Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
- b.
inzamelen : de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van
afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden
en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;
- c.
ter inzameling aanbieden : de wijze van overdragen van afvalstoffen
aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten
van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon
of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een
daartoe aangewezen plaats;
- d.
inzamelmiddel : een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd
hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer,
afvalemmer, kca-box of big bag, ten behoeve van één huishouden;
- e.
inzamelvoorziening : een voor de inzameling van afvalstoffen
bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een
verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve van
meerdere huishoudens;
- f.
inzameldienst : de krachtens artikel 7, eerste lid, aangewezen inzameldienst,
belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;
- g.
andere inzamelaars : de krachtens artikel 7, tweede lid, aangewezen personen en
instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën
huishoudelijke afvalstoffen;
- h.
inzamelvergunning : de vergunning zoals bedoeld in artikel 11;
- i.
gebruiker van een perceel : degene die in de gemeente feitelijk
gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting
tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;
- j.
straatafval : huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang
en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom,
plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet
zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;
- k.
wegen : alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden
met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die
wegen behorende paden en bermen of zijkanten;
- l.
motorrijtuigen : alle voertuigen, bestemd om anders dan langs
spoorstaven te worden voortbewogen uitsluitend of mede door een
mechanische kracht, op of aan het voertuig zelf aanwezig dan wel
door elektrische tractie met stroomtoevoer van elders.
Artikel 2 Beslistermijn
- 1.
Het college beslist op een aanvraag voor een vergunning of
ontheffing binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen
is.
- 2.
Het college kan zijn beslissing voor ten hoogste acht weken
verdagen.
Artikel 3 Indiening aanvraag
- 1.
Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt
ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de
aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het college
besluiten de aanvraag niet te behandelen.
- 2.
Voor bepaalde, door het college aan te wijzen, vergunningen of
ontheffingen kan de in het eerste lid genoemde termijn worden
verlengd tot ten hoogste acht weken.
Artikel 4 Voorschriften en beperkingen
- 1.
Aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of
ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in
het belang van de bescherming van het milieu.
- 2.
De houder van een vergunning of ontheffing is verplicht de daaraan
verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.
Artikel 5 Persoonlijk karakter van de vergunning of
ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens
verordening anders is bepaald.
Artikel 6 Intrekking of wijziging van de vergunning of
ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:
- a.
indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige
gegevens zijn verstrekt;
- b.
indien op grond van verandering van de omstandigheden of
inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of
ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of
wijziging moet worden gevorderd in het belang van de
bescherming van het milieu;
- c.
indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden
voorschriften en beperkingen niet zijn of worden
nagekomen;
- d.
indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt
gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij
gebreke van een dergelijke termijn binnen een redelijke
termijn;
- e.
indien de houder dit verzoekt.
§ 2 Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 7 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars
- 1.
Het college wijst de inzameldienst aan belast met het ter uitvoering
van de wet, de provinciale milieuverordening en deze verordening met
betrekking tot de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.
- 2.
Naast de inzameldienst kan het college andere inzamelaars aanwijzen
die belast zijn met het ter uitvoering van de wet, de provinciale
milieuverordening en deze verordening met betrekking tot het
afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke
afvalstoffen.
Artikel 8 Afzonderlijke inzameling
- 1.
Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende
categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:
- a.
groente-, fruit- en tuinafval
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (voorheen
wit- en bruingoed)[1];
- g.
- h.
- i.
- j.
grof huishoudelijk afval;
- k.
- l.
asbest en asbesthoudend afval;
- 2.
Het college kan een omschrijving vaststellen van de categorieën
huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in lid 1.
Artikel 9 Inzamelmiddelen en -voorzieningen
- 1.
De inzameling kan plaatsvinden via:
- a.
een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;
- b.
een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal
percelen;
- c.
een inzamelvoorziening op wijkniveau;
- d.
een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.
- 2.
Het college kan aanwijzen via welk al dan niet van gemeentewege
verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de
inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen
ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.
Artikel 10 Frequentie van inzamelen
- 1.
Huishoudelijk restafval wordt tenminste een maal per 2 weken bij elk
perceel ingezameld..
- 2.
In afwijking van het in het eerste lid bepaalde wordt huishoudelijk
restafval bij hoogbouw en appartementenbouw niet bij elk perceel
ingezameld.
- 3.
Groente-, fruit- en tuinafval wordt tenminste een maal per 2 weken
afzonderlijk bij elk perceel ingezameld.
- 4.
In afwijking van het in het derde lid bepaalde wordt groente-,
fruit- en tuinafval bij hoogbouw en appartementebouw niet bij elk
perceel ingezameld.
- 5.
Het college kan de frequentie van inzameling vaststellen van de
overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in
aangewezen delen van de gemeente bij elk perceel worden
ingezameld.
Artikel 11 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens
vergunning
- 1.
Het is verboden zonder inzamelvergunning van het college
huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.
- 2.
De inzamelvergunning kan worden geweigerd in het belang van een
doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen.
- 3.
Het verbod geldt niet voor de inzameldienst of andere
inzamelaars.
- 4.
Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader
van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van
bestuur een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van
huishoudelijke afvalstoffen.
§ 3 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 12 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke
afvalstoffen aan anderen
- 1.
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te
bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars en aan
de houders van een inzamelvergunning.
- 2.
Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader
van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van
bestuur een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van
huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 13 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke
afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen
- 1.
Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om
huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan de
inzameldienst of de andere inzamelaars.
- 2.
Het college kan besluiten dat het aan anderen dan gebruikers van
percelen verboden is om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling
aan te bieden aan de houder van een inzamelvergunning.
Artikel 14 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
- 1.
Het is verboden om de volgende categorieën huishoudelijke
afvalstoffen anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden:
- a.
- b.
groente-, fruit- en tuinafval
- c.
- d.
- e.
- f.
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (voorheen
wit- en bruingoed);[2]
- g.
- h.
- i.
- j.
asbest en asbesthoudend afval;
- k.
grof huishoudelijk afval;
- l.
- 2.
Het college kan de inzameldienst en andere inzamelaars aanwijzen aan
wie de in het eerste lid aangewezen categorieën huishoudelijke
afvalstoffen moeten worden aangeboden.
- 3.
Het is verboden de aangewezen categorieën huishoudelijke
afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens het tweede
lid aangewezen inzameldienst en andere inzamelaars.
Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel
- 1.
Het is voor de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie
krachtens artikel 9, tweede lid, voor een bepaalde categorie
huishoudelijke afvalstoffen een inzamelmiddel is aangewezen of van
gemeentewege is verstrekt, verboden de betreffende afvalstoffen
anders aan te bieden dan via het daartoe aangewezen of verstrekte
inzamelmiddel.
- 2.
Het is voor de gebruiker van een perceel verboden andere categorieën
huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel aan te bieden, dan
de categorie waarvoor dit inzamelmiddel krachtens artikel 9,
tweede lid, is bestemd.
- 3.
Het college kan regels stellen omtrent de plaatsen en wijze waarop
huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel ter inzameling
moeten worden aangeboden.
- 4.
Het college kan regels stellen met betrekking tot het maximale
gewicht van de afvalstoffen per inzamelmiddel en het maximale aantal
inzamelmiddelen dat per keer kan worden aangeboden.
- 5.
Indien van gemeentewege een inzamelmiddel aan de gebruiker van een
perceel is verstrekt kan het college regels stellen omtrent de
voorwaarden waaronder het inzamelmiddel is verstrekt, het gebruik en
het reinigen daarvan.
- 6.
Indien het inzamelmiddel niet van gemeentewege is verstrekt, kan het
college eisen stellen aan het te gebruiken inzamelmiddel.
- 7.
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter
inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.
- 8.
Het is verboden voor anderen dan de gebruiker van een perceel ten
behoeve van wie krachtens artikel 9,
tweede lid, een inzamelmiddel is verstrekt of
aangewezen, hun afvalstoffen ter inzameling aan te bieden via dit
inzamelmiddel.
Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen
- 1.
Het is de gebruiker van een perceel voor wie krachtens artikel 9,
tweede lid, mede ten behoeve van zijn perceel een
inzamelvoorziening voor een bepaalde categorie huishoudelijke
afvalstoffen is aangewezen, verboden de betreffende afvalstoffen
anders aan te bieden dan via de betreffende inzamelvoorziening.
- 2.
Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via
een inzamelvoorziening voor een aantal percelen aan te bieden, dan
de categorie waarvoor deze inzamelvoorziening krachtens artikel 9,
tweede lid, is bestemd.
- 3.
Het college kan regels stellen ten aanzien van de wijze waarop
huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve
van een groep percelen moet worden aangeboden.
- 4.
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze aan te
bieden via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen
dan krachtens het derde lid is bepaald.
- 5.
Het is verboden voor anderen dan de gebruikers van percelen voor wie
krachtens artikel 9, tweede lid, een inzamelvoorziening is
aangewezen, huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden via deze
inzamelvoorziening.
Artikel 17 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
via inzamelvoorzieningen op wijkniveau
- 1.
Het verbod in artikel 15, zevende lid, en artikel 16, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden
van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op
wijkniveau overeenkomstig dit artikel.
- 2.
Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via
een inzamelvoorziening op wijkniveau aan te bieden dan de categorie
waarvoor de inzamelvoorziening krachtens artikel 9,
tweede lid, is bestemd.
- 3.
Het college kan regels stellen omtrent de wijze waarop
huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden
via een inzamelvoorziening op wijkniveau.
- 4.
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze via een
inzamelvoorziening op wijkniveau ter inzameling aan te bieden dan
krachtens het derde lid is bepaald.
Artikel 18 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau
- 1.
Het verbod in artikel 15, zevende lid, en artikel 16, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden
van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of
regionaal niveau overeenkomstig dit artikel.
- 2.
Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via
een brengdepot op lokaal of regionaal niveau aan te bieden dan de
categorieën waarvoor het brengdepot krachtens artikel 9,
tweede lid, is bestemd.
- 3.
Het college kan regels stellen omtrent de wijze waarop
huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden
bij het brengdepot op lokaal of regionaal niveau.
- 4.
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze via een
brengdepot op lokaal of regionaal niveau ter inzameling aan te
bieden dan krachtens het derde lid is bepaald.
Artikel 19 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
zonder inzamelmiddel
- 1.
Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen
die zonder inzamelmiddel als bedoeld in artikel 9 van
deze verordening ter inzameling kunnen worden
aangeboden.
- 2.
Het college kan regels stellen over de wijze waarop deze categorieën
huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten
worden.aangeboden.
- 3.
Het college kan regels stellen over het maximale gewicht, de
afmetingen en het volume waarop deze categorieën huishoudelijke
afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.
- 4.
Het is verboden deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen op
andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel
is bepaald.
Artikel 20 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden
- 1.
Het college stelt de dagen en tijden vast waarop categorieën
huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden
aangeboden.
- 2.
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en
tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is
bepaald.
Artikel 21 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van
huishoudelijke afvalstoffen
In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels
stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van
huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.
§4 Inzameling van bedrijfsafvalstoffen
Artikel 22 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de
inzameldienst
Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de
inzameldienst worden ingezameld.
Artikel 23 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de
inzameldienst
- 1.
Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden aan de
inzameldienst.
- 2.
Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 22 aangewezen categorieën
bedrijfsafvalstoffen, voorzover degene die gebruik maakt van de
inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daarmee ontstane
belastingplicht op grond van de verordening gemeentelijke
afvalstoffenheffing.
- 3.
Het college kan regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en
plaatsen waarop de krachtens artikel 22 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de
inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.
- 4.
Het is verboden de krachtens artikel 22 aangewezen bedrijfsafvalstoffen ter
inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.
Artikel 24 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan
een ander dan de inzameldienst
- 1.
Het college kan regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van
bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst.
- 2.
Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in
strijd met deze regels.
§ 5 Zwerfafval
Artikel 25 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
- 1.
Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats
en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of
in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of
anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot
hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.
- 2.
Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.
- 3.
Het verbod is niet van toepassing op:
- 4.
het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van
huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;
- 5.
het thuiscomposteren van groente-, fruit- en tuinafval;
- 6.
voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden
gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of
vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere
werkzaamheden op of aan de weg.
- 7.
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voorzover de
Wet bodembescherming of het Bouwstoffenbesluit
voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.
Artikel 26 Achterlaten van straatafval
- 1.
Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten
zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins
geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke
voorwerpen.
- 2.
Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te
laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of
voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.
Artikel 27 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande
afvalstoffen
- 1.
Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling
gereed staan te doorzoeken en te verspreiden zonder
inzamelvergunning.
- 2.
Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter
inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen of deze omver te
werpen.
Artikel 28 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet-
en drinkwaren
De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden
verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:
- a.
een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de
inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben,
waarin het publiek afval kan achterlaten;
- b.
zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van
een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen
blijft en dat die afvalbak, -mand of voorwerp steeds tijdig wordt
geledigd;
- c.
zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de
inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van
een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit
artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval,
voorzover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt
opgeruimd.
Artikel 29 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander
promotiemateriaal
Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander
promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de
verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze
in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het
publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.
Artikel 30 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige
werkzaamheden
- 1.
Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te
laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te
verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan
worden beïnvloed.
- 2.
Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen,
stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu
nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden
verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen
of te laten reinigen:
- a.
direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de
verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of
beschadiging van het wegdek oplevert;
- b.
direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de
verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het
verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;
- c.
indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag
direct na beëindiging van de werkzaamheden.
§ 6 Overige onderwerpen die de verordening aangaan
Artikel 31 Verbod opslag van afvalstoffen
- 1.
Het is verboden afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in
de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te
hebben.
- 2.
Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid
gestelde verbod.
- 3.
Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter
inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de
inzameldienst, andere inzamelaars of aan houders van een
inzamelvergunning.
Artikel 32 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden
Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een
autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan
inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.
§ 7 Slotbepalingen
Artikel 33 Strafbepaling
Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in
de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:
- -
Artikel 12: Verbod op het ter inzameling aanbieden van
huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
- -
Artikel 13: Verbod op het ter inzameling aanbieden van
huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan gebruikers van
percelen
- -
Artikel 14: Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
- -
Artikel 15: Ter inzameling aanbieden van
huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker
van een perceel
- -
Artikel 16: Ter inzameling aanbieden van
huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve
van een groep percelen
- -
Artikel 17: Ter inzameling aanbieden van
huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op
wijkniveau
- -
Artikel 18: Ter inzameling aanbieden van
huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of
regionaal niveau
- -
Artikel 19: Ter inzameling aanbieden van
huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel
- -
Artikel 20: Dagen en tijden voor het ter inzameling
aanbieden
- -
Artikel 23: Ter inzameling aanbieden van
bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst
- -
Artikel 24: Het ter inzameling aanbieden van
bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst
- -
Artikel 25: Voorkomen van diffuse
milieuverontreiniging
- -
Artikel
26: Achterlaten van straatafval
- -
Artikel 27: Voorkomen van zwerfafval bij ter
inzameling gereed staande afvalstoffen
- -
Artikel 28: Afvalbakken in inrichtingen voor het
verbruiken van eet- en drinkwaren
- -
Artikel 29: Wegwerpen van reclamebiljetten of ander
promotiemateriaal
- -
Artikel 30: Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen
of overige werkzaamheden
- -
Artikel
31: Verbod op een voor het publiek zichtbare plaats
aanwezig hebben van afvalstoffen
- -
Artikel 32: Afgifte autowrakken afkomstig uit een
huishouden
Artikel 34 Toezichthouders
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze
verordening zijn belast de krachtens artikel 18.4, derde lid, van de wet aangewezen
ambtenaren.
Artikel 35 Overgangsbepaling
- 1.
Vergunningen en ontheffingen verleend krachtens de verordening
bedoeld in artikel 35,
tweede lid, blijven - indien en voorzover het gebod of
het verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook
vervat is in deze verordening en voorzover zij niet eerder zijn
vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de
inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
- 2.
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening
bedoeld in artikel 35, tweede lid, blijven - indien en voor zover de
bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn
opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet
eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de
inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
- 3.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening
een aanvraag om een vergunning of ontheffing op grond van de
verordening bedoeld in artikel 35, tweede lid, is ingediend en voor het
tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die
aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de
onderhavige verordening toegepast.
- 4.
Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een
vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel
voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na
het tijdstip bedoeld in artikel 35, eerste lid, is ingekomen binnen de
voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van
de verordening bedoeld in artikel 35, tweede lid.
- 5.
In afwijking van het eerste lid, blijft een vergunning of ontheffing
van kracht, totdat onherroepelijk is beslist op een aanvraag voor
een, krachtens een in deze verordening overeenkomstig opgenomen
gebod of verbod vereiste vergunning of ontheffing, indien deze
aanvraag ten minste acht weken voor afloop van de in het eerste lid
genoemde termijn bij het bevoegde bestuursorgaan is ingediend.
- 6.
Gebod- of verbodsbepalingen waarvoor een vergunning of ontheffing
vereist is krachtens deze verordening en niet voorkomend in de
verordening als bedoeld in artikel 35, tweede
lid zijn niet van toepassing:
- a.
gedurende 6 weken na het in werking treden van deze
verordening;
- b.
ook na de onder a bepaalde termijn, voor zover degene die de
vergunning of ontheffing nodig heeft, binnen deze termijn een
aanvraag heeft ingediend, totdat onherroepelijk op deze aanvraag is
beslist.
- 7.
De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 35, tweede
lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis
van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten,
indien en voorzover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten
zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij
niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.
Artikel 36 Intrekking en inwerkingtreding
- 1.
Afdeling 4.2 en de artikelen 4.4.1; 4.4.2; 4.4.3; 4.4.4; 4.4.7;
4.1.7, eerste lid, onder e en f van de Algemene Plaatselijke
Verordening voor de gemeente Aa en Hunze, vastgesteld op 17 december
1998, wordt ingetrokken.
- 2.
Deze verordening treedt in werking d.d. 20 april 2004, zijnde de dag
na bekendmaking, met inachtneming van het bepaalde in artikel 25 lid
1 Tijdelijke referendumwet .
Artikel 37 Citeerbepaling
Deze verordening wordt aangehaald als: “Afvalstoffenverordening gemeente Aa
en Hunze 2004”.