Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Haarlem

Verordening winkeltijden Haarlem 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Haarlem
Officiële naam regelingVerordening winkeltijden Haarlem 2012
CiteertitelVerordening winkeltijden Haarlem 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpwinkel, tijden, Winkeltijdenwet

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regling vervangt Verordening winkeltijden 2004​

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Winkeltijdenwet, art. 3
  2. Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-03-201201-01-2012art. 2a

08-03-2012

Stadskrant, 15-03-2012

2011/442326
01-03-201223-03-2012Nieuwe regeling

22-12-2011

Stadskrant, 19-01-2012

2011/560284

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening winkeltijden Haarlem 2012

De raad van de gemeente Haarlem,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op de Winkeltijdenwet en het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening winkeltijden Haarlem 2012

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    vrijstellingenbesluit: besluit van 21 maart 1996, houdende verlening van enige vrijstellingen van de verboden van de Winkeltijdenwet (Staatsblad 1996, nr. 183);

  • c.

    winkel: een winkel als bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • d.

    feestdag: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag;

  • e.

    college: het college van burgemeester en wethouders

  • f.

    warme bakker: degene die tijdens normale bedrijfsvoering in hoofdzaak brood en banket verkoopt

  • g.

    bloemenhandelaar: degene die tijdens normale bedrijfsvoering in hoofdzaak bloemen verkoopt

Artikel 2. Beslistermijn
  • 1. Het college beslist op een aanvraag om een ontheffing binnen 8 weken.

  • 2. Het college kan de beslissing voor ten hoogste 6 weken verdagen.

Artikel 3 Weigeringsgronden ontheffingen

Het college kan weigeren een ontheffing te verlenen indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel/standplaats op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling.

Artikel 4. Overdracht van de ontheffing
  • 1. Een ontheffing op grond van deze verordening is overdraagbaar na verkregen toestemming van het college.

  • 2. In geval van een voorgenomen overdracht doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 5. Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten dit noodzakelijk maken in verband met het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen 3 maanden;

  • f.

    de houder dit aanvraagt.

Hoofdstuk 2 Vrijstellingen en ontheffingen

Artikel 6. Vrijstelling zon- en feestdagen ten behoeve van het toerisme
  • 1. Van de verboden vervat in artikel 2, eerste lid onder a en b, en tweede lid van de wet wordt vrijstelling verleend op zon- en feestdagen tussen 12.00 en 18.00 uur.

  • 2. Van de verboden vervat in artikel 2, eerste lid onder a en b, en tweede lid van de wet wordt voor warme bakkers en bloemenhandelaren vrijstelling verleend op zon- en feestdagen tussen 08.00 en 18.00 uur.

  • 3. Van het verbod vervat in artikel 2, tweede lid van de wet wordt voor standplaatsen op een evenemententerrein vrijstelling verleend op zon- en feestdagen tijdens de tijden genoemd op de bijbehorende evenementenvergunning, voor zover de standplaatsen deel uitmaken van deze evenementenvergunning.

  • 4. Het college kan nadere beperkingen en voorschriften opleggen aan de vrijstelling zoals genoemd in het eerste en tweede lid.

Artikel 7. Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties
  • 1. Het college kan voor wat betreft zon- en feestdagen ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet genoemde verboden ten behoeve van:

    • a.

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    • b.

      het uitstallen van goederen;

    • c.

      tentoonstellingen in kunstateliers en galeries

  • 2. De ontheffing kan worden verleend in geval van feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen of beurzen.

Artikel 8. Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur
  • 1 Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden, bedoeld in artikel 2, eerste lid onder c, en tweede lid van de wet.

  • 2. Het verbod in artikel 2, eerste lid onder c, van de wet geldt niet op vrijdag voor Pinksteren van 22.00 tot 24.00 uur en op zaterdag voor Pinksteren van 00.00 tot 06.00 uur.

  • 3. Van het verbod vervat in artikel 2, tweede lid van de wet wordt voor standplaatsen op een evenemententerrein vrijstelling verleend op werkdagen tijdens de tijden genoemd op de bijbehorende evenementenvergunning, voor zover de standplaatsen deel uitmaken van deze evenementenvergunning.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 9. Intrekking voorgaande regeling

De Verordening winkeltijden 2004 (raadsstuk 191/2003 van 9 september 2003) wordt ingetrokken.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2012.

Artikel 11. Overgangsbepalingen

Artikel 9 lid 1 van de Verordening winkeltijden 2004 blijft nog gedurende 1 jaar na inwerkingtreding van deze verordening van kracht.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening winkeltijden Haarlem 2012.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de definitie van winkel wordt verwezen naar artikel 1 van de Winkeltijdenwet. Daarin is een winkel gedefinieerd als: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht.

Voor de omschrijving van het begrip feestdag is aansluiting gezocht bij artikel 2, eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet. In de wet is geen definitie opgenomen van feestdag, maar worden de volgende dagen genoemd als dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn (naast de zondag): Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag. Deze dagen zijn in artikel 1 van de modelverordening gedefinieerd als feestdag. Daarnaast noemt artikel 2, eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn vanaf 19.00 uur: Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen dus niet onder het begrip feestdag in de modelverordening.

Koninginnedag en Bevrijdingsdag (5 mei) zijn, voor zover deze dagen niet op zondag vallen, in de wet niet aangemerkt als een dag waarop de winkels gesloten moeten zijn.

Een kiosk die niet door het publiek betreden kan worden, wordt in deze verordening gelijkgesteld aan een standplaats.

Artikel 3. Overdracht van de ontheffing

De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van het college. De ontheffing kan aan een (rechts)persoon worden verleend als het gaat om straatverkoop als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Winkeltijdenwet. Als het om een winkel gaat, heeft de ontheffing naar zijn aard betrekking op het pand waarin het winkelbedrijf wordt uitgeoefend. Als het om een ontheffing voor straatverkoop gaat biedt de tussenkomst het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de bedrijfsvoering van de opvolger. Als het gaat om overdracht van het winkelpand aan een ander rechthebbende, moet het college kunnen toetsen of de ontheffing in stand kan blijven of dat er eventueel andere voorschriften aan moeten worden verbonden. Er kan immers sprake zijn van een heel ander soort winkel dan voorheen.

Artikel 6. Vrijstelling zon- en feestdagen ten behoeve van toerisme

De grondslag van het artikel is artikel 3, derde lid, onder a van de Winkeltijdenwet. De vrijstelling is verleend door de raad en geldt voor de tijdstippen 12.00 tot 18.00 uur. Warme bakkers en bloemenhandelaren mogen echter open vanaf 08.00 uur.

Het toeristische regime en de relatie met de zondagsrust is toegelicht in de nota “Definitief besluit vrije koopzondagen”, STZ/EC/2011/278807.

Voor verkoop tijdens een evenement op zon- en feestdagen is geen ontheffing noodzakelijk, waar zover de verkoop deel uitmaakt van de evenementenvergunning. Verkoop mag alleen plaatsvinden tijden de evenemententijden. Dit betreft alleen verkoop vanuit standplaatsen.

Artikel 7. Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties

Dit artikel steunt op artikel 4, tweede lid, Winkeltijdenwet

Uit de bewoordingen van artikel 4, eerste lid, van de Winkeltijdenwet in relatie tot die van 3, vierde lid volgt dat deze ontheffing zowel op aanvraag als ambtshalve kan worden verleend.

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor de zon- en feestdagen voor bijzondere situaties. De wet laat hierin de gemeenten beleidsvrijheid. Met gebruikmaking van deze beleidsvrijheid kan de ontheffing verleend worden voor tentoonstellingen in kunstateliers en galeries. De achtergrond van deze bijzondere status voor kunstateliers en galeries is dat de mogelijkheden voor kunstenaars aan hun werk bekendheid te geven door middel van (verkoop)tentoonstellingen niet te zeer aan banden gelegd mag worden. Bovendien spelen concurrentieoverwegingen hier nauwelijks een rol, gezien het individuele karakter van de betrokken voorwerpen.

Aangezien de winkels met deze verordening op iedere zon- en feestdagen open mogen, worden voor jaarlijks terugkerende dagen als feestdagen, moeder-/vaderdag, landelijke fietsdag etc. geen ontheffing van de winkeltijden verleend Een jubileum (5- jaarlijks) wordt wel als bijzonder gelegenheid van tijdelijke aard gezien.

De ontheffing kan onder beperkingen en voorschriften worden verleend.

Artikel 8. Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur

Dit artikel steunt op artikel 7, tweede lid, van de Winkeltijdenwet. In afzonderlijke gevallen kan een ontheffing worden verleend. Per geval is dan een afweging te maken of de gewenste openstelling zich verhoudt met belangen van de woon- en leefomgeving, de veiligheid en de openbare orde.

De ontheffing kan onder beperkingen en voorschriften worden verleend.

In het Vrijstellingenbesluit is voor een aantal overige vormen van detailhandel alleen de openstelling op zon- en feestdagen geregeld. De openstelling van deze vormen van detailhandel op de uren tussen 22.00 en 06.00 uur op werkdagen wordt door de verordening geregeld.

Voor verkoop tijdens een evenement op werkdagen voor 06.00 uur en na 22.00 uur is geen ontheffing noodzakelijk, waar zover de verkoop deel uitmaakt van de evenementenvergunning. Verkoop mag alleen plaatsvinden tijdens de evenemententijden. Dit betreft alleen verkoop vanuit standplaatsen.

Artikel 11: Overgangsbepalingen

In de verordening van 2004 is bepaald dat souvenirswinkel op iedere zon- en feestdag open mogen zonder dat hierbij openingstijden opgelegd zijn. Om uniforme winkeltijden te krijgen, is dit nog 1 jaar toegestaan. Dan geldt voor iedere winkel/standplaats de openingstijden van 12.00 tot 18.00 uur, met uitzondering van de warme bakkers en bloemenhandelaren die om 08.00 uur open mogen.