Organisatie | Noord-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling Opleiding en Ontwikkeling 2010 |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling Opleiding en Ontwikkeling 2010 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Opleiding, ontwikkeling |
Geen
Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP), artikel, F.9, F.10
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-07-2010 | 01-07-2010 | 07-02-2018 | Nieuwe regeling | 15-07-2010 Provinciaal blad, 2010, 95 | 2010-42637 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 2 Verantwoordelijkheden
Opleiding en ontwikkeling zijn een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de ambtenaar en de leidinggevende. Hierover worden in goed overleg tussen hen afspraken gemaakt die worden ingepast in het geheel van afspraken die in het jaarlijkse planningsgesprek worden gemaakt. Het initiatief tot het maken van afspraken kan uitgaan van zowel de leidinggevende als de ambtenaar.
Hoofdstuk 2 Verplichte en niet-verplichte opleidingen
Artikel 3 Verplichte opleidingen: vergoeding opleidingskosten
Indien een ambtenaar verplicht is de opleidingen te volgen die gedeputeerde staten voor hem noodzakelijk achten in het belang van de dienst (artikel F.9 van de CAP) worden de opleidingskosten die zijn verbonden aan het volgen van deze opleidingen ten laste gebracht van de provincie.
Dit betreft met name opleidingen die vereist zijn voor het vervullen van de huidige functie. Ook betreft dit opleidingen die nodig zijn om een andere (passende) functie te vervullen die de ambtenaar is opgedragen in het kader van bijvoorbeeld een reorganisatie of werkzaamheden in algemene dienst.
Artikel 4 Verplichte opleidingen: toekenning studieverlof
Voor het bijwonen van de lessen en het deelnemen aan (deel)examens en tentamens in werktijd wordt de ambtenaar studieverlof met behoud van bezoldiging verleend. Ingeval de lessen buiten de werktijd plaatsvinden wordt studieverlof toegekend op grond van de daadwerkelijke lestijd tot maximaal 10 uur per dag, ongeacht de normale werktijd. Reistijd valt hierbuiten.
Artikel 5 Niet-verplichte opleidingen: vergoeding opleidingskosten
Indien een ambtenaar een opleiding volgt die niet vereist is binnen de huidige functie, maar wel past binnen het kader van het algemene opleidingsplan en het daarvoor beschikbare budget, worden de kosten die zijn verbonden aan het volgen van deze opleidingen ten laste gebracht van de provincie. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen een voltijder en een deeltijder.
Artikel 6 Niet-verplichte opleidingen: toekenning studieverlof
De opleiding geschiedt zoveel mogelijk in eigen tijd van de ambtenaar. Hiervoor kunnen de ambtenaar en zijn leidinggevende aangepaste afspraken maken over noodzakelijke aanpassing van de werktijden, inzet van algemeen verlof en/of roostervrije tijd e.d.
Onder omstandigheden kan de leidinggevende ook tijd beschikbaar stellen in de vorm van verlof met behoud van bezoldiging. Daartoe kan aanleiding zijn vanwege de zwaarte van de opleiding, op grond van persoonlijke omstandigheden of de door beide partijen gevoelde noodzaak om een medewerker om te scholen.
De leidinggevende beslist hierover.
Indien de studiebelastinguren van de betreffende opleiding uitstijgen boven 160 uur per jaar, kan het meerdere als studieverlof worden aangemerkt, tot een maximum van 160 uur per jaar.
Hoofdstuk 3 Vastleggen van afspraken
De afspraken over te volgen opleidingen, zowel voor de verplichte als voor de niet-verplichte opleidingen worden vastgelegd in het werkplan/planningsgesprek van de ambtenaar, zoals beschreven in de Regeling jaargesprekken.
Artikel 8 Specifieke afspraken: terugbetalingsverplichting
Bij niet-verplichte opleidingen worden specifieke afspraken gemaakt over wat de consequenties zijn van voortijdige beëindiging of onderbreking van de opleiding of ontslag. De verklaring van de ambtenaar dat hij bereid is zich aan de terugbetalingsverplichting te houden vormt een integraal onderdeel van de afspraken over opleidingen, zoals vastgelegd in het werkplan/planningsgesprek.
Er is sprake van een terugbetalingsverplichting indien:
De aanwezigheid van schuld of toedoen van de ambtenaar is ter beoordeling van de leidinggevende.
Er geldt geen terugbetalingsverplichting indien het ontslag geschiedt met recht op wachtgeld, FPU of direct ingaand pensioen.
Hoofdstuk 4 Administratieve afhandeling vergoeding opleidingskosten
De uitbetaling van opleidingskosten geschiedt nadat de inkoop van de opleiding heeft plaatsgevonden volgens de binnen de Provincie gebruikelijke inkoopprocedure.
Dit betekent dat de les- en examengelden door de Provincie rechtstreeks aan de studieleiding worden betaald.
De uitbetaling van de gemaakte reiskosten voor het volgen van de lessen en het afleggen van examens, vindt plaats op basis van de vigerende vergoedingsregeling voor reiskosten gemaakt in het kader van dienstreizen. Ook verblijfskosten worden vergoed tot een maximum van de gehanteerde bedragen, zoals vernoemd in de in vorige alinea genoemde regeling.
Artikel 10 Uitvoering terugbetalingsverplichting
Indien artikel 8 sub b. van deze regeling van toepassing is dient een gedeelte van de tegemoetkoming in de studiekosten te worden terugbetaald en wel zodanig, dat voor iedere volle maand, die ontbreekt aan genoemde periode van één jaar 1/12 van de tegemoetkoming dient te worden terugbetaald.
De leidinggevende is bevoegd met de ambtenaar een terugbetaling in termijnen overeen te komen.
Hoofdstuk 5 Slot- en overgangsbepalingen
In gevallen, waarin deze regeling niet of niet naar redelijkheid voorziet, kunnen gedeputeerde staten, voor zover nodig in afwijking van de in deze regeling gestelde voorschriften, ten gunste van de belanghebbende incidenteel voorzieningen treffen.
Artikel 12 Intrekking oude regeling.
Met ingang van 1 juli 2010 vervalt de Regeling inzake studiefaciliteiten 1991.
In 2009 toegekende studiefaciliteiten ten behoeve van een opleiding die start in 2009 maar doorloopt in 2010, blijven geldig onder de voorwaarden van de Regeling inzake studiefaciliteiten 1991.