Organisatie | Castricum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2014 |
Citeertitel | Verordening reclamebelasting 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Reclamebelasting |
Deze verordening vervangt de Verordening reclamebelasting 2013.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-11-2013 | 17-03-2015 | Nieuwe regeling | 14-11-2013 Nieuwsblad voor Castricum, 20-11-2013 | Onbekend | |
17-11-2011 | Nieuwe regeling | 11-11-2011 Nieuwsblad van Castricum, 16-11-2011 | Onbekend |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
a. reclameobject: een openbare aankondiging in letters, symbolen, logo’s of kleuren, of een combinatie daarvan, of een reclamevoorwerp, zichtbaar vanaf de openbare weg;
b. voorziening: specifiek hulpmiddel bestemd voor het aanbrengen van één of meer (al dan niet wisselende) openbare aankondigingen;
c. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;
d. vestiging: een gebouw, of deel daarvan, dat door één organisatie of bedrijf wordt gebruikt;
e. tussenpersoon: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in vaste betrekking staat;
f. exploitant: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van reclameobjecten op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten;
g. jaar of maand: een kalenderjaar of -maand of een gedeelte van een van die kalenderperioden.
Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt, binnen het gebied zoals nader aangewezen in bijlage 1 en de bij deze verordening behorende kaart in bijlage 2, een directe belasting geheven voor een reclameobject dat zichtbaar is vanaf de openbare weg.
Artikel 6 Ontstaan van belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt en de reclamebelasting naar jaartarief is geheven, wordt de aanslag op verzoek van de belastingplichtige verminderd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt en de reclamebelasting naar maandtarief is geheven, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd tot op het bedrag dat met toepassing van het maandtarief wordt berekend voor het aantal volle kalendermaanden waarin de belastingplicht bestond. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt de maand waarin de belastingplicht eindigt als volle kalendermaand aangemerkt.
De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van reclameobjecten:
a. die korter dan 13 weken aanwezig zijn, tenzij deze reclameobjecten zijn geplaatst in een voorziening waarin, waaraan of waarop wisselende reclameobjecten worden geplaatst, die individueel korter dan 13 weken aanwezig zijn, maar waarbij de verschillende reclameobjecten gezamenlijk 13 weken of meer aanwezig zijn;
b. die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend kunnen worden aangemerkt;
c. die door de gemeente of in opdracht van de gemeente is geplaatst of aangebracht, indien en voor zover het reclameobject geschiedt ter uitvoering van de publieke taak;
d. die door (semi) overheden of cultureel-maatschappelijke instellingen zijn aangebracht en die een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;
e. op parasols en terrasafscheidingen welke zijn geplaatst op een terras bij een horecaonderneming;
f. aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of wijkorganen, waarbij het reclameobject uitsluitend bestaat uit een vlag met naam van de winkeliersvereniging of het wijkorgaan;
g. op zuilen, borden, muren of andere constructies, aangewezen door het bevoegde bestuursorgaan;
h. voorzien van opschriften aangebracht op bouwterreinen, voorzover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;
i. die zijn aangebracht op onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard en op die activiteiten gericht zijn;
j. die zijn bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen of te verhuren zaak;
k. waarvan de (gezamenlijke) oppervlakte per vestiging minder dan 0,1 vierkante meter bedraagt.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de doorbelasting van kosten, de heffing en de invordering van de reclamebelasting.
De 'Verordening reclamebelasting 2013 van 15 november 2012, wordt ingetrokken met ingang van de artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 november 2013
De griffier, De voorzitter,
Mr. V.H. Hornstra Drs. A. Mans