Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Simpelveld

Verordening commissie behandeling bezwaarschriften en externe klachtbehandeling, gemeente Simpelveld 2002

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSimpelveld
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening commissie behandeling bezwaarschriften en externe klachtbehandeling, gemeente Simpelveld 2002
CiteertitelVerordening commissie bezwaarschriften en externe klachtbehandeling
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling trekt de `Verordening commissie voor de behandeling van bezwaarschriften dd. 17 december 1998` in.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-07-201212-07-2012intrekking

28-06-2012

Weekblad d’r Troebadoer, 10-07-2012

R, 28-06-12
01-09-200212-07-2012nieuwe regeling

27-06-2001

Weekblad Troef, 06-08-2002

R, 27-06-02

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening commissie behandeling bezwaarschriften en externe klachtbehandeling, gemeente Simpelveld 2002

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Simpelveld;

 

ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

 

gezien het voorstel van het college van 21 mei 2002, alsmede het advies van de commissie Burgerzaken van 4 juni 2002;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en in het bijzonder op de hoofdstukken 6 en 7 (o.a. bezwaar) en hoofdstuk 9 (klachtbehandeling) van de Algemene wet bestuursrecht;

 

gehoord hebbende het oordeel van de Ondernemingsraad over hoofdstuk 4 van deze verordening;

 

besluiten vast te stellen de volgende verordening:

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
  • a.

    Bezwaar: Onder het maken van bezwaar wordt verstaan: het gebruik maken van de ingevolge een wettelijk voorschrift bestaande bevoegdheid, voorziening te vragen bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen.

  • b.

    Klacht: Onder het indienen van een klacht wordt verstaan: Een uiting van ongenoegen over de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen.

  • c.

    Gedraging: Het in een concreet geval handelen of nalaten door een bestuursorgaan. Een gedraging van een lid van het bestuursorgaan of van een persoon, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan, wordt aangemerkt als een gedraging van dat bestuursorgaan.

  • d.

    Bestuursorgaan: De gemeenteraad, het college of de burgemeester.

  • e.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht

Hoofdstuk 2 Commissie
Artikel 2 Instelling en taken commissie
  • 1.

    Er is een gemeentelijke bezwaarschriften- en klachtencommissie wier taken bestaan uit de voorbereiding van de beslissing op bezwaren en het onderzoeken en het beoordelen van en rapporteren over schriftelijke klachten aan het betrokken bestuursorgaan.

  • 2.

    De commissie is niet ondergeschikt aan enig gemeentelijk orgaan.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie
  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2.

    De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3.

    Het college benoemt een aantal plaatsvervangende leden.

  • 4.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 5.

    De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Simpelveld.

Artikel 4 Secretaris
  • 1.

    De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2.

    Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur
  • 1.

    De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van de commissie treden af op de dag van aftreden van de raad.

  • 3.

    De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 4.

    De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 Niet deelneming aan behandeling

De voorzitters, de leden en de plaatsvervangende leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaar of een klacht, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Hoofdstuk 3 Procedure behandeling bezwaarschriften
Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift
  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 8

De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend en gericht tegen besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 9 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede en zesde lid;

  • e.

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 10 Vooronderzoek
  • 1.

    De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigener beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 11 Hoorzitting
  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van het tweede besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 12 Uitnodiging hoorzitting
  • 1.

    De voorzitter van de commissie nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan tenminste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijkingen toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met derde lid.

Artikel 13 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist, dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 14 Openbaarheid zitting
  • 1.

    De zittingen van de commissie zijn openbaar

  • 2.

    De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging
  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 16 Nader onderzoek
  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigener beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo’n verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in dit hoofdstuk die betrekking hebben op de hoorzitting, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies
  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 2.

    Het advies is gemotiveerd en bevat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 3.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging
  • 1.

    Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Hoofdstuk 4 Procedure externe klachtbehandeling

(externe klachtenregeling gemeente Simpelveld)

Artikel 19 Recht indiening verzoekschrift

Eenieder heeft het recht de commissie schriftelijk te verzoeken een onderzoek in te stellen naar de wijze waarop een bestuursorgaan van de gemeente zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen.

Artikel 20 Verplichte voorprocedure (zie: interne klachtenregeling gemeente Simpelveld, vastgesteld bij raadsbesluit van 31 augustus 2000)
  • 1.

    De verzoeker dient, alvorens het verzoek aan de commissie te doen, over de gedraging een klacht in bij het betrokken bestuursorgaan, tenzij dit redelijkerwijze niet van hem kan worden gevergd.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing indien het verzoek betrekking heeft op de wijze van klachtbehandeling door het betrokken bestuursorgaan.

Artikel 21 Indienen verzoekschrift

Artikel 9:4, tweede en derde lid van de Awb zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 22 Ontvangstbevestiging en toezending verzoekschrift

Artikel 9:6 en 9:9 van de Awb zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 23 Niet bevoegd tot instellen onderzoek

De commissie is niet bevoegd een onderzoek in te stellen of voort te zetten naar een klacht die betrekking heeft op:

  • a.

    Een algemeen verbindend voorschrift of algemeen beleid;

  • b.

    Een gedraging waartegen bezwaar kan worden gemaakt onderscheidenlijk beroep kan worden ingesteld, tenzij die gedraging bestaat uit het niet tijdig nemen van een besluit;

  • c.

    Een gedraging waarover een administratieve rechter uitspraak heeft gedaan;

  • d.

    Een gedraging die door het instellen van een procedure aan het oordeel van een andere rechterlijke instantie dan een administratieve rechter onderworpen is;

  • e.

    Kwesties over belastingen en andere heffingen, indien tegen een gedraging bezwaar kon worden gemaakt;

  • f.

    Gedragingen waarop de rechterlijke macht toeziet.

Artikel 24 Niet verplicht tot instellen onderzoek
  • 1.

    De commissie is niet verplicht een onderzoek in te stellen of voort te zetten indien:

    • a.

      Het verzoekschrift niet voldoet aan de vereisten, genoemd in artikel 21;

    • b.

      Het verzoek kennelijk ongegrond is;

    • c.

      Het belang van de verzoeker dan wel het gewicht van de gedraging kennelijk onvoldoende is;

    • d.

      De verzoeker een ander is dan degene jegens wie de gedraging heeft plaatsgevonden;

    • e.

      Het verzoek betrekking heeft op een gedraging waartegen door de verzoeker bezwaar gemaakt of beroep ingesteld had kunnen worden;

    • f.

      Het verzoek betrekking heeft op een gedraging die door het instellen van een procedure aan het oordeel van een andere rechterlijke instantie dan een administratieve rechter onderworpen is geweest;

    • g.

      Niet voldaan is aan het vereiste van artikel 20;

    • h.

      Een verzoek, dat dezelfde gedraging betreft, bij haar in behandeling is of - behalve als er een nieuw feit of een nieuwe omstandigheid bekend is geworden en dit tot een ander oordeel over de bedoelde gedraging had kunnen leiden - door haar is afgedaan;

    • i.

      Zolang over een gedraging van het bestuursorgaan die nauw samenhangt met het onderwerp van het verzoekschrift een procedure aanhangig is bij een rechterlijke instantie, dan wel ingevolge bezwaar, administratief beroep of beklag bij een andere instantie;

    • j.

      Het verzoek betrekking heeft op een gedraging naar aanleiding waarvan de commissie heeft bevorderd dat alsnog naar behoren aan de klacht is tegemoet gekomen.

  • 2.

    Voorts is de commissie niet verplicht een onderzoek in te stellen indien het verzoek later dan een jaar wordt ingediend:

    • a.

      Na de kennisgeving door het bestuursorgaan van de bevindingen van het onderzoek;

    • b.

      Nadat de klachtbehandeling op een andere wijze is geëindigd;

    • c.

      Nadat de klachtbehandeling ingevolge artikel 9:11 van de Awb beëindigd had moeten zijn.

Artikel 25 Mededeling bij niet in behandeling nemen of voortzetten onderzoek
  • 1.

    Indien de commissie geen onderzoek instelt of voortzet, doet zij daarvan zo spoedig mogelijk en onder vermelding van de redenen schriftelijk mededeling aan de verzoeker, het bestuursorgaan en degene op wiens gedraging het verzoekschrift betrekking heeft.

  • 2.

    Indien een andere instantie bevoegd is ten aanzien van het verzoekschrift, zendt de commissie het verzoekschrift, na aantekening van de ontvangstdatum daarop, door aan de bevoegde instantie, onder gelijktijdige mededeling hiervan aan de verzoeker.

Artikel 26 Horen
  • 1.

    De commissie stelt het bestuursorgaan, degene op wiens gedraging het verzoek betrekking heeft, eventueel andere onder zijn verantwoordelijkheid werkzame personen en getuigen, evenals de verzoeker in de gelegenheid om schriftelijk of mondeling en al dan niet in tegenwoordigheid van elkaar hun standpunt toe te lichten.

  • 2.

    De commissie kan ook anderen, indien zij dit noodzakelijk acht voor het onderzoek, in de gelegenheid stellen om van een klacht kennis te nemen en daarover mondeling of schriftelijk verklaringen af te leggen.

  • 3.

    Indien een onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan werkzaam persoon geen gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid als bedoeld in het eerste en tweede lid, kan het college deze hiertoe op verzoek van de commissie verplichten.

Artikel 27 Verstrekking inlichtingen

Het bestuursorgaan, onder zijn verantwoordelijkheid werkzame personen - ook na het beëindigen van de werkzaamheden, getuigen alsmede de verzoeker verstrekken de commissie desgevraagd alle inlichtingen die voor de afhandeling van het verzoekschrift nodig zijn, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten.

Artikel 28 Bevindingen

In een rapport geeft de commissie gemotiveerd haar bevindingen en haar oordeel weer. De commissie kan tevens aan het bestuursorgaan haar zienswijze kenbaar maken over eventueel te nemen maatregelen.

Artikel 29 Mededeling bevindingen

De commissie zendt haar rapport aan het betrokken bestuursorgaan, alsmede aan de verzoeker en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.

Hoofdstuk 5 Slot- en overgangsbepalingen
Artikel 30 Evaluatie en jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks aan de raad schriftelijk verslag uit van haar werkzaamheden. Dit verslag wordt algemeen verkrijgbaar gesteld.

Artikel 31 Intrekking oude regeling

De Verordening commissie voor de behandeling van bezwaarschriften dd. 17 december 1998 wordt ingetrokken.

Artikel 32 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening commissie bezwaarschriften en externe klachtbehandeling".

Artikel 33 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op een bij collegebesluit te bepalen tijdstip.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 juni 2002

De voorzitter, De secretaris / griffier,

De burgemeester, De secretaris,

De burgemeester,