Organisatie | Alkmaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad |
Citeertitel | Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-03-2012 | 01-01-2013 | 15-03-2012 Officiële Mededelingen, 21-03-2012 | |||
13-01-2012 | 29-03-2012 | nieuwe regeling | 12-01-2012 Officiële Mededelingen, 18-01-2012 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
De raad kan het college verzoeken de secretaris in de vergadering aanwezig te laten zijn en deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in dit regiement.
De agendacommissie neemt alléén besluiten als er minimaal drie (plv.) voorzitters) van de algemene raadscommissie aanwezig zijn; indien het quorum niet wordt gehaald, worden de agenda's voor de algemene raadscommissie vastgesteld door de voorzitter en de commissiegriffier; de agenda voor de raad door de voorzitter en de griffier.
Hoofdstuk 2 Toelating van nieuwe leden; benoeming wethouders; fracties
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen
Artikel 12 De voorlopige agenda
De voorlopige agenda met bijbehorende stukken, met uitzondering van de in art. 25 , eerste en tweede lid van de Gemeentewet bedoelde stukken, wordt tenminste 10 dagen vóór de raadsvergadering verzonden.
De voorzitter kan namens de raad een of meer leden van het college uitnodigen om in de vergadering aanwezig te zijn en deel te nemen aan de beraadslagingen over een of meer in de uitnodiging vermelde agendapunten, voor zover het hun portefeuille betreft. De wethouder geeft zoveel als mogelijk gevolg aan de uitnodiging.
Artikel 15 Ter inzage leggen van stukken
De voorlopige agenda met de daarbij behorende voorstellen wordt voor een ieder op het stadskantoor en in dienstencentrum De Mare ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de terinzagelegging melding in de openbare kennisgeving bedoeld in artikel 16. Indien na het verzenden van de voorlopige agenda stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
Paragraaf 2 Orde der vergadering
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van de raad de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
Artikel 20 Primus bij hoofdelijke stemming
Indien besloten wordt tot hoofdelijke stemming wordt bij dat betreffende onderwerp bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen; bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.
Artikel 21 Spreekrecht burgers
Elke spreker krijgt maximaal 3 minuten het woord. Voor het spreekrecht is per vergadering maximaal 30 minuten beschikbaar. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan 10 sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.
De griffier draagt zorg een woordelijk verslag van het gesprokene met vermelding van de personen die het woord voerden . De leden, de voorzitter, de wethouders, de griffier en de secretaris hebben het recht, een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien het conceptverslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de griffier te worden ingediend.
een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist. Indien alle leden van een fractie bij een stemming op dezelfde wijze hebben gestemd, wordt volstaan met het vermelden van de naam van de fractie; bij stemming bij handopsteken wordt volstaan met het aantal voor- en tegenstemmers, alsmede het aantal personen dat zich van stemming onthouden heeft;
Indien nodig wordt een tussentijdse lijst met ingekomen stukken opgesteld, die tussentijds aan de leden van de raad wordt toegezonden en ter inzage gelegd. In het geval een raadslid bij de tussentijdse lijst een andere afhandelingswijze wenst, geeft hij dit uiterlijk twee weken voor de eerstvolgende raadsvergadering door aan de griffier. De griffier draag er zorg voor dat de betreffende ingekomen brief wordt opgenomen in de lijst met ingekomen stukken voor de eerstvolgende raadsvergadering.
Artikel 27 Handhaving orde; schorsing
Indien een spreker, zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid van de raad het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.
Paragraaf 3 Procedures bij stemmingen
Artikel 32 Algemene bepalingen over stemming
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of in een ingevolge lid 9 opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen. Onder een voltallige vergadering wordt verstaan een vergadering waarin alle leden waaruit de raad bestaat, voor zover zij zich niet van deelneming aan de stemming moesten onthouden, een stem hebben uitgebracht.
Artikel 34 Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Artikel 35 Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
ieder lid van de raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de raad, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en de wethouders. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. Voor inwilliging van het verzoek is tenminste eenvijfde van het aantal leden vereist. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Artikel 43 Schriftelijke vragen
Schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Bij de vragen wordt aangegeven, of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd. Vragen die niet voldoen aan het hiervoor gestelde worden per omgaande aan de indiener teruggestuurd.
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig werkdagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college of de burgemeester de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden.
De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.
Artikel 45 Het mondelinge vragenuur
De voorzitter van de raad beslist in overleg met de griffier welke van de aangemelde vragen binnen het uur worden gesteld. De voorzitter kan na overleg met de griffier weigeren een onderwerp tijdens het vragenuur aan de orde te stellen, indien hij dit onderwerp niet voldoende nauwkeurig acht aangegeven, het onderwerp niet actueel of urgent is of indien het onderwerp in de raadsvergadering op diezelfde dag aan de orde komt.
De vragensteller wordt voor ten hoogste twee minuten het woord verleend om aan een of meer wethouders vragen te stellen en een toelichting te geven. De wethouder of -indien de vragen aan meer wethouders gericht zijn- het college van burgemeester en wethouders gezamenlijk wordt voor ten hoogste vijf minuten het woord verleend om de vragen te beantwoorden. Interrupties door de vragensteller zijn toegestaan na drie minuten.
Hoofdstuk 5 Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 49 Verslag en verantwoording
Een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht (om in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken óf voor het sluiten van de vergadering) verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn.
Hoofdstuk 6 Besloten vergadering
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raad overeenkomstig artikel 25, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden.
Artikel 53 Opheffen geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid , artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Hoofdstuk 7 Toehoorders en pers
Artikel 55 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens een openbare raadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.