Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Aa en Hunze

Reglement inzake de afhandeling van klaagschriften

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Aa en Hunze
Officiële naam regelingReglement inzake de afhandeling van klaagschriften
CiteertitelReglement inzake de afhandeling van klaagschriften
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vastgesteld door de raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Aa en Hunze.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene Wet Bestuursrecht 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-05-2009nieuwe regeling

22-04-2009

De Schakel, 20-05-2009

2009/21
01-02-200128-05-2009nieuwe regeling

25-01-2001

De Schakel, 31-01-2003

2001/5

Tekst van de regeling

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Aa en Hunze;

ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2001, nummer 2001/5;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

en op het belang van burgers bij een goede afhandeling van klachten over gedragingen van de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en van de burgemeester en van gedragingen van personen die onder verantwoordelijkheid van genoemde bestuursorganen werkzaam zijn;

besluiten:

vast te stellen de volgende Regeling inzake de afhandeling van klaagschriften.

HOOFDSTUK I BEGRIPSBEPALINGEN 

Artikel 1 

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    klacht: mondelinge of schriftelijke klacht over de wijze waarop een gemeentelijk bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens klager of een ander heeft gedragen, waarbij een gedraging van een persoon werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan wordt aangemerkt als een gedraging van dat bestuursorgaan;

  • 2.

    klaagschrift: schriftelijke klacht over een gedraging van een bestuursorgaan jegens klager, die voldoet aan in de wet vastgelegde criteria;

  • 3.

    afhandeling van een klacht: de bevindingen van het onderzoek naar een klacht alsmede de eventuele conclusies die het bestuursorgaan daaraan verbindt;

  • 4.

    commissie: vaste commissie van advies voor de klaagschriften;

  • 5.

    wet: wet van 4 juni 1992 (stbl. 1992, 315) houdende algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht).

HOOFDSTUK II BEHANDELING VAN KLAAGSCHRIFTEN.

Paragraaf I De commissie 
Artikel 2 Inleidende bepaling 

Er is een commissie ter advisering op de afhandeling van klaagschriften als bedoeld in hoofdstuk 9 van de wet.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie 
  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door de gemeenteraad op voorstel van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    De gemeenteraad benoemt overeenkomstig het eerste lid een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden.

  • 3.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan.

  • 4.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 De secretaris 
  • 1.

    De secretaris van de commissie is een door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders wijzen tevens één of meer plaatsvervangers van de secretaris aan. 

Artikel 5 Zittingsduur 
  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3.

    De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Paragraaf 2 Procedure. 
Artikel 6 Ingediend klaagschrift
  • 1.

    Op het ingediende klaagschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het klaagschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld, met dien verstande, dat het bestuursorgaan in eerste instantie nagaat in hoeverre overeenkomstig het bepaalde in artikel 9:5 tot tevredenheid van klager aan diens klacht tegemoet kan worden gekomen .

  • 3.

    Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 9:6 van de wet wordt vermeld dat een commissie over het klaagschrift zal adviseren.

Artikel 7 Vooronderzoek
  • 1.

    De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het klaagschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zonodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 9 Hoorzitting
  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de klager en het bestuursorgaan waarover wordt geklaagd in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 9:10 tweede lid van de wet.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van de in het tweede lid genoemde artikel besluit van het horen af te zien, doet hij daarvan mededeling aan de klager en het bestuursorgaan waarover wordt geklaagd.

Artikel 10 Uitnodiging zitting 
  • 1.

    De voorzitter deelt de klager en het bestuursorgaan waarover wordt geklaagd ten minste drie weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de klager en het bestuursorgaan waarover wordt geklaagd, de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval twee weken voor het tijdstip van de zitting aan klager en het bestuursorgaan waarover wordt geklaagd, kenbaar gemaakt.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist, dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 12 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een klaagschrift, indien hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting
  • 1.

    De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2.

    De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging
  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 9:10 van de Algemene wet bestuursrecht vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien klager en het bestuursorgaan waarover wordt geklaagd respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek
  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, de klager en het bestuursorgaan waarover wordt geklaagd toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, klager en het bestuursorgaan waarover wordt geklaagd kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies
  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    a. de commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter

    • en

    • c.

      van een minderheidsstandpunt wordt bij een advies melding gemaakt, indien de minderheid dat verlangt.

  • 3.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel omtrent de afhandeling van het klaagschrift.

  • 4.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies
  • 1.

    Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat het klaagschrift dient af te doen.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van zes weken, als bedoeld in artikel 9:11, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en de afhandeling van de klacht door het bestuursorgaan verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie, klager en het bestuursorgaan waarover wordt geklaagd, een afschrift. 

Artikel 18 Vergoeding commissieleden
  • 1.

    De voorzitter en leden van de commissie ontvangen voor het bijwonen van de vergadering van de commissie een vergoeding.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde vergoeding wordt toegekend per hoorzitting en is gelijk aan de vergoeding zoals die jaarlijks door de Minister van Binnenlandse Zaken op grond van artikel 95, lid 2 van de Gemeentewet wordt vastgesteld bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur ten behoeve van niet raadsleden voor het bijwonen van commissievergaderingen. 

HOOFDSTUK III SLOTBEPALINGEN 

Artikel 19 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze verordening treedt in werking op 1 februari 2001.

Artikel 20: citeertitel.

Deze regeling kan worden aangehaald als: Reglement inzake de afhandeling van klaagschriften.

Ondertekening

Aldus op 25 januari 2001 vastgesteld door:

1. de raad van de gemeente Aa en Hunze

de secretaris, de voorzitter,

Mr. F. Snoep. Drs. R.W. Munniksma.

2. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze

de secretaris, de burgemeester,

Mr. F. Snoep. Drs. R.W. Munniksma.

3. de burgemeester van de gemeente Aa en Hunze,

Drs. R.W. Munniksma.