Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Aa en Hunze

Uitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen in de gemeente Aa en Hunze 2004

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAa en Hunze
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen in de gemeente Aa en Hunze 2004
CiteertitelUitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Aa en Hunze 2004
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet inzake rijksbelastingen, art. 7 
  2. Algemene wet inzake rijksbelastingen, art. 8 
  3. Algemene wet inzake rijksbelastingen, art. 13 
  4. Algemene wet inzake rijksbelastingen, art. 14 
  5. Invorderingswet 1990, art. 29 
  6. Invorderingswet 1990, art. 31 
  7. Gemeentewet, art. 160 lid 1 
  8. Gemeentewet, art. 231, lid 2, lid 3 
  9. Gemeentewet, art. 237 
  10. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81 
  11. Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen
  12. Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten
  13. Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing
  14. Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting
  15. Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting
  16. Verordening op de heffing en de invordering van leges
  17. Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten
  18. Verordening op de heffing en de invordering van brandweerrechten
  19. Algemene wet inzake rijksbelastingen, art. 6 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-12-200301-01-2011nieuwe regeling

02-12-2003

De Schakel, 10-12-2003

2003/49-07

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen in de gemeente Aa en Hunze 2004

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze

Gelet op de artikelen:

6, 7, 8, 13en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen,

29en 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding met de artikelen

231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, en 237 van de Gemeentewet,

160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet,

4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,

van de in de gemeente Aa en Hunze geldende belastingverordeningen, waarin aan het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid is toegekend nadere regels te geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onderscheiden gemeentelijke belastingen;

besluit:

vast te stellen de:

“Uitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen in de gemeente Aa en Hunze 2004” (Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Aa en Hunze 2004)    

Artikel 1 Algemene bepaling

Artikel 2 Aangifte

De belastingplichtige aan wie niet zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aangiftebiljet is uitgereikt of een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na het verstrijken van die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.

Artikel 3 Gebruik nachtverblijfregister ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting

Bij de vaststelling van feiten ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting kan de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar het door belastingplichtige bijgehouden nachtverblijfregister raadplegen.

Artikel 4 Voorlopige aanslag

  • 1

    De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar legt een voorlopige aanslag op, indien het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld, na verrekening van voorheffingen en reeds opgelegde voorlopige aanslagen, zulks naar zijn mening rechtvaardigt.

  • 2

    De bepaling van het bedrag van een voorlopige aanslag die wordt vastgesteld in het tijdvak waarover de belasting wordt geheven, dan wel na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan kan voor de toeristenbelasting geschieden op grond van gegevens die hebben gediend ter vaststelling van de meest recente belastingaanslag met dien verstande dat daarbij op benaderende wijze rekening kan worden gehouden met wijzigingen in de wettelijke bepalingen betreffende de heffing van de gemeentelijke belasting alsmede met andere wijzigingen die voor de heffing van de gemeentelijke belasting van belang kunnen zijn. Ingeval de belastingplichtige aannemelijk maakt dat het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld lager is dan het op de voet van de vorige volzin berekende bedrag, wordt de voorlopige aanslag gesteld op dit lagere bedrag;

Artikel 5 Rente

  • 1

    Het percentage van de invorderingsrente is het percentage dat ingevolge artikel 29 van de Invorderingswet 1990 voor het betreffende kalenderkwartaal voor de rijksbelastingen is vastgesteld.

  • 2

    Bij de invordering van de gemeentelijke belastingen vindt de ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 overeenkomstige toepassing.

  • 3

    In afwijking van de in het tweede lid bedoelde regeling wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze in totaal een bedrag van € 113,45 niet te boven gaat.

Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1

    De “Regeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen”, vastgesteld bij besluit van 24 februari 1998 wordt ingetrokken op het moment dat deze regeling in werking treedt.

  • 2

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3

    Deze regeling wordt aangehaald als “Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Aa en Hunze 2004”.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders

van 2 december 2003.

de secretaris, de burgemeester,

Mr. F. Snoep. Drs. R.W. Munniksma.