Organisatie | Horst aan de Maas |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële verordening gemeente Horst aan de Maas 2012 |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Horst aan de Maas 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 212 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2015 | Onbekend | 20-12-2011 Elektronisch gem.blad 29-12-2011 | Onbekend |
Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen
Bijlage van gemeenteblad 2011, no. 161.
De raad van de gemeente Horst aan de Maas;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 november 2011, gemeenteblad 2011, no. 161;
gelezen de aanbevelingen van de auditcommissie van 5 september 2011,
gelet op het bepaalde in artikel 212 van de Gemeentewet;
onder intrekking van de financiële verordeningen, zoals vastgesteld door de gemeenteraden van de voormalige gemeenten Horst aan de Maas, Sevenum en Meerlo-Wanssum,
De verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organ i satie.
In deze verordening wordt verstaan onder:
Iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie die als zodanig een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan de gemeentesecretaris heeft.
Het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
Het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie, teneinde te komen tot een goed inzicht in:
Het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.
Het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten.
Het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten.
Het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.
De mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.
Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording
De raad stelt, desgewenst, bij de aanvang van een nieuwe raadsperiode een programma-indeling voor de komende raadsperiode vast.
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken.
De in de begroting en jaarstukken opgenomen analyses van verschillen e.d. worden voorzien van een toelichting als er sprake is van een verschil, bezien per saldo en per product of investering, van € 50.000 of meer. Hierin worden niet meegenomen de kapitaallasten en de aan de producten toegerekende kosten van de bedrijfsvoering. Deze worden afzonderlijk en in totaliteit toegelicht.
In de programmabegroting en -rekening wordt een overzicht gegeven van de toedeling van de producten uit de productenraming aan de programma’s.
Het college stelt uiterlijk 1 juli van het begrotingsjaar een kadernota op waarin de kaders voor het volgende begrotingsjaar en de drie daaropvolgende jaren zijn vastgelegd. In deze nota worden de uitkomsten van het kaderstellend debat van de gemeenteraad verwerkt, evenals de bevindingen uit de rapportage van de begrotingsuitvoering (bedoeld in artikel 7) en de jaarstukken (bedoeld in artikel 10).
Artikel 8. Voortgangsrapportages
Het college informeert de raad door middel van twee voortgangsrapportages over de realisatie van de begroting en de ontwikkeling van de hierin opgenomen budgetten.
Artikel 9 Raadsinformatiebrief
Als hiervoor naar het oordeel van het college in het kader van de actieve informatieplicht aanleiding is wordt de raad over specifieke onderwerpen geïnformeerd via een raadsinformatiebrief.
Hoofdstuk 3. Financieel beleid
Waardering en afschrijving vaste activa
Op voorstel van het college stelt de raad een nota activabeleid vast. In deze nota worden de uitgangspunten vastgelegd voor de waardering en afschrijving van de vaste activa van de gemeente. Tenminste eens per vier jaar wordt beoordeeld of deze nota moet worden aangepast.
Artikel 12. Waardering debiteuren en overige vorderingen
De debiteuren en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor te verwachten oninbare vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd.
Artikel 13. Reserves en voorzieningen
Op voorstel van het college stelt de raad een nota reserves en voorzieningen vast. De nota behandelt:
Tenminste eens per vier jaar wordt beoordeeld of deze nota moet worden aangepast.
Voor het bepalen van de kostprijs van producten en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden meegenomen de indirecte kosten, die niet direct met een product of dienst samenhangen.
Het college legt de doelstellingen, uitgangspunten en richtlijnen van de financieringsfunctie vast in een treasurystatuut. Tenminste eens per vier jaar wordt beoordeeld of dit statuut moet worden aangepast.
Artikel 16. Registratie bezittingen, activa en vermogen
Het college draagt zorgt voor een actuele registratie van bezittingen, activa en vermogen.
Artikel 17. Aanbesteding en inkoop
Het college draagt zorg voor en legt vast de interne regels voor de inkoop en aanbesteding van leveringen, diensten en werken, alsmede de algemene inkoopvoorwaarden daarvoor. Tenminste eens per vier jaar wordt beoordeeld of deze regels moeten worden aangepast.
De kaders voor het voeren van risicomanagement en het omgaan met het gemeentelijk weerstandsvermogen worden vastgelegd in een nota risicomanagement en weerstandsvermogen, die het college ter vaststelling voorlegt aan de gemeenteraad. Ten minste eens per vier jaar wordt beoordeeld of deze nota moet worden aangepast.
Hoofdstuk 4 Financieel beheer en interne controle
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de rechtmatige verantwoording van de financiële beheershandelingen. Het college legt de kaders en de reikwijdte van de interne controle vast in een intern controleplan. De uitkomsten van de interne controle worden periodiek gerapporteerd aan het management en het college. Bij geconstateerde afwijkingen neemt het management maatregelen tot herstel.