Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Almelo

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlmelo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2012
CiteertitelVerordening toeristenbelasting 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet art. 224

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201201-01-2013Onbekend

06-12-2011

Almelo's Weekblad 19 december 2011

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2012

Geldende tekst

regelingnummer: 2432

Nr. 15

Raadsbesluit van 6- december 2011 , houdende vaststelling van de Verordening toeristenbelasting 2012.

De Raad van de Gemeente Almelo;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2011:

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

besluit:

de volgende verordening vast te stellen:

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2012.

Gemeenteblad van Almelo

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    Van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters, c,d,f.g,h van de voornoemde wet, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

  • 3.

    als scout door leden van scoutingverenigingen aangesloten bij de Vereniging Scouting Nederland in niet-beroepsmatig verhuurde ruimten, die door Almelose scoutingverenigingen ter beschikking worden gesteld voor het houden van verblijf met overnachten dan wel in mobiele kampeeronderkomens van scoutingverenigingen.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    • a.

      kampeermiddel: vaartuig, tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

    • b.

      kampeerterrein: terrein, water of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van (recreatief) nachtverblijf.

    • c.

      vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein of verblijfshaven c.q. jachthaven en dat ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van eenzelfde kampeermiddel gedurende een seizoen of een jaar.

  • 2.

    Voor kampeermiddelen op vaste standplaatsen/ligplaatsen kan het aantal overnachtingen op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige forfaitair worden vastgesteld.

  • 3.

    Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op vaste standplaatsen/ligplaatsen wordt per standplaats/ligplaats het aantal overnachtende personen gesteld op 2.

  • 4.

    Het aantal malen dat door de in het derde lid bedoelde personen is overnacht wordt ingeval verblijf wordt gehouden in kampeermiddelen op vaste standplaatsen/ligplaatsen, welke geschikt zijn voor gebruik of slechts gebruikt mogen worden gedurende een periode van:

    • a.

      ten hoogste 3 maanden bepaald op 80; b. meer dan drie doch ten hoogste zes maanden bepaald op 90; c. meer dan zes doch ten hoogste negen maanden bepaald op 100; d. meer dan negen doch ten hoogste twaalf maanden bepaald op 120;

    • b.

      meer dan drie doch ten hoogste zes maanden bepaald op 90;

    • c.

      meer dan zes doch ten hoogste negen maanden bepaald op 100;

    • d.

      meer dan negen doch ten hoogste twaalf maanden bepaald op 120.

Artikel 6 Belastingtarief

  • 1.

    Per overnachting bedraagt het tarief € 1,00,-;

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, bedraagt het tarief bij overnachting in een kampeermiddel en/of groepsaccomodatie € 0,50,-.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Aanslaggrens

Een belastingaanslag van minder dan €10,- wordt niet opgelegd.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aansalgen worden betaald binnen één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet;

  • 2.

    de Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van toeristenbelasting.

Artikel 12 Kwijtschelding

Op voet van artikel 26 van de Invorderingswet 1990 wordt geen kwijtschelding van deze belasting verleend.

Artikel 13 Nachtverblijfregister

  • 1.

    De belastingplichtige is gehouden per belastingjaar een vanwege de gemeente kosteloos ter beschikking gesteld nachtverblijfregister bij te houden;

  • 2.

    het nachtverblijfregister bevat met betrekking tot ieder aan wie gelegenheid tot overnachten wordt verschaft gegevens tenminste betreffende:

  • a.

    naam, adres en woonplaats;

  • b.

    samenstelling van het gezin of de groep waarmee men reist;

  • c.

    datum van aankomst en datum van vertrek;

  • d.

    het aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting verschuldigd is;

  • 3.

    de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, bedoelde ambtenaar is bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen van de in het eerste lid bedoelde verplichting gehele of gedeeltelijke ontheffing te verlenen, zonodig onder door hen te stellen voorwaarden;

  • 4.

    met betrekking tot verblijf, ter zake waarvan de belasting wordt geheven naar een forfaitaire regeling, is de in het eerste lid genoemde verplichting beperkt tot de in het tweede lid, onder a, genoemde gegevens.

Artikel 12 Inwerkingtreding en Citeertitel

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening toeristenbelasting 2012’.

 

Gedaan ter openbare vergadering van 6 december 2011.

de griffier, de burgemeester,

drs. C.M. Steenbergen J.H.M. Hermans-Vloedbeld