Organisatie | Stichtse Vecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gedragscode politieke ambtsdragers Stichtse Vecht 2011 |
Citeertitel | Gedragscode politieke ambtsdragers Stichtse Vecht 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-04-2015 | 01-01-2015 | 03-10-2017 | 1e wijziging | 31-03-2015 Gemeenteblad, 7-4-2015, nr. 28901 | SV54 en SV 178 |
22-12-2011 | Nieuwe regeling | 21-12-2011 Nieuwsblad voor Vecht-, Amstel- en Rijnstreek, 26-01-2012 | SV54 |
De raad van de gemeente Stichtse Vecht,
gelezen het voorstel van de voorzitter van de raad en de griffier d.d. 7 december 2011;
gelet op het bepaalde in de artikelen, 15, derde lid, 41c tweede lid en 69, tweede lid van de Gemeentewet;
overwegende dat het noodzakelijk en gewenst is een gedragscode voor politieke ambtsdragers vast te stellen;
Een politieke ambtsdrager behoudt geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie (tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan). De inkomsten komen ten goede aan de kas van gemeente. Voor een voltijds bestuurder vindt verrekening plaats met inkomsten uit niet aan het ambt gebonden nevenfuncties.
Na besluitvorming door een gemeentelijk bestuursorgaan treedt een raadslid of commissielid niet op als adviseur c.q. belangenbehartiger van de tegenpartij in juridische geschillen met de gemeente of gemeentelijke bestuursorganen. De bestaande bevoegdheden van elk raadslid in verband met de controlerende functie zijn van toepassing.
Geschenken en giften die een politieke ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50 vertegenwoordigen zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht. Geschenken en giften die een waarde van € 50 of minder vertegenwoordigen kunnen worden behouden.
Een politieke ambtsdrager die het voornemen heeft uit hoofde van zijn functie een buitenlandse reis (daaronder valt ook een reis naar de landen van het Koninkrijk in de Caraïben en de BES eilanden) te maken of is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, heeft vooraf toestemming nodig van het bestuursorgaan waar hij deel van uit maakt. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming.
Indien het toestemming aan een bestuurder betreft wordt de raad over de besluitvorming op de hoogte gesteld.
Een politieke ambtsdrager meldt het voornemen tot een buitenlandse reis of een uitnodiging daartoe in het bestuursorgaan waar hij deel van uit maakt en verschaft daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.
Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een politieke ambtsdrager naar en in het buitenland is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken.
Onderhandeling en (vertrouwelijke) gesprekken van bestuurders met externe partijen, waarbij afspraken worden gemaakt die substantiële financiële of juridische gevolgen kunnen hebben voor de gemeente, worden gevoerd in het bijzijn van tenminste één collega-bestuurder of een ambtenaar van de gemeente.
Politieke ambtsdragers kunnen met vragen of opmerkingen over integriteit of integer handelen terecht bij de vertrouwenspersoon. Als vertrouwenspersoon treedt op:
Toelichting Gedragscode politieke ambtsdragers Stichtse Vecht (Deel III)
Kwaliteit van het openbaar bestuur en integriteit
Politieke ambtsdragers in gemeenten zijn gehouden om het algemeen belang te dienen. Zij zijn er voor alle burgers. De burgers dienen zich voor vele aangelegenheden tot de overheid te wenden. Dat stelt hoge eisen aan de kwaliteit van het openbaar bestuur. Integriteit van politieke ambtsdragers en ambtenaren vormt een van de belangrijkste voorwaarden voor het vertrouwen van burgers in het openbaar bestuur. De bijzondere kenmerken van de overheidstaken, zoals de besteding van publieke middelen en een monopoliepositie op vele terreinen, vereisen van de overheid een extra hoog integriteitniveau.
Tegelijkertijd staat de integriteit van politieke ambtsdragers onder druk, wat vooral het gevolg is van allerlei maatschappelijke ontwikkelingen. Zo zijn het publieke en het private domein meer met elkaar
verstrengeld geraakt, is er een agressievere zakelijke lobby vanuit de samenleving en krijgt het overheidsmanagement bedrijfseconomische normen opgelegd. Bovendien is de belangstelling voor integriteitvraagstukken sterk toegenomen. Elke politieke ambtsdrager op elk bestuurlijk niveau kan bij alle afwegingen, soms plotseling, vragen krijgen over zijn integriteit. En terecht, want belangenverstrengeling, misbruik van positie, corruptie en fraude kunnen niet worden getolereerd.
Politieke ambtsdragers vervullen een voorbeeldfunctie voor de burgers en voor hun ambtenaren. De handel en wandel van politieke ambtsdragers heeft zijn weerslag op de hele organisatie, zowel in positieve als in negatieve zin. Politieke ambtsdragers zijn verantwoordelijk voor de integriteit van hun organisatie en dus voor de integriteit van hun ambtenaren. Een politieke ambtsdrager kan het goede voorbeeld geven door open te zijn over zijn doen en laten en open te staan voor de mening van anderen, ook ambtenaren. De politieke ambtsdrager heeft uiteraard net als iedere andere burger recht op een privéleven, maar hij leeft in een glazen huis, waardoor ook privégedragingen onderwerp van (brede) publieke aandacht kunnen zijn. Daarom moet een politieke ambtsdrager 24 uur per dag alert zijn op handelingen of gedragingen die het aanzien en de integriteit van het politieke ambt kunnen schaden.
Deze gedragscode voor bestuurders van de gemeente Stichtse Vecht is gebaseerd op een gezamenlijke productie van de VNG, het IPO, de UvW en het Ministerie van BZK uit 2011.
De Handreiking maakt, als toelichting, onderdeel uit van de Gedragscode politieke ambtsdragers Stichtse Vecht.
Onderstaande toelichting is deels overgenomen uit de Handreiking. Daar waar er sprake is van aanvulling of afwijking van de modelgedragscode is hier zo nodig een toelichting opgenomen.
In deze Gedragscode integriteit politieke ambtsdragers Stichtse Vecht wordt de term 'politieke ambtsdragers' gebruikt indien zowel bestuurders als gekozen volksvertegenwoordigers van gemeenten worden bedoeld. Onder bestuurders worden verstaan de burgemeester en de wethouders. Onder gekozen volksvertegenwoordigers worden verstaan de raadsleden. In het kader van deze Gedragscode worden hiertoe ook gerekend de commissieleden.
Deze bepalingen spreken voor zich.
Van belangenverstrengeling is sprake als het publiek belang wordt vermengd met het persoonlijk belang van een politiek ambtsdrager of dat van derden, zoals familieleden of vrienden. Hierdoor is een zuiver besluiten of handelen in het publiek belang niet langer gewaarborgd. Niet alleen feitelijke belangenverstrengeling, maar ook de schijn ervan moet worden vermeden.
Ook in de Awb staat een bepaling over onafhankelijke besluitvorming door het openbaar bestuur. Artikel 2:4 bepaalt dat het bestuursorgaan zijn taak vervult zonder vooringenomenheid. Het bestuursorgaan moet ervoor waken dat personen die er deel van uitmaken of ervoor werken, de besluitvorming beïnvloeden doordat zij een persoonlijk belang bij een besluit hebben. De Awb gaat hier verder in dan het artikel over deelname aan stemming in de Gemeentewet.
Het begrip ‘persoonlijk belang’ in artikel 2:4 Awb betekent ‘ieder belang dat niet behoort tot de belangen die het bestuursorgaan behoort te behartigen’. Het begrip ‘beïnvloeding van de besluitvorming’ gaat niet alleen over de stemming, maar over het gehele proces van besluitvorming.
De vraag is hoe de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan zich verhoudt tot de individuele beslissingsbevoegdheid van een politiek ambtsdrager. Het gaat hierbij met andere woorden om de verhouding tussen artikel 2:4 Awb en respectievelijk artikel 28 van de Gemeentewet. De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder: de Afdeling) is van oordeel dat op basis van artikel 2:4 van de Awb. voorkomen moet worden dat naar derden toe de schijn wordt gewekt dat een persoonlijke belang van invloed is geweest op de besluitvorming. Het daadwerkelijke oogmerk van het raadslid is daarbij niet van belang. Ook indien van de goede trouw van het betrokken raadslid wordt uitgegaan, kan de schijn van belangenverstrengeling zijn gewekt. Indien de Afdeling in een procedure van oordeel is dat er sprake is van (de schijn) van belangenverstrengeling kan een raadsbesluit worden vernietigd. (LJN: BQ8863, Raad van State , 201007983/1/R2, inzake bestemmingsplan "Loenersloot-Binnenweg-Kerklaan)
In dergelijke gevallen dient een raadslid zich bijvoorbeeld te laten vervangen of moet de raad voorkomen dat er een besluit wordt genomen waarbij de stem van het betreffende raadslid doorslaggevend kan zijn.
Omdat ook politieke ambtsdragers deel uit maken van de bevolking van de gemeente en dus afnemer van o.a. diensten zijn van die gemeente is het niet zo dat deze ambtsdrager nooit aan een stemming deel zou kunnen nemen. Deelname aan een stemming over vuil ophalen in zijn straat of wijk zal niet snel tot de conclusie van belangenverstrengeling leiden.
Zowel de individuele ambtsdragers als het bestuursorgaan als geheel moeten de afweging maken of (de schijn van) belangenverstrengeling in het geding is.
De nevenfuncties van de raadsleden en de bestuurders zijn via de gemeentelijke website raadpleegbaar en liggen ter inzage.
Een gezonde bestuurscultuur komt alleen tot stand wanneer houding en gedrag besprekbaar worden gemaakt, zo is in het coalitieakkoord Stabiliteit en vertrouwen 2011-2014 opgenomen. Daarbij is aangegeven dat een open en eerlijke houding wordt beloond en ongewenst gedrag dient te worden besproken. Van belang is dat met respect met elkaar wordt omgegaan. Om dit te benadrukken zijn de bepalingen over cultuur opgenomen in aanvulling op de modelcode.
Als basisregels voor cultuur gelden samengevat de volgende regels:
Basisregels voor omgaan met informatie
Politiek ambtsdragers beschikken over veel informatie. Gaan zij daar verkeerd mee om, dan wordt al snel de geloofwaardigheid van zowel henzelf als van hun organisatie aangetast. Daarom geldt een aantal basisregels voor hoe een integer politiek ambtsdrager met informatie moet omgaan.
6 Geschenken, diensten en uitnodigingen
Als zij de ambtseed of belofte afleggen, verklaren politiek ambtsdragers dat zij geen giften of gunsten hebben gegeven of beloofd om te worden benoemd. Ook beloven ze dat ze geen geschenken zullen aannemen of beloften zullen doen in ruil voor een tegenprestatie. Het gaat hierbij niet alleen om persoonlijke bevoordeling zoals een goedkope verbouwing of tuinaanleg. Het kan ook gaan om bijvoorbeeld donaties aan de partij van de politiek ambtsdrager met het oog op een gunstige overheidsbeslissing.
Indien geschenken worden ontvangen boven € 50 moeten raads- en commissieleden dit melden aan de griffier en collegeleden aan de secretaris en wordt het vermeld in een register (zie bijlagen Geschenkenregister).
7 Voorzieningen, bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen en buitenlandse dienstreizen
Benoemde politiek ambtsdragers bevinden zich juist als het gaat over ‘vergoeding van kosten’ of ‘gebruik maken van voorzieningen’, in een glazen huis. Ze moeten zich voortdurend bewust zijn van het feit dat ze niet alleen verantwoord met publieke middelen moeten omgaan, maar – omdat het uitgaven betreft die samenhangen met de uitvoering van hun ambt - ook helder moeten zijn over de hoogte van de door hen in dat verband gemaakte kosten. Dat geldt zelfs als het gaat om kosten die vallen onder de vaste onkostenvergoeding. Een aantal zaken is geregeld in de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden van de gemeente Stichtse Vecht 2011.
Daar waar er sprake is van gesprekken met externen en er sprake kan zijn van grote financiële en/of juridische gevolgen is het noodzakelijk dat dergelijke gesprekken nooit alleen door een collegelid worden gehouden en dat dergelijke gesprekken worden vastgelegd.
Het is wenselijk om een vertrouwenspersoon te hebben waarbij individuele politieke ambtsdragers met vragen en kwesties terecht kunnen. De burgemeester is daarbij de voor de hand liggende persoon.