B E S L U I T :
vast te stellen de verordening dode gezelschapsdieren Waterland 2012.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:
- a.
wet: de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
- b.
houder: eigenaar, houder of hoeder;
- c.
gezelschapsdieren: alle kleine dieren van soorten die gewoonlijk door de mens worden gevoed en gehouden, doch niet gegeten, en die niet voor veeteelt worden gehouden;
- d.
ondernemer: conform artikel 81e van de wet de eigenaar of exploitant van een door Onze Minister erkend categorie 1-verwerkingsbedrijf of een categorie 2-verwerkingsbedrijf.
Artikel 2 Verzamelplaats
Burgemeester en wethouders wijzen één of meer verzamelplaatsen aan, waar dode gezelschapsdieren in ontvangst worden genomen.
Artikel 3 Aangeven en bewaren van dode (gezelschaps)dieren
- 1.
De houder is verplicht uiterlijk op de eerste werkdag, die volgt op de dag waarop dode (gezelschaps)dieren zijn aangetroffen, deze dieren te vervoeren naar een aangewezen verzamelplaats, daar aan te geven en af te staan.
- 2.
Tot het tijdstip van afgifte moet de houder de dode gezelschapsdieren zodanig bewaren dat vermenging met ander materiaal wordt voorkomen.
Artikel 4 Begraven, cremeren, tussenkomst dierenarts
De artikelen 2 en 3 zijn niet van toepassing indien:
- a.
dode gezelschapsdieren worden verwijderd door begraving op een terrein dat ter beschikking staat van de houder;
- b.
dode gezelschapsdieren worden begraven of gecremeerd bij een erkend dierenbegraafplaats/-crematorium;
- c.
de houder het gezelschapsdier laat inslapen door tussenkomst van een dierenarts, die ervoor zorgt dat dit dier ter verwerking wordt aangeboden aan de ondernemer.
Artikel 5 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van bekendmaking.
Artikel 6 Citeerbepaling
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening dode gezelschapsdieren Waterland 2012.