Organisatie | Druten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2012 |
Citeertitel | Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Verordening voor het belastingjaar 2012
Artikel 226 Gemeentewet
n.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-12-2011 | 31-12-2012 | Nieuwe regeling | 15-12-2011 Elektronisch gemeenteblad op 21 december 2011 | 11-60 RB | |
22-12-2011 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling | 15-12-2011 Elektronisch gemeenteblad op 21 december 2011 | 11-60 RB |
Onder de naam ‘hondenbelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.
De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:
a. die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden;
b. die door de ‘Stichting sociale honden voor gehandicapten Nederland’, of een daarmee te vergelijken organisatie, als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld;
c. die door de ‘Stichting sociale honden voor gehandicapten Nederland’, of een daarmee te vergelijken organisatie, zijn ondergebracht bij gastgezinnen ter voorbereiding op hun taak;
d. die uitsluitend ten verkoop in voorraad worden gehouden door een houder van een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de dierenbescherming (Wet van 25 januari 1961, Stb. 19);
e. die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden.
f. Waarvan de houder in het bezit is van een geldend certificaat van de Koninklijke Nederlandse Politiehondenvereniging en zich heeft verbonden de honden op aanvraag aan de politie ter beschikking te stellen.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel vierde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalenderkwartalen overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ont-heffing voor zoveel vierde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalenderkwartalen overblijven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen hondenbelasting of andere heffingen meer is dan € 45,00 maar minder dan € 3.000,00 en de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belas-tingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat:
a. aanslagen, waarvan de dagtekening ligt tussen 1 januari en 1 oktober van het belastingjaar waarop ze betrekking hebben, moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven met een maximum van acht termijnen;
b. aanslagen, waarvan de dagtekening ligt na 30 september van het belastingjaar waarop ze betrekking hebben, moeten worden betaald in drie gelijke termijnen.
c. voor aanslagen, waarvan het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen minder bedraagt dan € 45,--, de automatische incasso in één keer plaatsvindt uiterlijk twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
d. aanslagen, waarvan het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan € 3.000,--, geen mogelijkheid is tot automatische incasso van het verschuldigde bedrag en de betalingstermijn als bedoeld in lid 1 van toepassing is.
Bij de invordering van de hondenbelasting kan alleen voor de eerste hond kwijtschelding worden verleend.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de hondenbelasting.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
De ‘Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2011’ van 9 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.