Organisatie | Oosterhout |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Klachtverordening gemeente Oosterhout 2012 |
Citeertitel | Klachtverordening gemeente Oosterhout 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | nieuwe regeling | 14-12-2011 Weekblad Oosterhout |
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN
De verordening verstaat onder:
De wet: De Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Klacht: Een mondelinge of schriftelijke uiting van ongenoegen over de wijze waarop een bestuursorgaan, diens voorzitter of een lid daarvan, of een persoon werkzaam onder de verantwoordelijkheid van de gemeente zich in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of rechtspersoon heeft gedragen. Nadrukkelijk wordt hieronder niet verstaan een bezwaar of beroep tegen een inhoudelijk besluit.
Gedraging: Het in een concreet geval jegens een natuurlijk persoon of rechtspersoon handelen of nalaten te handelen door een bestuursorgaan, de voorzitter of een lid daarvan of een ambtenaar. Een gedraging door een ambtenaar kan tevens worden aangemerkt als een gedraging van het voor die gedraging verantwoordelijk orgaan. Onder gedraging wordt niet begrepen die jegens een (andere) ambtenaar.
Bestuursorgaan: De burgemeester, het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad. De bestuursorganen als bedoeld in artikel 1:1 van de Awb.
HOOFDSTUK 2: DE BEHANDELING DOOR HET BESTUURSORGAAN
Artikel 2 De behandeling van klaagschriften
1. Een schriftelijk ingediende klacht wordt behandeld overeenkomstig de bepalingen van afdeling 9.12 van de Awb en met inachtneming van de bepalingen van deze verordening.
De klachtbehandeling kent drie fasen:
Indien iemand zich persoonlijk of telefonisch met een klacht tot de gemeente wendt, wordt door de ontvanger getracht de klacht direct op te lossen en de klager tevreden te stellen. De klager wordt altijd gewezen op de mogelijkheid om –als hij/zij ontevreden is over de wijze van afhandeling- alsnog schriftelijk een klacht in te dienen. Een eventueel verzoek om hulp hierbij wordt gehonoreerd.
Indien de klager niet tevreden is met de uitkomst van de formele behandeling in eerste instantie, kan hij vervolgens nog een klacht indienen bij de Commissie Ombudsman Oosterhout.
Artikel 6 De wijze waarop een klacht kan worden ingediend
Een schriftelijk ingediende klacht wordt ondertekend en bevat ten minste de volgende gegevens (art. 9.4 Awb):
Een schriftelijk ingediende klacht wordt gericht aan het college van burgemeester en wethouders van Oosterhout, Postbus 10150, 4900 GB Oosterhout, ter attentie van de klachtencoördinator. Een klacht die betrekking heeft op de griffier of op een medewerker van de griffie, dient te worden gericht aan de gemeenteraad.
Indien een klaagschrift niet voldoet aan het gestelde in artikel 9:4 van de Algemene wet bestuursrecht (namelijk naam + adres klager, dagtekening en omschrijving van de klacht), is de Awb overeenkomstig van toepassing en wordt de klager alsnog in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen binnen eerder daartoe gestelde termijn.
Artikel 9 Het niet in behandeling nemen van een klaagschrift
Indien artikel 9:8 van de Awb van toepassing is hoeft het klaagschrift niet in behandeling te worden genomen.
Artikel 10 klachtafhandeling eerste fase
Gelet op artikel 9:5 van de Awb, is het bestuursorgaan bevoegd tot een andere manier van afhandeling van de klacht om te proberen de klacht naar tevredenheid van de klager af te handelen.
Artikel 11 Behandeling van een klaagschrift eerste fase
a. een klacht naar aanleiding van het handelen van een ambtenaar dan wel een daarmee in het kader van deze klachtenverordening gelijk te stellen functionaris: wordt behandeld door de afdelingsmanager onder wiens verantwoordelijkheid deze persoon werkzaam is;
een klacht naar aanleiding van het handelen van de gemeentesecretaris: wordt behandeld door de burgemeester e. een klacht naar aanleiding van het handelen van een medewerker van de griffie: wordt behandeld door de griffier f. een klacht naar aanleiding van het handelen van de griffier: wordt behandeld door de burgemeester.
een klacht naar aanleiding van het handelen door de burgemeester, college of raad; een klacht naar aanleiding van het handelen van de burgemeester, een wethouder, het college of de raad zal direct worden doorverwezen naar de Commissie Ombudsman Oosterhout. De Commissie Ombudsman kan in overleg met de klager kiezen voor behandeling in eerste fase.
Diegene die het klaagschrift behandelt stelt de klager in de gelegenheid te worden gehoord volgens het bepaalde in artikel 9:10 van de Awb.
Artikel 14 Rapportage en advies
Diegene die het klaagschrift behandelt (klachtbehandelaar) stelt een schriftelijk rapport op inzake het onderzoek naar de behandeling van het klaagschrift. Het rapport gaat vergezeld van het verslag van het horen, een advies over het te nemen besluit inzake de gegrondheid van de klacht en een conceptbrief aan de klager en de beklaagde (art. 9.9 Awb).
Het bestuursorgaan handelt de klacht binnen zes weken of, na verdaging, binnen tien weken na ontvangst van het klaagschrift af. Van de verdaging wordt door de klachtencoördinator schriftelijk mededeling gedaan aan de klager en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft (art. 9.11 Awb).
HOOFDSTUK 3: DE BEHANDELING DOOR DE COMMISSIE OMBUDSMAN (Tweede fase klachtafhandeling)
Artikel 22 Taken en bevoegdheden
Naast een doorzending op grond van artikel 2:3 van de Awb, verwijst de commissie klager zo nodig naar een andere daarvoor in aanmerking komende instantie.
Artikel 23 Indienen van een klacht
Op de indiening van een klacht is artikel 9:28 van de Awb van toepassing.
Artikel 24 Het niet in behandeling nemen van een klaagschrift
De commissie is niet bevoegd een klacht te behandelen indien artikel 9:22 van de Awb van toepassing is.
Alvorens het verzoek aan een ombudsman te doen, dient de verzoeker over de gedraging een klacht in bij het betrokken bestuursorgaan, tenzij dit redelijkerwijs niet van hem kan worden gevergd (artikel 9:20 Awb).
De commissie is niet verplicht een klacht te behandelen indien artikel 9:23 of 9:24 van de Awb van toepassing is.
Indien de commissie een klacht niet (verder) behandelt, doet zij daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan de klager en aan de het artikel 9.35 Awb genoemde personen met vermelding van de redenen.
Artikel 26 Onderzoeksbevoegdheden
De commissie is in het kader van het onderzoek van een klacht bevoegd bij het betrokken orgaan c.q. betrokken personen alle inlichtingen dan wel bescheiden op te vragen die zij daartoe nodig acht. Het betrokken orgaan c.q. betrokken personen zijn verplicht aan de commissie die inlichtingen en bescheiden te verstrekken, behoudens het gestelde in lid 2 en 3.
Bescheiden die op grond van enige wettelijke bepaling niet openbaar kunnen worden gemaakt en bescheiden die een zodanig geheim karakter dragen, dat openbaarmaking daarvan naar het oordeel van het betrokken bestuursorgaan het gemeentelijk belang ernstig zou kunnen schaden, kunnen worden verstrekt onder de voorwaarde dat het geheime karakter daarvan door de commissie wordt gewaarborgd.
Van ernstige schade aan het gemeentelijk belang is in elk geval geen sprake indien ingevolge de Wet openbaarheid bestuur de verplichting bestaat een verzoek om informatie, vervat in deze bescheiden, in te willigen.
De commissie kan, voor zover dit naar haar oordeel ten behoeve van het onderzoek is vereist, zonder toestemming alle plaatsen, met uitzondering van woningen, betreden waar het bestuursorgaan wiens gedraging wordt onderzocht zijn taak verricht. Voor het betreden van woningen is toestemming van de bewoner vereist.
Artikel 27 Rapportage en oordeelsvorming commissie
De commissie deelt alvorens haar onderzoek te beëindigen, haar bevindingen schriftelijk mee aan het betrokken bestuursorgaan, de beklaagde en de klager, alsmede de overige in artikel 9:35 Awb genoemde personen en instanties. Zij worden daarbij in de gelegenheid gesteld binnen een door de commissie vastgestelde termijn schriftelijk op die bevindingen te reageren. 2. De commissie beraadslaagt en besluit in een besloten zitting over het door haar uit te brengen eindrapport. In die vergadering zijn minstens twee leden, de voorzitter of zijn plaatsvervanger inbegrepen, aanwezig.
Het rapport bevat een weergave van de bevindingen van de commissie en haar oordeel over de ontvankelijkheid, de gegrondheid van een klacht en of het betrokken orgaan c.q. voorzitter of lid daarvan c.q. ambtenaar zich in de onderzochte aangelegenheid al dan niet behoorlijk heeft gedragen. Het rapport wordt ondertekend door de voorzitter of zijn plaatsvervanger.
Het rapport wordt gezonden aan het betrokken orgaan c.q. voorzitter of lid daarvan, de beklaagde en de klager, alsmede de overige in artikel 9:35 Awb genoemde personen en instanties. Met het oog op deze verzending wordt acht geslagen op de Wet openbaarheid van bestuur.