MANDAATLIJST EX ARTIKEL 2, EERSTE LID, VAN HET MANDAATBESLUITOMGEVINGSDIENST ZHZ 2012
GEMEENTE DORDRECHT
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Algemeen
|
|
1.
|
Het uitvoeren van de aan de omgevingsdienst opgedragen wettelijke taken, additionele wettelijke taken en adviesdiensten op grond van artikel 4 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, zoals opgenomen in de met de gemeente gesloten “Uitvoeringsovereenkomst houdende het raamwerk en de algemene voorwaarden voor uitvoering van wettelijke taken, additionele wettelijke taken en adviesdiensten door de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid op grond van artikel 4 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid”.
|
Omvat ook het uitvoeren van voorbereidingshandelingen tot het nemen van besluiten en het nemen van besluiten ter uitvoering van wettelijk voorgeschreven voorbereidingsprocedures, alsmede het voeren van de correspondentie en het verrichten van de (rechts)handelingen die nodig zijn ter uitvoering van de in de Uitvoeringsovereenkomst bedoelde taken.
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Algemene wet bestuursrecht
|
|
2.
|
a. Het nemen van besluiten op grond van de artikelen 4:5 en 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht inzake het niet behandelen van een aanvraag en het afdoen van een nieuwe aanvraag na een geheel of gedeeltelijk afwijzende beschikking.
b. Het nemen van besluiten op grond van de artikelen 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht inzake het horen van de aanvrager en de belanghebbende.
c. Het nemen van besluiten op grond van afdeling 4.1.3 van de Algemene wet bestuursrecht inzake het verlengen en opschorten van de beslistermijn en inzake de dwangsom bij niet tijdig beslissen.
d. Het nemen van besluiten op grond van de artikelen 8:51a, 8:51b, 8:51c, 8:80a en 8:80b van de Algemene wet bestuursrecht inzake de bestuurlijke lus en tussenuitspraak.
|
De gemeente wordt hierover geïnformeerd.
De gemeente wordt hierover geïnformeerd.
De gemeente wordt hierover geïnformeerd.
De gemeente wordt hierover geïnformeerd.
|
3.
|
Het voeren van correspondentie in het kader van toezicht en handhaving, waaronder in ieder geval begrepen:
a. een bezoekbevestigingsbrief;
b. een voorwaarschuwingsbrief;
c. een vooraankondiging last onder bestuursdwang of last onder dwangsom of hoorbrief;
d. vorderingen om informatie in het kader van de controle op naleving van regelgeving, alsmede de reacties op de in dit kader toegezonden informatie (art. 5.16, Algemene wet bestuursrecht);
|
|
4.
|
Het nemen van besluiten op verzoeken van derden om handhavend op te treden op grond van de Algemene wet bestuursrecht jo. artikel 125 van de Gemeentewet
|
- Indien en voorzover het verzoek betrekking heeft op de bevoegdheden als genoemd in het mandaatbesluit.
|
5.
|
Het nemen van besluiten op grond van de afdelingen 5.3.1 en 5.3.2 van Titel 5.3 (Herstelsancties) van de Algemene wet bestuursrecht jo. artikel 125 van de Gemeentewet
|
- Indien en voorzover de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom betrekking heeft op de bevoegdheden als genoemd in het mandaatbesluit c.q. de mandaatlijst.In afstemming met de gemeente
|
6.
|
Het nemen van besluiten inzake bestuursrechtelijke procedures
|
Omvat:
- Uitbrengen van verweerschriften in procedures die tegen de gemeente worden gevoerd.
- Vragen van uitstel van behandeling van bezwaar- en beroepszaak en het verrichten van andere proceshandelingen.
- In afstemming met de gemeente.
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
|
|
7.
|
Het nemen van besluiten op grond van hoofdstuk 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en procedurehandelingen in het kader van voorbereidingsprocedures op grond van Hoofdstuk 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
|
Aanvragen voor afwijkingen bestemmingsplan, monumenten, inritten en het kappen van bomen worden voor advies voorgelegd aan de gemeente.
Het vergunningonderdeel verkeer wordt voor advies voorgelegd aan de gemeente.
|
8.
|
Het beoordelen van meldingen en rapportages op grond van vergunningvoorschriften
|
|
9.
|
Het uitoefenen van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, alsmede het bepaalde bij of krachtens dein artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde wetten, juncto 5.2 van die wet
|
|
10.
|
Het aanwijzen van ambtenaren belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, alsmede het bepaalde bij of krachtens dein artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde wetten, op grond van artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
|
|
11.
|
Het nemen van besluiten op grond van de artikelen 5.14 tot en met 5.18 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht inzake het opleggen van de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom
|
In afstemming met de gemeente.
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Wet milieubeheer
|
|
12.
|
Het in behandeling nemen en beoordelen van meldingen en het nemen van besluiten ingevolge het gestelde bij of krachtens de artikelen in paragraaf 8.1 van de Wet milieubeheer
|
|
13.
|
Het nemen van besluiten inzake het beoordelen van milieuverslagen, overeenkomstig de bij of krachtens titel 12.3 van de Wet milieubeheer gestelde regels
|
|
14.
|
Het nemen van besluiten op grond van de hoofdstukken 17 en 19 van de Wet milieubeheer inzake maatregelen bij ongewoon voorval en de openbaarheid van milieu-informatie
|
Een ongewoon voorval als bedoeld in hoofdstuk 17 wordt zo spoedig mogelijk doorgemeld aan de burgemeester van de gemeente.
|
15.
|
Het uitoefenen van toezicht op de naleving van het gestelde bij of krachtens de artikelen in paragraaf 8.1 van de Wet milieubeheer en het verrichten van (rechts)handelingen ter voorbereiding van de bestuursrechtelijke handhaving ingevolge de bepalingen van hoofdstuk 18 van de Wet milieubeheer
|
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Besluit bodemkwaliteit
|
|
16.
|
Het toetsen van meldingen inzake het toepassen van grond, baggerspecie en bouwstoffen
|
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Waterwet
|
|
17.
|
Het nemen van besluiten ingevolge artikel 3.8 van de Waterwet inzake het zorgdragen voor de met het oog op een doelmatig en samenhangend waterbeheer benodigde afstemming van taken en bevoegdheden, voorzover het betreft de indirecte lozingen van inrichtingen
|
Betreft de samenwerking met de waterbeheerder bij het stellen van voorschriften voor indirecte lozingen bij inrichtingen.
In afstemming met de gemeente.
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Wet vervoer gevaarlijke stoffen
|
|
18.
|
Het nemen van besluiten op grond van de artikelen 22 en 28 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen inzake het verlenen van ontheffing van de vastgestelde route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen ten behoeve van het laden en lossen over wegen en vaarwegen.
|
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur
|
|
19.
|
Het vragen van advies op basis van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, alsmede het nemen van besluiten op grond van artikel 3 van die wet inzake het weigeren een aangevraagde beschikking te geven dan wel een gegeven beschikking in te trekken.
|
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Besluit risico’s zware ongevallen 1999
|
|
20.
|
Het nemen van besluiten ingevolge het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 inzake het beoordelen van het veiligheidsrapport en de daarmee samenhangende taken en bevoegdheden.
|
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Wet openbaarheid van bestuur
|
|
21.
|
Het nemen van besluiten in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur inzake een verzoek om informatie.
|
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Wet bodembescherming
|
|
22.
|
Het nemen van besluiten inzake:
a) ernst, spoed en tijdstip
b) saneringsplan
c) evaluatierapport
d) nazorgplan
en het beoordelen van meldingen op grond van het Besluit uniforme saneringen (BUS) en van monitoringsrapporten
|
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Algemene plaatselijke verordening Dordrecht
|
|
23.
|
Het nemen van besluiten op grond van de volgende artikelen:
|
|
|
a. Artikel 1:2 inzake het verdagen van de beslissing voor ten hoogste zes weken
|
|
|
b. Artikel 1:3 inzake het niet behandelen van de aanvraag
|
|
|
c. Artikel 1:4 inzake het verbinden van voorschriften en beperkingen aan de vergunning of ontheffing
|
|
|
d. Artikel 1:6 inzake het inttrekken of wijzigen van de vergunning of ontheffing
|
|
|
e. Artikel 1:8 inzake het weigeren van de vergunning of ontheffing
|
|
|
f. Artikel 2:1 inzake samenscholing en ongeregeldheden
|
|
|
g. Artikel 2:3 inzake de kennisgeving van betoging, vergadering, samenkomst
|
|
|
h. Artikel 2:6 inzake het aanbieden van geschreven of gedrukte stukken, producten of afbeeldingen
|
|
|
j. Artikel 2:10A inzake het plaatsen van voorwerpen op, onder, in, boven of aan een openbare plaats of openbaar water in strijd met de publieke functie van de openbare plaats of openbaar water
|
|
|
k. Artikel 2:11 inzake het aanleggen, beschadigen of veranderen van een weg
|
|
|
l. Artikel 2:12 inzake het maken of veranderen van een uitweg
|
|
|
m. Artikel 2:21A inzake de gedoogplicht bij vloedschotten, aanduidingen en dergelijke
|
|
|
n. Artikel 2:22 inzake objecten onder hoogspanningslijn
|
|
|
o. Artikel 2:25 inzake het organiseren van evenementen
|
|
|
p. Artikel 2:25A inzake betaald-voetbalwedstrijden
|
|
|
q. Artikel 2:28 inzake de exploitatie van een inrichting
|
|
|
r. Artikel 2:28B inzake de weigeringsgronden bij een aanvraag om exploitatievergunning van een inrichting
|
|
|
s. Artikel 2:28D inzake de intrekkings- en wijzigingsgronden bij de exploitatievergunning van een inrichting
|
|
|
t. Artikel 2:29 inzake openings-/sluitingstijden
|
|
|
u. Artikel 2:30 inzake tijdelijke sluiting
|
|
|
v. Artikel 2:34a inzake de exploitatie en het gebruik van een terras
|
|
|
w. Artikel 2:41 inzake het betreden van een gesloten woning of lokaal
|
|
|
x. Artikel 2:41A inzake de sluiting van overlastgevende voor het publiek openstaande gebouwen
|
|
|
y. Artikel 2:64 inzake het houden van bijen
|
|
|
z. Artikel 2:67 inzake verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister
|
|
|
aa. Artikel 2:72 inzake de verkoop van consumentenvuurwerk
|
|
|
bb. Artikel 3:4 inzake de exploitatie van een seksinrichting;
|
|
|
cc. Artikel 3:7 inzake de tijdelijke afwijking van sluitingstijden en (tijdelijke) sluiting
|
|
|
dd. Artikel 3:13 inzake de weigeringsgronden voor de vergunning voor de exploitatie van een seksinrichting
|
|
|
ee. Artikel 3:13A inzake de intrekkings- en wijzigingsgronden voor de vergunning voor de exploitatie van een seksinrichting
|
|
|
ff. Artikel 4:3 inzake de kennisgeving van een incidentele festiviteit ;
|
|
|
gg. Artikel 4:6 inzake het veroorzaken van geluidhinder;
|
|
|
hh. Artikel 4:11 inzake de (omgevings)vergunning voor het vellen van houtopstanden;
|
|
|
ii. Artikel 4:12A inzake de bestrijding iepziekte;
|
|
|
jj. Artikel 4:18 inzake recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen;
|
|
|
kk. Artikel 5:2 inzake het parkeren van voertuigen van autobedrijf;
|
|
|
ll. Artikel 5:3 inzake het te koop aanbieden van voertuigen;
|
|
|
mm. Artikel 5:6 inzake kampeermiddelen;
|
|
|
nn. Artikel 5:7 inzake het parkeren van reclamevoertuigen
|
|
|
oo. Artikel 5:11 inzake de aantasting van groenvoorzieningen door voertuigen;
|
|
|
pp. Artikel 5:13 inzake het houden van een collecte;
|
|
|
qq. Artikel 5:16 inzake het venten van gedrukte en geschreven stukken;
|
|
|
rr. Artikel 5:18 inzake het innemen of hebben van een informatiestandplaats;
|
|
|
ss. Artikel 5:18A inzake het verlenen van een ontheffing voor het innemen van een standplaats;
|
|
|
tt. Artikel 5:23 inzake het organiseren van een snuffelmarkt;
|
|
|
uu. Artikel 5:24 inzake het in ontvangst nemen van een melding voor het plaatsen van een steiger, meerpaal of ander voorwerp met een permanent karakter op, in of boven openbaar water;
|
|
|
vv. Artikel 5:33, vijfde lid, inzake de beperking van verkeer in natuurgebieden;
|
|
|
ww. Artikel 5:34 inzake het verbranden van afvalstoffen buiten een inrichting of anderszins vuur te stoken;
|
|
|
xx. Artikel 5:36, derde lid, inzake incidentele asverstrooiing op verboden plaatsen;
|
|
|
yy. Artikel 6:2 inzake het aanwijzen van personen belast met het toezicht op de naleving van de Algemene plaatselijke verordening Dordrecht;
|
|
|
zz. Het uitoefenen van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Algemene plaatselijke verordening Dordrecht;
|
Uitoefening van het toezicht geschiedt in overleg met de betrokken organisatie-eenheden van de gemeente Dordrecht.
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Drank- en horecawet
|
|
24.
|
Het nemen van besluiten op grond van de artikelen 3 en 4 van de Drank- en horecawet inzake het uitoefenen van een horecabedrijf of slijtersbedrijf.
|
|
25.
|
Het nemen van besluiten op grond van artikel 5 van de Drank- en horecawet inzake het intrekken van aan een vergunning verbonden voorschriften en beperkingen als bedoeld in artikel 4.
|
|
26.
|
Het vragen van advies aan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen als bedoeld in artikel 27, vierde lid, van de Drank- en horecawet.
|
|
27.
|
Het nemen van besluiten op grond van artikel 30 van de Drank- en horecawet inzake het in ontvangst nemen van een melding bij verandering van de inrichting en het verstrekken van een gewijzigde vergunning.
|
|
28.
|
Het nemen van besluiten op grond van artikel 31 van de Drank- en horecawet inzake het intrekken van de vergunning.
|
In afstemming met de gemeente.
|
29.
|
Het nemen van besluiten op grond van artikel 35 van de Drank- en horecawet inzake het verstrekken van zwak alcoholhoudende drank.
|
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Wet op de kansspelen, Kansspelenverordening
|
|
30.
|
Het nemen van besluiten op grond van artikel 3 van de Wet op de kansspelen inzake het organiseren van een klein kansspel.
|
|
31.
|
Het nemen van besluiten op grond van artikel 7c van de Wet op de kansspelen inzake het organiseren van een bijeenkomst, waar gelegenheid tot het deelnemen aan het kleine kansspel wordt gegeven.
|
|
32.
|
Het nemen van besluiten op grond van artikel 30b tot en met 30e van de Wet op de kansspelen inzake het aanwezig hebben van kansspelautomaten.
|
|
33.
|
Het nemen van besluiten op grond van de artikelen 2.1, 2.3 en 2.5 van de Kansspelenverordening inzake het exploiteren van een speelautomatenhal.
|
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Wet explosieven voor civiel gebruik
|
|
34.
|
Het nemen van besluiten op grond van artikel 10, 11 en 12 van de Wet explosieven voor civiel gebruik inzake het overbrengen van explosieven.
|
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Zondagswet
|
|
35.
|
Het nemen van besluiten inzake het verlenen van een ontheffing op grond van de bepalingen van de Zondagswet.
|
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Huisvestingswet en Huisvestingsverordening
|
|
36.
|
a. Het nemen van besluiten op grodn van artikel 30 van de Huisvestingswet en paragraaf 3.1 van de Huisvestingsverordening van de gemeente Dordrecht inzake het onttrekken van woonruimte, alsmede het nemen van besluiten op grond van artikel 33 van de Huisvestingswet en paragraaf 3.2 van de Huisvestingsverordening van de gemeente Dordrecht inzake de splitsing in appartementsrechten.
b. Het aanwijzen van personen belast met het toezicht op de naleving op grond van artikel 75 van de Huisvestingswet en artikel 5.2 van de Huisvestingsverordening.
c. Het uitoefenen van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Huisvestingswet en de Huisvestingsverordening van de gemeente Dordrecht.
|
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Woningwet, Bouwbesluit en bouwverordening
|
|
37.
|
Het nemen van besluiten inzake de reguliere bouwvergunning, 2e fase
|
|
38.
|
Het nemen van besluiten inzake de hertoets reguliere bouwvergunning, 1e fase
|
|
39.
|
Het nemen van besluiten op grond van de artikelen 1.11 en 1.12 van het Bouwbesluit inzake de verbouw van bouwwerken, alsmede, na inwerkingtreding van het Bouwbesluit 2012, op grond van de artikelen van het Bouwbesluit 2012 voorzover de aard en strekking ten opzichte daarvan niet wezenlijk veranderen.
|
|
40.
|
Het nemen van besluiten op grond van de Bouwverordening, voorzover het betreft:
|
|
|
a. Het beslissen op aanvragen om ontheffing op grond van artikel 2.1.5, derde en vierde lid, inzake bodemonderzoek;
|
|
|
b. Het beslissen op aanvragen om ontheffing op grond van artikel 2.4.2 inzake het verbinden van voorwaarden aan de bouwvergunning;
|
|
|
c. Het beslissen op aanvragen om ontheffing als bedoeld in de artikelen van paragraaf 5 van hoofdstuk 2 inzake voorschriften van stedenbouwkundige aard en bereikbaarheidseisen;
|
|
|
d. Het beslissen op aanvragen om ontheffing als bedoeld in de artikelen van paragraaf 7 van hoofdstuk 2 inzake de aansluitplicht op nutsvoorzieningen;
|
|
|
e. Het intrekken van de bouwvergunning bij niet-tijdige start of tussentijdse staking van bouwwerkzaamheden als bedoeld in artikel 4.1;
|
|
|
f. Het uitzetten van de bouw als bedoeld in artikel 4.4;
|
|
|
g. Het doen van een mededeling als bedoeld in artikel 7.2.1 inzake de bouwvalligheid van een bouwwerk of van een nabij gelegen bouwwerk;
|
|
|
h. Het gelasten het gebruik van een bouwwerk of woonwagen te staken als bedoeld in de artikel 7.2.2 en 7.2.3;
|
|
|
i. Het schriftelijk mededelen dat drink- en werkwater ondeugdelijk wordt geacht, als bedoeld in artikel 7.5.1;
|
|
|
j. Het beslissen op een aanvraag om sloopvergunning als bedoeld in artikel 8.1.1;
|
|
|
k. het intrekken van een sloopvergunning als bedoeld in artikel 8.1.7;
|
|
|
l. Het in ontvangst nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 alsmede het aan de melder mededelen dat geen sloopvergunning is vereist en het aan de mededeling verbinden van voorschriften met betrekking tot de verwijdering, opslag en afvoer van asbest.
|
|
41.
|
Het nemen van besluiten op grond van de artikelen 13 en 13A van de Woningwet inzake het verplichten tot het treffen van voorzieningen aan een gebouw of een bouwwerk, niet zijnde een gebouw, alsmede het nemen van besluiten op grond van artikel 15 van de Woningwet strekkende tot het opleggen van een last onder dwangsom.
|
|
42.
|
Het uitoefenen van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet op grond van artikel 92 van de Woningwet juncto de artikelen 5.2, tweede lid, en 5.3 tot en met 5.25 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Besluit brandveilig gebruik bouwwerken
|
|
43.
|
Het in ontvangst nemen van een gebruiksmelding als bedoeld in artikel 2.12.2 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken, met inbegrip van het verrichten van verdere administratieve handelingen aangaande de melding.
|
|
44.
|
Het nemen van besluiten op grond van artikel 2.12.4 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken inzake het opleggen van nadere voorwaarden indien deze noodzakelijk zijn voor het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, brandgevaar en ongevallen bij brand.
|
|
45.
|
Het nemen van besluiten op grond van artikel 2.12.5 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken inzake het wijzigen van de nadere voorwaarden als bedoeld in artikel 2.12.4.
|
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Verordening naamgeving en nummering
|
|
46.
|
Het nemen van besluiten op grond van artikel 3 van de Verordening naamgeving en nummering van de gemeente Dordrecht inzake huisnummer(s) en verzoek om extra huisnummer.
|
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Wet veiligheidsregio’s, Brandbeveiligingsverordening
|
|
47.
|
Het nemen van besluiten op grond van de artikelen 2 en 3 van de Brandbeveiligingsverordening inzake het in gebruik hebben van een inrichting (zijnde een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats voor zover die geen bouwwerk is).
|
|
48.
|
Het aanwijzen van ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Brandbeveiligingsverordening op grond van artikel 61, derde lid, van de Wet veiligheidsregio’s.
|
|
49.
|
Het uitoefenen van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Brandbeveiligingsverordening.
|
Uitoefening van het toezicht geschiedt in overleg met de betrokken organisatie-eenheden van de gemeente Dordrecht.
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels
|
|
50.
|
Het nemen van besluiten op grond van artikel 8, eerste lid, inzake het openstellen van een tunnel voor het verkeer.
|
|
51.
|
Het aanwijzen van ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels.
|
|
52.
|
Het uitoefenen van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels.
|
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen
|
|
53.
|
Het nemen van besluiten in het kader van de Regeling Veilig gebruik Luchthavens en andere terreinen juncto de brief van de minister van Verkeer en Waterstaat van 1 juli 2010 (Tweede Kamer 31 936 nr. 34) inzake het afgeven van een verklaring van geen bezwaar.
|
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Wet openbare manifestaties
|
|
54.
|
Het nemen van besluiten op grond van artikel 5 inzake het stellen van voorschriften en beperkingen.
|
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Vuurwerkbesluit
|
|
55.
|
Het nemen van besluiten op grond van het Vuurwerkbesluit inzake het stellen, wijzigen, aanvullen en intrekken van nadere eisen.
|
|
BEVOEGDHEDEN / BESLUITEN
|
VOORWAARDEN
|
Opiumwet
|
|
56.
|
Het nemen van besluiten op grond van artikel 13B van de Opiumwet inzake het opleggen van een last onder bestuursdwang indien in woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II van de Opiumwet wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.
|
In afstemming met de gemeente.
|