Organisatie | Aalten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening stimuleringslening instandhouding gemeentelijke monumenten gemeente Aalten 2012 |
Citeertitel | Verordening stimuleringslening instandhouding gemeentelijke monumenten gemeente Aalten 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Geen.
Gemeentewet, art. 149
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-02-2012 | Nieuwe regeling | 24-01-2012 Aalten Actueel, d.d. 31-01-2012 | geen |
De raad van de gemeente Aalten;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 december 2011;
gelet op het gestelde in raadsmededeling 8/2012 naar aanleiding van de behandeling in de RTG Ruimte d.d. 10 januari 2012;
gelet op het bepaalde in de Woonvisie 2012-2020;
Verordening stimuleringslening instandhouding gemeentelijke monumenten gemeente Aalten 2012.
Deze verordening verstaat onder:
onderhoud: werkzaamheden noodzakelijk om een gemeentelijk monument in goede staat te houden c.q. in stand te houden om toekomstig groot onderhoud en kostbare restauraties te voorkomen of te verminderen en die als zodanig zijn gedefinieerd in de ‘Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en molens 2007’.
subsidiabele kosten: kosten die noodzakelijk zijn om de onderdelen van een beschermd gemeentelijk monument, die monumentale / cultuurhistorische waarde bezitten, te herstellen of te conserveren. Deze kosten zijn als zodanig gedefinieerd in de ‘Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en molens 2007’. Ook subsidiabel zijn de betreffende legeskosten en de bijkomende kosten voor het verkrijgen van de gemeentelijke stimuleringslening. Verder zijn de kosten van de arbeidsuren subsidiabel, mits deze door een deskundige vakbedrijf, dat de betreffende restauratie/onderhoud heeft uitgevoerd, in rekening zijn gebracht. De subsidiabele kosten worden verminderd met de van derden ontvangen of nog te ontvangen tegemoetkomingen in deze kosten.
Artikel 5 Maximaal leningsbedrag
De maximale gemeentelijke stimuleringslening bedraagt voorinstandhouding van gemeentelijke monumenten:100% van de goedgekeurde geraamde subsidiabele kosten tot een maximumlening van € 20.000,-- per pand/object.
De aanvraag wordt ingediend bij het college door middel van een hiervoor beschikbaar te stellen formulier. Hierbij worden in ieder geval de volgende stukken bijgevoegd:
Artikel 15 Afwijkingen en voorwaarden gemeentelijke stimuleringsregeling
Op de gemeentelijke stimuleringslening zijn van toepassing de documenten ‘Algemene bepalingen voor geldleningen’ en de ‘Productspecificaties (gemeentelijke) Stimuleringslening’ en ‘Productspecificaties Bouwkrediet’ zoals deze producten aanwezig zijn in de SVn-informatiemap die deel uitmaakt van de deelnemeningsovereenkomst tussen de gemeente Aalten en de SVn.
Als door bijzondere omstandigheden de strikte toepassing van deze verordening, naar het oordeel van het college, zou leiden tot een niet gerechtvaardigde uitkomst, kan het college, na het SVn gehoord te hebben, afwijken van deze verordening mits de aard en de strekking van de regeling niet worden aangetast.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Aalten d.d. 24 januari 2012.
De griffier, M.A.J.B. Fiering
De voorzitter, G. Berghoef
Door de gemeente Aalten zijn gelden ondergebracht bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVn), om een eigen zogenaamd ‘Revolving Fund’ op te zetten. Kenmerk van het Revolving Fund is dat er een geldelijke bijdrage wordt geleverd in de vorm van laagrentende leningen. Doordat de leningen worden afgelost, kunnen deze middelen opnieuw worden gebruikt. Het betreffende Revolving Fund wordt beheerd door het SVn. Van de gelden die de gemeente Aalten bij het SVn heeft ondergebracht, is in het kader van de Woonvisie 2010-2020 jaarlijks € 40.000,00 geoormerkt voor gemeentelijke stimuleringsleningen voor det instandhouding van gemeentelijke monumenten.
Als monument wordt ieder object in de gemeente Aalten aangemerkt dat op grond van de ‘Erfgoedverordening gemeente Aalten 2011’ op de gemeentelijke monumentenlijst is geplaatst. Monumenten kunnen bestaan uit een samengesteld geheel van een hoofdobject met, daarbij behorende, aparte onderdelen zoals bijvoorbeeld interieuronderdelen. In die gevallen geldt dat de kosten voor de instandhouding van die bijbehorende onderdelen in de stimuleringslening mogen worden meegenomen mits de betreffende onderdelen ook als beschermenswaardig in de redengevende beschrijving zijn aangeduid.
onderhoud, restauratie = instandhouding
Tussen onderhoud en restauratie is niet altijd een scherpe grens te trekken. Toch zijn er wel verschillen in aan te geven. Het gaat daarbij om aard en omvang van de werkzaamheden. Onderhoudswerkzaamheden zijn naar hun aard meer gericht op het op peil houden van de bouwkundige staat van het gebouw. Naar omvang gaat het om vervanging en herstel van onderdelen die binnen de totaliteit van het gehele object een beperkte betekenis hebben. Voor wat onder onderhoudswerkzaamheden wordt verstaan, wordt verwezen naar de in de ‘Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en molens 2007’ aangegeven werkzaamheden.
Restauratiewerkzaamheden zijn naar hun aard meer gericht op het herstel van het casco van het gebouw. Naar omvang gaat het dan om de vervanging of herstel van wezenlijke onderdelen van het gebouw. Van restauratie wordt ook gesproken indien sprake is van de uitvoering van een groot aantal onderhoudswerkzaamheden tegelijk. Voor wat onder restauratiewerkzaamheden wordt verstaan, wordt verwezen naar de in de ‘Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en molens 2007’ aangegeven werkzaamheden. Aangezien beide begrippen gericht zijn op het in goede staat houden c.q. herstellen van het gemeentelijk monument, met andere woorden: in stand houden wordt in deze verordening uitgegaan van het begrip ‘instandhouding’.
Zowel bij onderhoud als bij restauratie dienen de werkzaamheden te zijn gericht op handhaving en herstel van een historisch verantwoorde staat van het gemeentelijk monument. De beschreven monumentale waarden van het gemeentelijk monument mogen dus niet worden aangetast door de werkzaamheden.
Alleen die kosten komen voor de stimuleringslening in aanmerking die noodzakelijk zijn om die onderdelen van een gemeentelijk monument, die monumentale / cultuurhistorische waarden bezitten, te herstellen of te conserveren. Voor de subsidieabele kosten verwijzen wij naar ‘Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en molens 2007’. Onder subsidiabele kosten worden ook het verrichten van een bouwhistorisch onderzoek of een haalbaarheidsonderzoek en het opstellen van een restauratieplan gerekend.
Niet subsidiabel zijn dan ook de volgende kosten:
Indien u plannen heeft gemaakt voor het instandhouden van uw gemeentelijk monument, wil de gemeente aan de realisatie daarvan graag meewerken. De gemeente is daarom bereid om voor een gedeelte van de kosten een ‘goedkope’ lening te verstrekken. Dat wordt de ‘Gemeentelijke Stimuleringslening’ genoemd. Deze lening wordt beheerd door het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVn). Indien u aan de voorwaarden van het SVn voldoet is de gemeente bereid garant te staan voor het te lenen bedrag.
Artikel 4 Gemeentelijke stimuleringslening
Lid 1: Er is een ondergrens van € 5.000,-- ingebouwd aan subsidiabele kosten voor het plan die voor een stimuleringslening in aanmerking komt. Lid 2: Voor onderhouds- en restauratiekosten kan op grond van de een ‘Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en molens 2007’ voor een gemeentelijk monument een subsidie verkregen worden. De Provincie Gelderland verdubbelt dit bedrag. Indien de onderhouds- of restauratiekosten hoger zijn kan, onder aftrek van verleende subsidies, voor het resterende bedrag een gemeentelijke stimuleringslening toegekend worden. Het SVn adviseert in eerste instantie over de vast te stellen maximale lening en looptijd. Aan de hand van de zogenaamde BKR-toetsing kan beoordeeld worden of en in hoeverre de aanvrager in staat is om aan zijn verplichtingen te voldoen. Deze toetsing is vergelijkbaar met die voor hypotheekaanvragen waarvoor mensen Nationale Hypotheekgarantie aanvragen.
Lid 4: Van zeer urgente restauratie c.q. onderhoud is sprake wanneer het object, blijkens een onafhankelijke inspectierapport (zie hieronder), constructief in zeer slechte staat is. De gevraagde voorzieningen dienen op de kortst mogelijke termijn te worden uitgevoerd om een goede instandhouding van het gemeentelijk monument te waarborgen.
Aanvragen moeten compleet zijn om in behandeling genomen te kunnen worden. Conform de bepalingen in de Algemene Wet Bestuursrecht (artikel 4:5) krijgt een aanvrager de tijd om ontbrekende stukken of informatie alsnog aan te leveren. Hiervoor wordt in principe een termijn gehanteerd van 4 weken. Al naar gelang de omvang van de in te leveren stukken of informatie kan deze termijn worden aangepast. Als de betreffende termijn wordt overschreden wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.
Het te overleggen recente inspectierapport, inhoudende niet ouder dan twee jaar, dient bijvoorbeeld van de Monumentenwacht, een monumentenadviesbureau of een erkende restauratiearchitect te zijn. Een gewaarmerkt afschrift van de koopakte en/of gewaarmerkt uittreksel uit het kadaster geldt als bewijs van eigendom.
Voor de beslistermijn is aangesloten bij de termijn zoals gesteld in de Algemene Wet Bestuursrecht (artikel 4:13). Daarbij is op basis van artikel 4:14 AWB aangegeven dat de beslissing ten hoogste maximaal 8 weken kan worden verlengd.
Voorwaarde is dat de voorzieningen worden uitgevoerd door een op het gebied van monumenten erkend vakbedrijf. Controle op de uitgevoerde werkzaamheden gebeurt door de afdeling Omgeving van de Gemeente Aalten. Daarnaast kan als aanvullende eis worden gesteld dat er een rapportage van een monumentenadviesbureau wordt overgelegd.
Artikel 10 Kenmerken gemeentelijke stimuleringslening
Lid 6: Ten aanzien van het toe te passen rentepercentage wordt uitgegaan van een rente die een aantal procenten onder de actuele marktrente zal liggen. De gemeente is uiteraard helemaal vrij om te bepalen welk rentepercentage zij hanteert. Indien marktontwikkelingen hier aanleiding toe geven kan de hoogte van de rente dienovereenkomstig worden bijgesteld. Dit gebeurt in overleg met het SVn. De looptijd wordt, op advies van het SVn, door het college vastgesteld.
Lid 8: Extra aflossing betekent dat hierdoor sneller(e) hervulling van het gemeentelijk stimuleringsfonds ontstaat. Dit is gunstig en daarom geen enkel probleem.
Als het leningsplafond is bereikt worden er geen nieuwe verplichtingen meer aangegaan. Aanvragen die op grond hiervan worden afgewezen kunnen het volgende jaar weer opnieuw worden ingediend.
Artikel 13 Vaststelling lening
Binnen 8 weken na ontvangst van de – volledige – gereedmelding stelt het college de lening definitief vast. De werkelijk gemaakte goedgekeurde subsidiabele kosten zijn de basis voor het definitieve leningsbedrag.
Gehele of gedeeltelijke intrekking van de lening kan gebeuren als er zonder schriftelijke toestemming van het college afgeweken is van de gestelde voorwaarden. Het feit dat een lening op grond van onvolledige of onjuiste gegevens is verstrekt kan ook reden zijn om de lening geheel of gedeeltelijk in te trekken. De lening wordt in ieder geval ingetrokken als de werkzaamheden niet doorgaat.
Artikel 15 Afwijkingen en voorwaarden gemeentelijke stimuleringsregeling
Voor afwijkingen op plannen is vooraf schriftelijk toestemming nodig van burgemeester en Wethouders. Een boete is dan uiteraard overbodig.
De hardheidsclausule geeft het college de mogelijkheid om in bijzondere gevallen van deze verordening af te wijken. Dit mag echter alleen maar als deze afwijking de strekking van de regeling niet onaanvaardbaar aantast.