Ondermandaatbesluit dienst Wijken 2010

Ondermandaatbesluit dienst Wijken nr. 2010

Artikel 1

Ondermandaat

• 1.

  De directeur ontleent zijn beveogdheden aan de Organisatieverordening Zaanstad, het Algemeen Mandaatbesluit Zaanstad en eventueel andere bestuursbeslissingen. Aan de nader in de bijlage bij dit besluit genoemde personen geeft hij toestemming om bij wijze van ondermandaat gebruik te maken van de in de bijlage genoemde bevoegdheden. Hij kan die bevoegdheden ook zelf blijven uitoefenen en/of het ondermandaatbesluit altijd direct wijzigen en/of intrekken.

• 2.

  De ondergemandateerde blijft bij de uitoefening van de bevoegdheden binnen de kaders gesteld in de wet, het gemeentelijk beleid en de besluiten van het GMT.

• 3.

  De functioneel leidinggevende van een ondergemandateerde is altijd bevoegd om de bevoegdheid die is ondergemandateerd, zelf uit te oefenen.

Artikel 2 Ondertekeningsvolmacht

• Aan het ondermandaat is gekoppeld de ondervolmacht van de burgemeester, d.d. 19 maart 2008, om uit de toepassing van de bevoegdheden voortvloeiende correspondentie en overeenkomsten te ondertekenen en de gemeente op basis van artikel 171 van de Gemeentewet te vertegenwoordigen.

Artikel 3. Waarneming bij afwezigheid/vervanging

• 1. In geval van verhindering of ontstentenis van de directeur komt het aan hem verleende mandaat toe aan een door hem aan te wijzen sectorhoofd.

• 2. In geval van verhindering of ontstentenis van een sectorhoofd komt het verleende ondermandaat toe aan het door hem als vervangend sectorhoofd aangewezen sectorhoofd, alsmede aan de daartoe door de directeur expliciet als plaatsvervanger aangewezen functionaris(-sen).

• 3. Afdelingshoofden en teamleiders binnen dezelfde sector en de gebeidsmanagers kunnen elkaar in voornoemde omstandigheden onderling vervangen met toestemming van het betreffende hoofd van de sector.

  Degene die een andere functie waarneemt heeft op dat moment de bevoegdheden die aan die functie zijn verbonden.

Artikel 4 Ondertekening

Bij gebruik van de in de bijlage bij dit besluit genoemde bevoegdheden wordt in de ondertekening van besluiten tot uitdrukking gebracht dat in mandaat wordt gehandeld namens de burgemeester of namens het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad.

Artikel 5

Uitsluitingen

• 1.

  Het ondermandaat is niet van toepassing op:

  • a.

    kwesties waarin de directeur dat heeft bepaald;

  • b.

    in zaken die een beslissing vergen die afwijkt van het tot dan toe gevoegde beleid;

  • c.

    in zaken die een beslissing vergen die afwijkt van een advies waarvan het inwinnen ingevolge een wettelijk voorschrift dan wel ingevolge een gemeentelijke richtlijn verplicht is;

  • d.

    in zaken die een beslissing vergen die leidt tot overschrijding van het beschikbare budget;

  • e.

    in beslissingen om de raad een voorstel te doen;

  • f.

    in zaken die de vaststelling van algemeen verbindende voorschriften of beleidsregels vergen, tenzij het regels betreffen ten aanzien van de ambtelijke organisatie met uitzondering van de organisatie van de griffie;

  • g.

    in zaken die het nemen van een besluit vergen waarvoor is bepaald dat dit genomen moet worden met versterkte meerderheid of waarvan de aard van de bevoegdheid zich verzet tegen het nemen van een besluit krachtens mandaat;

  • h.

    in besluiten die wettelijk onderworpen zijn aan goedkeuring.

Artikel 6 Inwerkingtreding en bekendmaking

• 1.

  Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2010 en vervangt alle eerdere ondermandaatbesluiten.

• 2.

  Dit besluit zal worden bekendgemaakt door het plaatsen daarvan in het Gemeenteblad.

Zaanstad, 8 december 2009

Dhr. D.P. Stuurman CPC,

directeur Dienst Wijken