Organisatie | Belastingsamenwerking Rivierenland |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige/WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie |
Citeertitel | Beleidsregels aanwijzen belastingplichtige/WOZ-belanghebbende |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
geen
Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Rivierenland
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | Hernieuwde regeling | 17-12-2008 website BSR | geen |
Het Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (hierna: BSR);
Gelet op het bepaalde in artikel 4 van bovengenoemde gemeenschappelijke regeling, waarbij de heffing en de invordering van de belastingen (als bedoeld in artikel 1 van bovengenoemde gemeenschappelijke regeling) en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) aan BSR is overgedragen;
Overwegende dat het wenselijk is om beleidsregels vast te stellen voor die gevallen waarin er een keuzemogelijkheid is om een belastingplichtige en een WOZ-belanghebbende aan te wijzen;
vast te stellen de volgende beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige en een WOZbelanghebbende in een keuzesituatie.
In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn met betrekking tot een belastingobject. In de gevallen waarin dit voorkomt, mag BSR de belastingaanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. In deze gevallen hanteert BSR een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt. Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op een doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voorzover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn.
De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten op geen enkele wijze een limitatieve opsomming van de belastingplichtigen, maar zijn richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen, zodat in de uitvoeringspraktijk volgens vaste, niet willekeurige, criteria een belastingplichtige kan worden aangewezen.
Met betrekking tot de belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, indien er met betrekking tot een onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:
de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde wordt gehanteerd:
1.1.1 de vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning;
1.1.2 de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en onderhoud van onder- of bovengrondse leidingen heeft;
Met betrekking tot de belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:
indien er binnen een categorie genothebbenden personen zijn die volgens de beschikbare gegevens binnen het grondgebied van de deelnemers aan BSR (hierna: grondgebied) wonen of gevestigd zijn:
2.1.1 degene die ter zake van de onroerende zaak als gebruiker wordt aangemerkt op grond van onderdeel 4.;
2.1.2 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;
2.1.3 een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;
2.1.5 degene die bij BSR als genothebbende of gebruiker bekend is; 2.1.6 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden.
indien er binnen een categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens binnen het grondgebied wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die elders in Nederland wonen of gevestigd zijn:
2.2.1 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;
2.2.2 een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;
2.2.4 degene die bij BSR als genothebbende of gebruiker bekend is;
2.2.5 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden.
De onderdelen 1. tot en met 5. vinden geen toepassing indien bij BSR bekend is dat een van de potentiele belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben, althans voor zover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.
Hoofdstuk 2 Waardering onroerende zaken
In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat voor een eigendom meer personen als (gelijksoortig, bijvoorbeeld in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoten) belanghebbende kunnen worden aangemerkt. In deze gevallen mag BSR, op grond van het bepaalde van artikel 24 van de Wet WOZ, de bekendmaking van de WOZ-beschikking aan een van de belanghebbenden verzenden. BSR hanteert een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belanghebbende die de WOZ-beschikking op zijn of haar naam krijgt.
De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming van de belanghebbenden, maar zijn richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen, waarbij beoogd is de ontvanger van de WOZ-beschikking gelijk t e laten zijn aan de belastingplichtige voor de onreorendezaakbelastingen die de aanslag op zijn of haar naam krijgt.
Hoofdstuk 3 Inwerkingtreding en citeertitel
Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2009 en hebben betrekking op de belastingaanslagen die worden opgelegd ter zake van belastbare feiten die zich met ingang van het jaar 2009 voordoen.
Deze beleidsregels worden aangehaald als "Beleidsregels aanwijzing belastingplichtige/WOZbelanghebbende 2009".