Organisatie | Bunschoten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit eed en belofte gemeente Bunschoten |
Citeertitel | Besluit eed en belofte gemeente Bunschoten |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-09-2011 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 30-08-2011 Gemeenteblad 2011, 7 |
Burgemeester en wethouders van Bunschoten;
gelezen het voorstel van de stafafdeling BMO;
gehoord het Georganiseerd Overleg;
gelet op artikel 1:4:1 van de Uitwerkingsovereenkomst;
gelet op artikel 15:1:a CAR/UWO en 99a van het Ambtenarenreglement;
In deze regeling wordt verstaan onder eed of belofte: de eed of de belofte, bedoeld in artikel 99a van het Ambtenarenreglement.
Het mondeling afleggen van de ambtseed of de belofte wordt verplicht gesteld voor degene die wordt aangesteld als ambtenaar in de zin van het ambtenarenreglement.
Hiervan worden uitgezonderd functionarissen, voor wie de beëdiging elders is geregeld.
Tenzij bijzondere omstandigheden dat verhinderen, legt de ambtenaar de eed of belofte af binnen vier maanden na de datum van ingang van de aanstelling. De ambtenaar ontvangt daartoe een oproep.
De eed of de belofte wordt afgelegd ten overstaan van de burgemeester van de gemeente Bunschoten, tenzij op basis van een hogere regeling anders is bepaald. De eed of de belofte wordt afgelegd in overeenstemming met de Wet vorm van de eed.
De tekst van de eed of belofte luidt als volgt:
Ik beloof als ambtenaar plechtig het volgende:
Artikel 99a, tweede lid, van het Ambtenarenreglement bevat een verplichting om regels te stellen inzake het afleggen van de eed of de beIofte door de ambtenaar. Met het onderhavige Besluit eed en belofte gemeente Bunschoten wordt aan die verplichting voldaan.
De tekst van de ambtseed probeert recht te doen aan wat specifiek is aan de gemeentelijke organisatie en aan het zijn van ambtenaar. Het is geen makkelijke tekst. Hij vergt van degene die hem aflegt het nodige denkwerk. Ter ondersteuning van dat nadenken is aan de ambtseed een toelichting toegevoegd.
Een toelichting bij de 10 artikelen van de Ambtseed
De gemeenteambtenaar schept de gemeente als collectieve voorziening. Alle burgers maken er gebruik van en zijn van de gemeente afhankelijk voor hun levenskwaliteit. De ambtenaar zet zich in voor de rechten van alle burgers van Bunschoten, ongeacht ras, etniciteit, seksuele geaardheid, geslacht, leeftijd, religie; er worden geen (groepen van) burgers uitgesloten of achtergesteld.
De politieke voorkeur van een ambtenaar mag geen invloed hebben op zijn handelen. Hij mag de partij van zijn keuze op geen enkele manier bevoordelen. Van een ambtenaar mag verder verwacht worden dat hij meewerkt aan de democratische besluitvorming en bijdraagt aan de kwaliteit daarvan. Dat betekent dat hij bestuur en raad naar eer en geweten op basis van zijn expertise adviseert en informeert.
De ambtenaar zet er zich bijvoorbeeld voor in dat het programma van het college van Burgemeester en Wethouders wordt verwezenlijkt. Hij doet dat met de inzet van al zijn kennis en vaardigheden. Hierbij geldt een belangrijke kanttekening. Het loyaal zijn betekent niet dat de ambtenaar klakkeloos moet uitvoeren wat hem wordt voorgelegd. Hij mag, nee, hij moet kritisch zijn. Van de ambtenaar wordt verwacht dat hij - zeker op zijn vakgebied - zijn professionele verantwoordelijkheid neemt.
De overheid mag als enige organisatie met geweld dreigen en gebruikt dat soms ook. De overheid bezit het belastingmonopolie. Uiteraard mag de overheid geen misbruik maken van deze monopolieposities door de macht die zij heeft voor oneigenlijke doeleinden te gebruiken. Wat geldt voor de overheid als geheel geldt evenzeer voor de individuele ambtenaar. Fraude, corruptie en machtsmisbruik zijn uit den boze. Fraude en corruptie zijn zelfs strafbaar en worden waar mogelijk strafrechtelijk vervolgd.
De toenemende concentratie van informatie over burgers bij de overheid vraagt van de ambtenaar uiterste zorgvuldigheid in de omgang hiermee. Dergelijke informatie mag alleen gebruikt worden voor het doel waarvoor ze door de burger ter beschikking is gesteld. Het uitlekken van dergelijke informatie dient dan ook te worden verhinderd.
Gaat het niet om informatie met betrekking tot individuele burgers, maar om informatie met betrekking tot de overheid, de wetten en het beleid dan dient zoveel mogelijk openheid te worden betracht. De gemeentelijke organisatie dient naar de geest van de Wet Openbaarheid Bestuur te handelen. Dat sluit natuurlijk niet uit dat wanneer bepaalde informatie tijdelijk een vertrouwelijk karakter krijgt dat door de ambtenaar als zodanig moet worden behandeld.
Een ambtenaar schaadt de geloofwaardigheid van het ambt als hij zijn werk niet goed uitvoert. Daarnaast maakt de geloofwaardigheid van het ambt het noodzakelijk eisen te stellen aan de nevenwerkzaamheden en tot op zekere hoogte zelfs aan de privé-activiteiten van ambtenaren. Het gaat vooral om zaken die de onafhankelijkheid van een ambtenaar kunnen aantasten of tot belangenverstrengeling leiden. Zelfs de schijn van belangenverstrengeling dient te worden vermeden.
De overheid is aangewezen op de vrijwillige medewerking van de burger. Het vertrouwen dat de burger in de overheid heeft, is daarom van essentieel belang. Als een ambtenaar de wet niet uitvoert, of fouten in het beleid laat passeren, of zich laat omkopen, is hij het vertrouwen van de burger niet waard en verspeelt hij het. De schade die hij daarmee aanricht gaat verder dan het incident in kwestie. Hij ondergraaft de rechtstaat en de democratie.
Integriteit ligt besloten in de houding en het gedrag van mensen. Het gaat daarbij om normen en waarden. De gedragscode geeft ons handvatten om onze eigen verantwoordelijkheid te nemen en om elkaar aan te spreken op gedrag. Daarnaast blijft er altijd interpretatie-, beslissings- en handelingsruimte over waarover de ambtenaar zich zelf een oordeel moet vormen.
REGELING AMBTSEED/BELOFTE GEMEENTE BUNSCHOTEN
Bestuurders en ambtenaren maken deel uit van het openbaar bestuur en dienen dus het algemeen belang. Een integere overheid is noodzakelijk voor het goed functioneren van het openbaar bestuur.
De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de overheid betrouwbaar en zorgvuldig is.
Die bijzondere positie maakt dat aan de integriteit van ambtenaren hoge eisen mogen worden gesteld en dat iedere ambtenaar zich daarvan ook bewust moet zijn.
Binnen de gemeente Bunschoten wordt al langere tijd geen eed of belofte meer afgelegd. Nu de ambtseed of belofte opnieuw ingevoerd wordt als instrument om integriteitbeleid te ondersteunen wordt ervoor gekozen de eedaflegging organisatiebreed toe te passen.
Dit houdt in dat niet alleen aan nieuw personeel, maar ook van personeel dat al in dienst is, gevraagd wordt de eed of belofte af te leggen en zo:
Het afleggen van de eed voor elke nieuwe ambtenaar is een moment om nadrukkelijk stil te staan bij de integriteitaspecten die verbonden zijn aan zijn of haar functie bij de gemeente. Het is bedoeld om ambtenaren bewust te maken van hun verantwoordelijkheid als gemeenteambtenaar.
Medewerkers die al in dienst zijn worden in de gelegenheid gesteld de eed of belofte af te leggen en een integriteitverklaring te ondertekenen. Voor deze groep is dit niet verplicht.
Het is de bedoeling om door middel van discussies over dilemma’s medewerkers zelf te motiveren over integriteitkwesties na te denken en hun integriteitbewustzijn te vergroten.
De eed of belofte is een formele daad waarbij de ambtenaar uitdrukkelijk verklaard zich als een goed ambtenaar te gedragen. De formele grondslag voor het afleggen van een eed of belofte is neergelegd in artikel 15:1:a van de CAR-UWO en artikel 99a Ambtenarenreglement.
De ambtenaar is verplicht de eed of belofte af te leggen die bij wet, bij instructie of bij besluit van burgemeester en wethouders is voorgeschreven.
Artikel 99a Ambtenarenreglement
De vorm van het afleggen van de eed of belofte is geregeld in de Wet vorm van de eed, waarin onder meer is bepaald:
Hij die ter uitvoering van een wettelijk voorschrift mondeling een eed, belofte (…) moet afleggen, zal:
In de Wet vorm van eed is bovendien vastgelegd dat de eed of belofte op andere wijze kan plaatsvinden indien betrokkene dat op grond van zijn godsdienstige gezindheid meent te moeten doen. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het aanroepen van Allah.
Alle medewerkers leggen de eed of belofte af ten overstaan van de burgemeester.
Burgemeester en wethouders stellen regels inzake het afleggen door de ambtenaar van de eed of de belofte en stellen ook de tekst vast die wordt gebruikt voor het afleggen door de ambtenaar van de eed of de belofte.
Deze vorm van de eed(belofte)aflegging waarborgt dat de betrokkene kennisneemt van het gewicht
daarvan en dat deze zich vanaf indiensttreding bewust is van zijn bijzondere positie als “publieke
Het besluit betreffende de eed en belofte van de gemeente Bunschoten wordt voor overeenstemming voorgelegd aan het Georganiseerd Overleg.
Ik beloof als ambtenaar plechtig het volgende:
1. Ik zal trouw zijn aan de grondwet en de overige wetten en regelgeving van rijk, provincie en gemeente.
2. Ik zal mij inzetten voor het welzijn en de rechten van alle burgers van Bunschoten.
3. Ik zal onpartijdig handelen en de democratische beginselen en procedures respecteren.
4. Ik ben loyaal ten opzichte van de bestuurders van Bunschoten en het door hen vastgestelde beleid.
5. Ik zal van mijn positie als ambtenaar geen misbruik maken.
6. Ik zal zorgvuldig omgaan met informatie.
7. Ik zal de geloofwaardigheid van het ambt niet schaden.
8. Ik zal het vertrouwen, dat de burger in mij mag stellen, niet beschamen.
9. Ik zal handelen conform het integriteitbeleid en de gedragscode van de gemeente Bunschoten.
Op ......................................................... 200.. werd ten overstaan van
de heer M. van de Groep, burgemeester van de gemeente Bunschoten,
door.....................(naam medewerker),………………….………….(functie).....................................................................
bovenstaande eed/belofte afgelegd, ten bewijze waarvan deze verklaring is opgemaakt en
Bunschoten, .................................................... .................... 200..
Handtekening van degene, Handtekening, van de burgemeester, ten
die de eed/belofte heeft afgelegd; overstaan van wie de eed/belofte