede lid de redactie van IJsselmuiden overgenomen.
Het derde lid gaat –overeenkomstig de modelregeling- in op de uitloopperiodieken in de schalen 1 tot en met 5 in de oude structuur.
Artikel 9 Extra periodieke verhoging van het salaris
In het eerste lid is overeenkomstig het personeelsbeleidsplan de terminologie “zeer goed functioneren” opgenomen om een rangorde tot uitdrukking te brengen in de wijze van functioneren in relatie tot beloning.
De extra periodieke verhoging is gekoppeld aan de uitkomsten van beoordelingsgesprekken.
Artikel 10 Geen periodieke verhoging
Dit artikel komt overeen met de modelverordening, met dien verstande dat het onthouden van een periodieke verhoging gebaseerd moet zijn op een personeelsbeoordeling.
Artikel 11 Salaris bij bevordering naar hogere schaal
In dit artikel wordt –overeenkomstig de modelverordening- de bevorderingssystematiek geregeld.
Het eerste lid onder b geeft de aanvullende regels voor de nieuwe salarisstructuur weer (zie ook LOGA-brief van 20 december 1995, nummer Lbr. 95/259).
Binnen de nieuwe salarisstructuur wordt de, bij overgang naar een hogere schaal, ingeschaald op het naasthogere bedrag in de nieuwe schaal.
Echter, in het geval dat het verschil tussen dit naasthogere bedrag en het oude salaris minder bedraagt dan 75% van het salarisverschil tussen het bedrag dat de ambtenaar aan salaris zou hebben ontvangen indien hij niet zou zijn overgegaan naar de nieuwe schaal, maar in zijn oude schaal een periodieke verhoging zou hebben gekregen, en het bedrag van zijn oude salaris, wordt de ambtenaar in de nieuwe schaal ingeschaald op het bedrag dat direct volgt op het naasthogere bedrag.
Artikel 12 Persoonlijk toelage
De persoonlijke toelage na het bereiken maximum functieschaal maakt onderdeel uit van gedifferentieerde beloning, zoals deze is opgenomen in de nota beloningsbeleid gemeente Kampen. Als een van de instrumenten is de persoonlijke toelage bewust opgenomen in de Bezoldigingregeling om te bewerkstelligen dat deze onder het begrip bezoldiging valt.
De andere instrumenten, zoals gratificatie, groepsgratificatie, vallen vanwege hun incidentele karakter niet onder het begrip bezoldiging.
Artikel 13 Toelage onregelmatige dienst
De toelage onregelmatige dienst heeft een grondslag in artikel 3:3 van de CAR.
Conform de voorstellen pakketvergelijking is hier de regeling met de percentages van Kampen -van voor de herindeling- ongewijzigd overgenomen.
In het laatste lid wordt de basis gelegd voor het treffen van aanvullende of afwijkende regelingen. Gedacht kan worden aan de situatie dat er in de functiebeschrijving en –waardering reeds rekening is gehouden met het feit dat men in een bepaalde functie geregeld onregelmatig moet werken. In die gevallen is geen toelage meer nodig.
Artikel 14 Afbouw toelage onregelmatige dienst
Overeenkomstig de voorstellen pakketvergelijking is hier de grondslag gelegd voor een regeling aflopende toelage onregelmatige dienst overeenkomstig de rijksregeling.
De reden van afbouw van deze toelage is dat deze sterk is gerelateerd aan de uitoefening van bepaalde functies en het wegvallen of verminderen de betreffende ambtenaar (ervan uitgaande dat het buiten zijn toedoen gebeurt) onevenredig veel schade berokkent.
Ter uitvoering van deze afbouw worden nadere regels gesteld overeenkomstig de rijksregeling.
Artikel 15 Inconveniententoelage
Overeenkomstig de voorstellen pakketvergelijking is hier de grondslag gelegd voor een regeling inconvenienten. Aangezien in het ODRP-functiewaarderingssysteem geen rekening wordt gehouden met inconvenienten is met het BGO afgesproken dat de regeling Kampen als nadere regels wordt overgenomen.
Artikel 16 Toelage wachtdiensten
Overeenkomstig de voorstellen pakketvergelijking is hier de grondslag gelegd voor een regeling vergoeding wachtdiensten. Met het BGO afgesproken dat de regeling Kampen -uitsluitend met betrekking tot standaardgebondenheid- als nadere regels wordt overgenomen
Overeenkomstig het personeelsbeleidsplan 2001-2005 is hier de grondslag gelegd voor gediffrentieerde beloning. Een en ander is uitgewerkt in de nota beloningsbeleid.
Artikel 18 Korting dienstwoning
Dit artikel is overgenomen van de gemeente Kampen voor de herindeling.
De brugwachter Mandjeswaardbrug is in het genot van een dienstwoning. Op basis van dit artikel wordt een korting dienstwoning berekend.
Artikel 19 Overneming afspraken LOGA
Dit artikel is overgenomen van de gemeente IJsselmuiden.
Artikel 20 Garantie na functiewaardering
Dit artikel is overgenomen van de gemeente Kampen voor de herindeling.
Artikel 21 Garantie uit sociaal statuut
Overeenkomstig het personeelsbeleidsplan 2001-2005 is hier de grondslag gelegd voor de garanties uit het sociaal statuut en de overeenstemming met het BGO over de toekenning van een uitlooprang.
De Bezoldigingsverordening 1981 gemeente Kampen, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 21 juni 1984, nr. 130/3090 en sedertdien gewijzigd en de Verordening regelende de bezoldiging van de ambtenaren in dienst van de gemeente IJsselmuiden, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 11 maart 1996, nr. 3/6c en sedertdien gewijzigd, zijn door de Wet Arhi van rechtswege vervallen. Voor de nieuwe bezoldigingsregeling geldt als ingangsdatum 1 januari 2001. Van wijzigingen ten opzichte van de tot op heden uitgevoerde praktijk is hier geen sprake, zodat van een verslechtering met terugwerkende kracht geen sprake is.