Organisatie | Zwolle |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement naamgeving en nummering. |
Citeertitel | Reglement naamgeving en nummering 2012 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Ruimtelijke ordening |
Externe bijlagen | Bijlage 3 Werkinstructie Bijlage 1 Nen normen naam en nummer dragers Bijlage 2 objectenhandboek voor Zwolle |
Administratieve- en technische uitvoeringsvoorschriften voor naamgeving van openbare ruimte en nummering van bedrijfsobjecten (beleidsregel)
Verordening naamgeving en nummering 2012
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-12-2017 | wijziging artikel 3 lid 2 | 28-11-2017 | cb 2017-11.28 | ||
02-02-2012 | 01-01-2012 | 21-12-2017 | nieuwe regeling | 10-01-2012 De Peperbus 25 januari 2012 | cb 2012-01.10 |
In dit reglement wordt verstaan onder:
Het college van burgemeester en wethouders van Zwolle
Degene die door of namens de gemeente belast is met het aanbrengen van naam- en nummerdragers
Verordening naamgeving en nummering
5.Gemeentelijk objectenhandboek:
Interne schriftelijke richtlijnen voor het afbakenen van panden en verblijfsobjecten
6.Werkinstructie afbakening panden en verblijfsobjecten
Interne schriftelijke werkinstructie die als hulpmiddel dient bij de afbakening van panden en verblijfsobjecten
Basisregistraties Adressen en Gebouwen; een registratie van authentieke gegevens voor adressen en gebouwen
Register met authentieke gegevens van adressen en gebouwen
De Landelijke Voorziening voor de BAG
In een basisregistratie opgenomen gegeven dat bij of krachtens de wet als authentiek is aangemerkt
Een benaming, bestaande uit een combinatie van woonplaatsnaam, naam openbare ruimte en nummeraanduiding, die door het college is toegekend aan een als zodanig aangewezen adresseerbaar object.
Adres dat niet gebaseerd is op rechtsgronden vanuit de wet BAG, die gebruikt wordt om een locatie aan te duiden.
De kleinste, bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig constructief zelfstandige
eenheid, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
14.Adresseerbaar object authentiek:
Een verblijfsobject, ligplaats of standplaats. Andere objecten hebben geen authentiek adres
De kleinste functioneel zelfstandige binnen één of meerdere gebouwen gelegen en afsluitbare eenheid van gebruik die geschikt is voor woon-, bedrijfsmatige-of recreatieve doeleinden en die ontsloten wordt via een eigen toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte en dat onderwerp kan zijn van rechtshandelingen.
Een door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen plaats in het water al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, die bestemd is voor het permanent afmeren van een voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikt vaartuig.
Een door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen terrein of gedeelte daarvan dat bestemd is voor het permanent plaatsen van een niet direct en niet duurzaam met de aarde verbonden en voor woon -, bedrijfsmatige, of recreatieve doeleinden geschikte ruimte.
Eenieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht de beschikking heeft over een onroerende zaak, alsmede de beheerder.
Een ligplaats, standplaats of verblijfsobject, niet zijnde een serie garagebox, garage of bedrijfspand aan of bij woning of authentiek? gebouw voor openbaar nut zijnde.
Een garage die onderdeel uitmaakt van een reeks aaneengesloten garages die functioneel ten dienste staan van meerdere hoofdgebouwen.
Bord waarop een toegekende naam is aangebracht, bijvoorbeeld een straatnaambord.
Bord waarop een toegekend nummer is aangebracht, bijvoorbeeld een huisnummerbord.
Een Arabisch nummer of alfabetische letter die numeriek of alfabetisch volgt op respectievelijk het nummer of de letter van het naastliggende authentieke huisnummer met dezelfde naam voor aanliggend openbaar gebied.
Door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van dit uitvoeringsbesluit.
Voor de overige begrippen, voor zover hier niet genoemd, wordt aangesloten bij de begripsom-schrijvingen uit de Verordening naamgeving en nummering van 2012.
Artikel 5 Richtlijnen voor het consulteren van de bevolking bij naamgeving
1.Bij het toekennen van namen aan sportparken, gemeentelijke gebouwen en bossen of thema’s voor straatnamen kan het college besluiten de bevolking te consulteren.
2.Elk verzoek om de bevolking te consulteren wordt ingediend bij de commissie naamgeving.
3.Als het verzoek de benoeming van een ander deel van de openbare ruimte betreft dan bedoeld in het eerste lid, beoordeelt de commissie of het verzoek zich leent voor consultatie en adviseert het college hierover.
Artikel 10 Nummeren van meergezinsgebouwen (met meerdere bouwlagen)
Als er in een gebouw meerdere woningen per verdieping aanwezig zijn met één gezamenlijk trappenhuis - de zogenoemde portiekwoningen - geschiedt de nummering verticaal. Daarbij wordt eerst de linkerzijde van het portiek van beneden naar boven genummerd en vervolgens de rechterzijde van beneden naar boven.
Als er op de begane grond van een gebouw als bedoeld in het tweede lid, andere objecten zijn gelegen die genummerd worden, is van belang waar de toegang tot de galerijflat is gelegen ten opzichte van de toegang van die andere objecten. Ligt de toegang van dat object vóór de toegang tot de galerijflat dan wordt eerst dat object genummerd en vervolgens de woningen van de er achter liggende galerijflat. Ligt de toegang van dat object ná de toegang tot de galerijflat dan worden eerst de woningen van de galerijflat genummerd en vervolgens het er achter gelegen object.
Artikel 14 Werkwijze nummering parkeergarage
Het authentieke nummer voor een parkeergarage bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer, gevolgd door de hoofdletter A en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45A1).
Artikel 15 Werkwijze nummering berging
Het authentieke nummer voor een berging, waarvan niet vaststaat bij welk verblijfsobject het hoort, bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer, gevolgd door de hoofdletter B en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45B1).
Artikel 16 Werkwijze nummering telefooncentrale
Het authentieke nummer voor een telefooncentrale bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer, gevolgd door de hoofdletter C en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45C1).
Artikel 17 Werkwijze nummering distributiestation voor gas of water
Het authentieke nummer voor een distributiestation voor gas of water bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer, gevolgd door de hoofdletter D en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45D1).
Artikel 18 Werkwijze nummering serie garagebox
Het authentieke nummer voor een serie garagebox - die niet gerelateerd kan worden aan een bijbehorend verblijfsobject of nummeraanduiding, zoals bedoeld in artikel 28 - bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer, gevolgd door de hoofdletter G en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45G1).
Artikel 19 Werkwijze nummering kiosk
Het authentieke nummer voor een kiosk bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer, gevolgd door de hoofdletter K en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45K1).
Artikel 20 Werkwijze nummering loods
Het authentieke nummer voor een loods bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer, gevolgd door de hoofdletter L en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45L1).
Artikel 21 Werkwijze nummering nutsvoorziening
Het authentieke nummer voor een gebouw voor nutsvoorzieningen bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer, gevolgd door de hoofdletter N en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45N1).
Artikel 22 Werkwijze nummering pinautomaat
Het authentieke nummer voor een pinautomaat bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer, gevolgd door de hoofdletter P en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45P1).
Artikel 23 Werkwijze nummering rioolgemaal of onderbemaling
Het authentieke nummer voor een rioolgemaal bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer, gevolgd door de hoofdletter R en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45R1).
Artikel 24 Werkwijze nummering stook- of ketelruimte
Het authentieke nummer voor een stook- of ketelruimte bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer, gevolgd door de hoofdletter S en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45S1).
Artikel 25 Werkwijze nummering transformatorhuisje
Het authentieke nummer voor een transformatorhuisje bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer, gevolgd door de hoofdletter T en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45T1).
Artikel 26 Werkwijze nummering vakantie- of recreatiehuisje
Het authentieke nummer voor een vakantie- of recreatiehuisje bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer, gevolgd door de hoofdletter V en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45V1).
Artikel 27 Werkwijze nummering brugwachtershuisje
Het authentieke nummer voor een brugwachtershuisje bestaat uit het nummer van het dichtst bij gelegen authentieke nummer, gevolgd door de hoofdletter W en aansluitend een getal dat een opvolgend nummer weergeeft (bijvoorbeeld 45W1).
Artikel 28 Werkwijze nummering garage of bedrijfspand aan woning
Het authentieke nummer voor een garage of bedrijfspand aan een woning, waarbij de garage door het feitelijk gebruikt valt aan te merken als een afzonderlijk verblijfsobject, bestaat uit het authentieke nummer van de woning waaraan een opvolgende letter of nummertoevoeging wordt toegevoegd.
Artikel 29 Werkwijze nummering later geplaatst hoofdgebouw of bedrijfspand bij woning
Het authentieke nummer voor een later geplaatst hoofdgebouw of bedrijfspand bij een woning bestaat uit de cijfers van het authentieke huisnummer van de genoemde woning waaraan een opvolgende letter of nummertoevoeging wordt toegevoegd.
Ingangsdatum, registratie, openbaarmaking en bekendmaking van toegekende namen en nummers
Artikel 30 Ingangsdatum van namen
Toegekende namen gaan in op de datum dat het college hiertoe besluit of op de datum die in het besluit is vermeld.
Artikel 31 Ingangsdatum van nummers
Een toegekend nummer gaat in op de datum waarop het in het “besluit naamgeving en nummering” is vastgesteld of op de datum die voor dat nummer in het dat besluit vermeld.
Artikel 32 Registratie van namen en nummers
Toegekende namen voor de authentieke openbare ruimte en authentieke nummers voor verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen worden in het BAG-register vastgelegd en gemeld aan de Landelijke Voorziening.
Wijziging van namen en nummers
Artikel 37 Zorgvuldigheidsnormen bij vernaming of vernummering
Als een bedrijf in alle redelijkheid kan aantonen meer kosten te hebben voor het wijzigen dan het onder lid 2 vastgestelde bedrag - wordt na een opgave van de totaal geleden schade -100 % vergoed van het deel tot € 500,00; 75 % van het deel tussen € 500,00 en € 1.000,00 en 50 % van het deel dat hoger is dan € 1.000,00.
Artikel 44 Specifieke eisen nummerdragers
Een alternatieve nummerdrager dan die, bedoeld in het voorgaande lid, is alleen toegestaan als die in elk geval voldoet aan de voorwaarden van het eerste lid en vijfde lid van artikel 42 of als naast die nummerdrager de oorspronkelijke - door of vanwege de gemeente aangebrachte - nummerdrager gehandhaafd blijft.
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2012
Bijlage 1: Nen-normen voor naam- en nummerdragers
Bijlage 2: Objectenhandboek voor Zwolle
Bijlage 3: Werkinstructie afbakening panden en verblijfsobjecten
Het huidige “Reglement naamgeving en nummering” is op 1 juni 2009 in werking getreden. Sinds 1 juli 2009 is de Wet basisregistraties adressen en gebouwen” van kracht. Deze wet is onderdeel van een programma van de rijksoverheid waarbij meerdere basisregistraties tot stand komen.
Een basisregistratie heeft als doel om een bepaalde soort gegevens op een eenduidige manier eenmalig vast te leggen en binnen de overheid meervoudig te gebruiken. Daarnaast worden basisregistraties ingericht om de kans op fraude terug te dringen.
Elke gemeente is verplicht om voor haar grondgebied tenminste één woonplaats vast te stellen. Dit is om aan te sluiten bij het postcoderegime, waarbij de postcode is gekoppeld aan een straat en een woonplaats (niet een gemeentenaam).
De gemeente Zwolle heeft bij het verdelen van het grondgebied in stadsdelen, wijken en buurten voor het gehele grondgebied de woonplaats Zwolle vastgesteld. Dit betekent dat kernen en buurtschappen niet van een afzonderlijke woonplaatsnaam zijn of worden voorzien. Een en ander betekent ook dat elke postcode in Zwolle begint met 80.
De verdeling in stadsdelen, wijken en buurten geeft een geografische verdeling die steeds verfijnder wordt. Een stadsdeel is de grootste eenheid, een buurt de kleinste. Deze delen worden met cijfers en namen aangeduid.
Overigens is de woonplaatsnaam eerder vastgesteld in artikel 2, lid 1 van het “Reglement naamgeving en nummering 2004”. Dat artikel blijft van kracht en wordt in het nieuwe reglement feitelijk herhaald.
Onder veldnamen wordt verstaan: Namen van stukjes land die in de herinnering zijn blijven bestaan.
Voor de Basisregistraties adressen en gebouwen (BAG) geldt een maximum aantal karakters van 80 voor een naam voor de openbare ruimte. De Wet BAG schrijft voor dat alle andere overheden de officiële BAG-schrijfwijze moeten volgen. Daar waar mogelijk wordt vanwege de lengte van de naamdragers toch zoveel mogelijk geprobeerd een naam te beperken tot 24 karakters.
Ook wordt geadviseerd om bij toekennen van namen geen voornamen, voorletters, adellijke titels of predicaten op te nemen. Elke naam dient met een hoofdletter te beginnen, ook als de naam met een voorvoegsel begint.
Voor wijken, buurten of te onderscheiden delen daarvan worden thema’s of subthema’s bedacht. Binnen dat (sub)thema worden namen verzameld die op een zogenoemde groslijst worden opgenomen en beheerd door de secretaris van de commissie. Het thema zelf wordt door het college vastgesteld.
Voor de uiteindelijke toekenning van namen wordt de door de commissie vastgestelde groslijst gebruikt. De secretaris van de commissie naamgeving kiest uit die lijst het aantal benodigde namen. Die namen worden vervolgens aan het college voorgesteld voor uiteindelijke toekenning.
Als een bestaande groslijst is uitgeput dient deze te worden aangevuld met namen die binnen dat thema passen. Hiervoor kunnen verschillende bronnen worden gebruikt zoals het archief van het Historisch Centrum Overijssel, scholen, bibliotheken, internet enzovoorts.
Verklarende onderteksten die door het college bij een straatnaam worden vastgesteld dienen niet meer dan 60 karakters te bevatten om de grootte van een bord te beperken.
De voorbereiding van besluiten tot het toekennen van namen is aan de secretaris van de commissie naamgeving toegewezen die in het voorstel aan het college het advies van de commissie verwoordt.
In dit artikel wordt aangegeven in welke gevallen de bevolking geconsulteerd kan worden.
In de BAG-regelgeving is bepaald dat bij het verlenen van een bouwvergunning het adres wordt vastgesteld.
Bij het nummeren van een object wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van een Arabisch cijfer, eventueel gevolgd door een letter. Alleen als dit niet mogelijk is, wordt gebruik gemaakt van een toevoeging .
Voor objecten, zoals beschreven in de artikelen 14 t/m 29 gelden specifieke regels.
De BAG-wetgeving schrijft voor welke objecten van een authentiek adres moet worden voorzien. Daarnaast is het mogelijk dat de gemeentelijke organisatie ook behoefte heeft aan het nummeren van andere objecten middels een niet authentiek adres. Dit adres is niet gebaseerd op rechtsgronden vanuit de wet BAG, maar wordt gebruikt om een locatie aan te duiden.Een niet authentiek adres wordt niet gemeld aan de Landelijke Voorziening.
Toelichting op artikelen 10 t/m 29
Deze artikelen spreken voor zich.
Toelichting op artikelen 30 en 31
Een naam of nummer heeft een bepaalde ingangsdatum. Voor een (straat)naam is dit de datum van het collegebesluit waarin het (deel van de) openbare ruimte is benoemd. In sommigen gevallen staat in het collegebesluit zelf een specifieke ingangsdatum. Dan geldt die datum.
Een nummer gaat officieel in op de datum van het “besluit (straat)naamgeving en (huis)nummering”, waarin dat nummer is opgenomen. Ook hier geldt dat in dat besluit een afzonderlijke ingangsdatum van een specifiek nummer kan staan. In dat geval geldt die ingangsdatum.
Namen voor (delen van) de openbare ruimte en nummers voor objecten worden geregistreerd in het gemeentelijk BAG-register. Het BAG-register is de bron van authentieke adresgegevens. Andere binnengemeentelijke applicaties zijn afnemer van het BAG-register en zijn verplicht deze adresgegevens te hanteren.
Authentieke adresgegevens die in het BAG-register worden opgenomen worden door de applicatie gemeld aan de Landelijke Voorziening. Buitengemeentelijke afnemers zijn verplicht de adresgegevens uit de Landelijke Voorziening te gebruiken.
Toelichting op artikelen 33 en 34
Nadat het college een naam heeft toegekend valt het besluit onder de Wet Openbaar Bestuur en is het een openbaar besluit. Gebruikelijk is dat een genomen besluit via het perscontact openbaar wordt gemaakt.
Bij toekenning van een naam zijn er over het algemeen geen direct belanghebbenden aan wie het besluit bekend gemaakt kan worden. Bij wijziging van een bestaande naam is dit uiteraard wel het geval.
In gevallen dat belanghebbende(n) eerst moet worden geïnformeerd omdat een besluit hen specifiek betreft, wordt een besluit onder embargo genomen. Dit betekent dat dit besluit niet via het perscontact in de openbaarheid wordt gebracht omdat de belangen van belanghebbende(n) hier mogelijk door zou(den) kunnen worden geschaad.
Bekendmaking aan bijvoorbeeld interne- en externe afnemers is van belang om de diverse administraties van bijvoorbeeld huursubsidie, belastingen, kadaster, waterschap, ministerie enzovoorts te voorzien van actuele gegevens. Die gegevens zijn voor hen van belang voor een goede uitvoering van de aan hen opgedragen (wettelijke) taken.
Besluiten over naamgeving worden bij een “besluit (straat)naamgeving en (huis)nummering” gevoegd en vervolgens gepubliceerd op de gemeentelijke internetpagina.
In een aantal gevallen, zoals in lid 1 genoemd moet een (straat)naam gewijzigd worden (verplichting). Lid 2 biedt het college daarnaast de mogelijkheid om in de daarin genoemde gevallen te besluiten tot wijziging van een (straat)naam, ook wel “vernaming” genoemd. Dit ter beoordeling van het college en na advies hierover van de commissie naamgeving.
In een aantal gevallen, zoals in lid 1 genoemd moet een (huis)nummer gewijzigd worden (verplichting). Lid 2 biedt het college daarnaast de mogelijkheid om in de daarin genoemde gevallen te besluiten tot wijziging vaan een (huis)nummer, ook wel “vernummering” genoemd.
Dit artikel bevat een aantal zorgvuldigheidsnormen die in acht worden gehouden bij een vernaming of vernummering.
Vernaming en/of vernummering vindt alleen plaats als dit noodzakelijk is. Bij nummering wordt eerst beoordeeld of het toevoegen van een letter of toevoeging aan het (huis)nummer tot een logische nummering kan leiden, waardoor vernummering achterwege kan blijven.
Als een vernaming en/of vernummering noodzakelijk blijkt wordt een eerste plan daarvoor eerst met direct belanghebbende(n) besproken, de zogenoemde beginspraak. Aan de hand van deze beginspraak wordt een voornemen opgesteld en aan direct belanghebbenden voorgelegd. Zij worden daarbij in de gelegenheid gesteld hun zienswijze naar voren te brengen. Als tijdens beginspraak blijkt dat de meerderheid van de belanghebbenden instemt met het voorstel, kan een voornemen achterwege blijven.
Bij grote(re) vernamingen en vernummeringen wordt de wijkwethouder, de wijkbeheerder en eventueel de wijkmanager geïnformeerd.
Na het beoordelen van de zienswijze(n) wordt een besluit opgesteld en aan direct belanghebbende(n) voorgelegd. Hiertegen staat bezwaar open bij het college.
Er worden minimale overgangstermijnen gehanteerd voor particulieren en bedrijven. Als deze termijn - om welke reden dan ook - korter is, wordt een standaardvergoeding verstrekt. Als bedrijf in alle redelijk aantoont meer kosten te hebben, kan het college besluiten een aanvullende vergoeding te verstrekken.
Buiten de schadeloosstelling, zoals bedoeld in het tweede en derde lid, ontvangen particulieren altijd 30 adreswijzigingskaarten, die gemeente frankeert en verzendt. Aan bedrijven wordt op verzoek een adresstempel beschikbaar gesteld.
In het vierde lid is vermeld dat dit artikel niet van toepassing is op vernaming of vernummering van objecten, zoals bedoeld in de artikelen 14 tot en met 29. Het betreft hier nummers die alleen om administratieve redenen zijn toegekend. In die gevallen is het aanbrengen van een nummerdrager ook niet verplicht
Dit artikel spreekt voor zich.
In dit artikel wordt verwezen naar NEN-normen die gehanteerd moeten worden voor een naamdrager. Deze NEN-normen zijn om praktische redenen opgenomen in een afzonderlijke bijlage die als nadere “werkinstructie” gelden bij de uitvoering van het reglement. Hierdoor is het mogelijk de bijlage te actualiseren zonder dat het noodzakelijk is een formele wijziging op het reglement aan het college voor te leggen.
In het tweede lid is bepaald dat de uitvoerder de naamdrager aanbrengt. In de praktijk wordt het plaatsen regelmatig uitbesteed aan bijvoorbeeld de aannemer of opdrachtgever van een bouwproject.
In het voormalige Zwollerkerspel werden groene borden gebruikt met geel opschrift. Sinds de gemeente Zwollerkerspel is opgeheven in 1967, komen er dus twee soorten kleurcombinaties voor op de straatnaamborden.
De thans voorgeschreven borden zijn blauw met wit opschrift. Deze dienen te worden gebruikt bij nieuwe toegekende straatnamen en bij vervanging van bestaande borden. De oude groen / gele zijn toegestaan tot vervanging nodig is. Een nieuw bord voldoet dan aan de kleurcombinatie blauw / wit.
In het vierde lid is bepaald dat straatnaamborden aan de ringwegen en op belangrijke kruisingen of splitsingen op een andere wijze mogen worden geplaatst dan in de NEN-norm is voorgeschreven. Het is sinds een aantal jaren gebruikelijk dat in die gevallen borden worden aangebracht op ongeveer 1 meter boven maaihoogte. Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat deze manier van plaatsing de leesbaarheid van het straatnaambord in die gevallen verbetert.
Zogenoemde naamverwijsborden verhogen in bepaalde gevallen de vindbaarheid van een deel van de openbare ruimte, zoals een straat. Zij kunnen worden aangebracht conform de regels voor naamdragers en nummerdragers, die in artikel 39 zijn opgenomen.
Naamverwijsborden mogen ook geïntegreerd in een naamdrager of onder een andere naamdrager aangebracht worden.
Borden met wijk- of buurtnaam, dan wel wijk- of buurtnummer worden geïntegreerd in of onder een naamdrager opgenomen.
Uit oogpunt van kostenbeheersing hoeven aanduidingen van wijk of buurt - die opgenomen worden in of onder een straatnaambord - alleen opgenomen te worden op straatnaamborden aan het begin en het eind van de straat.
Een verklarende tekst bij een straatnaam kan zowel geïntegreerd in het straatnaambord als met een afzonderlijk onderbord worden aangebracht.
Uit oogpunt van kostenbeheersing hoeven verklarende teksten alleen opgenomen te worden op of onder straatnaamborden aan het begin en het eind van de straat.
In dit artikel wordt verwezen naar NEN-normen die gehanteerd moeten worden voor nummerdragers. Deze NEN-normen zijn om praktische redenen opgenomen in een afzonderlijke bijlage die als nadere “werkinstructie” gelden bij de uitvoering van het reglement. Hierdoor is het mogelijk de bijlage te actualiseren zonder dat het noodzakelijk is een formele wijziging op het reglement aan het college voor te leggen.
In het tweede lid is bepaald dat de uitvoerder de nummerdrager aanbrengt. In eerste instantie is Wijkzaken hiervoor verantwoordelijk. In de praktijk wordt het plaatsen regelmatig uitbesteed aan bijvoorbeeld de aannemer of opdrachtgever van een bouwproject.
De voorgeschreven nummerdrager is wit met zwart opschrift. Aan woningen worden echter vaak kunstzinniger of sierlijker nummers aangebracht door de eigenaar of huurder. Deze alternatieve nummeraanduiding is toegestaan als die voldoet aan de voorwaarden van artikel 43, vijfde lid. Een alternatieve nummerdrager is ook toegestaan als daarnaast de oorspronkelijk door of vanwege de gemeente aangebrachte nummerdrager gehandhaafd blijft. Die nummerdrager moet daarbij bovendien blijven voldoen aan de voorwaarden van leesbaarheid.
In het derde lid is de mogelijkheid geopend om een tweede nummerdrager te gebruiken. Vooral in het buitengebied komt het regelmatig voor dat bijvoorbeeld een woning zo ver van de openbare weg is gelegen dat de oorspronkelijke - door of vanwege de gemeente aangebrachte - nummerdrager niet (goed) leesbaar is. In die gevallen kan ervoor worden gekozen om direct aan de openbare weg een al dan niet reflecterende bermpaal te plaatsen waarop het nummer - eventueel aan beide zijden - is aangebracht. De gemeente Zwolle heeft - na een eenmalige actie in 2002 - besloten dat dit de verantwoordelijkheid is van de betrokkene eigenaar. Bij vermissing of beschadiging van een reflecterende bermpaal, wordt deze vervangend door de uitvoerder.
Zogenoemde nummerverwijsborden verhogen in bepaalde gevallen de vindbaarheid van een object, zoals een huis of bedrijf. Zij kunnen worden aangebracht conform de regels voor naamdragers en nummerdragers, die in artikel 43 zijn opgenomen.
Nummerverwijsborden mogen ook geïntegreerd in een naamdrager of onder een naamdrager of nummerdrager aangebracht worden.
In artikel 2, eerste lid van het “Reglement naamgeving en nummering 2004” is de woonplaatsnaam Zwolle vastgesteld voor het gehele gemeentelijk grondgebied. In het kader van de BAG-wetgeving is dat het brondocument van het toekennen van de woonplaatsnaam. Het intrekken van dit (oude) reglement geldt dus niet ten aanzien van artikel 2, eerste lid. Dat blijft onverlet van kracht en is voor de duidelijkheid ook in het nieuwe reglement weer opgenomen.
Bij dit reglement horen 3 interne werkinstructies die gebruikt kunnen worden bij de uitvoering van dit reglement.
Alle 3 interne werkinstructies moeten door het college zijn vastgesteld om rechtskracht te hebben. Ze kunnen afzonderlijk door het college worden gewijzigd, zonder dat daarbij dit reglement zelf wijzigt.