Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bodegraven-Reeuwijk

Verordening cliëntenparticipatie WWB, IOAW, IOAZ en WSW 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBodegraven-Reeuwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening cliëntenparticipatie WWB, IOAW, IOAZ en WSW 2012
CiteertitelVerordening cliëntenparticipatie WWB/IOAW/IOAZ/WSW 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpmaatschappelijke zorg

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, artikel 150
  2. Wet Werk en Bijstand, artikel 47
  3. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 42
  4. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, artikel 42
  5. Wet sociale werkvoorziening, artikel 2
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201201-01-2015Nieuwe regeling

21-12-2011

Kijk op Bodegraven, 04-01-2012

Z-11-8399/INT-11-1027

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie WWB, IOAW, IOAZ en WSW 2012

 

De raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk van 2 november 2011

Gelet op artikel 150 eerste lid van de Gemeentewet en artikel 47 van de Wet werk en bijstand, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en artikel 2 lid 3 van de Wet sociale werkvoorziening besluit:

  • -

    De verordening Cliëntenparticipatie Verordening cliëntenparticipatie WWB/IOAW/IOAZ/WIJ/WSW 2011, in te trekken;

  • -

    De verordening Cliëntenparticipatie WWB, IOAW, IOAZ en WSW 2012 van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk vast te stellen.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven in deze verordening, hebben dezelfde betekenis als in de Algemene wet bestuursrecht en de wetten genoemd onder lid 2 sub g tot en met k.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      gemeente: de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;

    • b.

      raad: de gemeenteraad van de gemeente;

    • c.

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

    • d.

      wethouder(s): de verantwoordelijke portefeuillehouder van de gemeente;

    • e.

      afdeling: afdeling Werk en Inkomen;

    • f.

      WWB: de Wet werk en bijstand;

    • g.

      IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers;

    • h.

      IOAZ: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • i.

      WSW: de Wet sociale werkvoorziening;

    • j.

      cliënten: personen, zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid van de WWB, artikel 1 lid 1 van de WSW, artikel 2 IOAW en artikel 2 IOAZ woonachtig in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;

    • k.

      vertegenwoordiger: de vertegenwoordiger van een representatieve organisatie van de kant van vragers op het gebied van sociale wetgeving;

    • l.

      cliëntenraad: de overlegvorm waarin cliënten en vertegenwoordigers van organisaties deelnemen met taken en bevoegdheden zoals in deze verordening omschreven;

    • m.

      adviseren: het uitbrengen van een advies.

  • 3.

    Daar waar in deze verordening gesproken wordt over cliëntenparticipatie op grond van de WSW, heeft dit alleen betrekking op de cliënten uit de voormalige gemeente Reeuwijk.

Artikel 2. Doel cliëntenparticipatie

Het doel van cliëntenparticipatie is het bevorderen van de betrokkenheid van de cliënt bij de vorming, uitvoering en evaluatie van het beleid met betrekking tot in ieder geval de WWB, IOAW, IOAZ en WSW en eventuele andere sociale zekerheidsregelingen die door de gemeente Bodegraven-Reeuwijk worden uitgevoerd, zodat de kwaliteit van de dienstverlening ten opzichte van cliënten bewaakt wordt.

Artikel 3. Opdracht aan het college

Het college draagt zorg voor het instellen van een overlegvorm, bestaande uit cliënten en vertegenwoordigers van organisaties die blijkens hun statuten gericht zijn op behartiging van de belangen van cliënten, hierna te noemen: cliëntenraad.

Artikel 4. Doelstelling cliëntenraad

De cliëntenraad functioneert ten behoeve van alle cliënten genoemd in de begripsomschrijving en heeft tot doel:

  • a.

    behartiging van de collectieve belangen van cliënten. Deze belangen dienen verband te houden met de diensten ten behoeve van de cliënten en omvatten in het bijzonder alle ondersteunende en financiële activiteiten gericht op de cliënten;

  • b.

    het stimuleren van de betrokkenheid van de cliënten bij het beleid op het terrein van de door de gemeente uit te voeren wettelijke regelingen met betrekking tot sociale zaken;

  • c.

    de cliëntenraad fungeert als contactpunt in de gemeente voor groepen en/of individuele cliënten;

  • d.

    het kritisch volgen van het beleid van de gemeente, met name waar dit het collectieve belang van de cliënten raakt, het signaleren van knelpunten in dat beleid en het doen van aanbevelingen;

  • e.

    het erop toezien dat cliënten voldoende informatie en voorlichting krijgen van de gemeente;

  • f.

    het bevorderen van een goede verstandhouding tussen cliënten en medewerkers van de gemeente.

Artikel 5. Samenstelling van de cliëntenraad

  • 1.

    De cliëntenraad wordt gevormd door minimaal 5 personen bestaande uit cliënten envertegenwoordigers van belangenorganisaties. Wenselijk wordt geacht dat de raad bestaat uit minimaal twee cliënten.

  • 2.

    De cliëntenraad kiest uit haar midden een bestuur, bestaande uit een voorzitter, een penningmeester en een secretaris.

Artikel 6. Taken en bevoegdheden van de cliëntenraad

  • 1.

    De cliëntenraad heeft de bevoegdheid gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen aan het college over onderwerpen die de vorming, de uitvoering, de controle en evaluatie van het gemeentelijk beleid betreffen ten aanzien van de bij cliënten (zie begripsomschrijving) genoemde doelgroepen en anderen die rondkomen van een minimum inkomen.

  • 2.

    Het college verschaft de cliëntenraad tijdig alle inlichtingen en gegevens die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft, te weten:

    • a.

      informatie over en inzicht in het algemene beleid van de gemeente ten aanzien van cliënten;

    • b.

      beleidsstukken die betrekking hebben op de doelstellingen of het functioneren van de cliëntenparticipatie.

  • 3.

    De cliëntenraad zal binnen een termijn van drie weken reageren op de adviesaanvragen die door de gemeente aan haar worden voorgelegd.

  • 4.

    Indien het college een beslissing neemt, die afwijkt van het uitgebrachte advies van de cliëntenraad, dan stelt zij de cliëntenraad daarvan schriftelijk in kennis.

Artikel 7. Garantstelling

  • 1.

    Het college draagt er zorg voor dat cliënten die lid zijn of waren van de cliëntenraad uit hoofde van hun lidmaatschap op geen enkele wijze worden benadeeld ten aanzien van:

    - uitkering, voorziening of subsidie die zij ontvangen van de dienst;

    - bejegening door medewerkers van de gemeente.

  • 2.

    De leden van de cliëntenraad dragen zorg voor de bescherming van de privacy van cliënten die zich op enigerlei wijze tot de cliëntenraad wenden.

  • 3.

    Aan de leden van de cliëntenraad kan vertrouwelijkheid worden opgelegd ten aanzien van door de gemeente verstrekte informatie tot het tijdstip dat deze informatie officieel openbaar wordt gemaakt.

Artikel 8. Budget

De gemeenteraad stelt jaarlijks een bedrag beschikbaar voor de cliëntenraad op basis van een begroting. De cliëntenraad geeft uiterlijk drie maanden na afloop van het kalenderjaar aan het college een volledig overzicht van alle kosten en bestedingen van de cliëntenraad. De jaarrekening dient te zijn voorzien van een verklaring van een kascommissie.

Artikel 9. Vergaderfrequentie

  • 1.

    De cliëntenraad overlegt in beginsel viermaal per jaar met het hoofd van de afdeling Werk en Inkomen of diens vertegenwoordiger.

  • 2.

    Ten minste tweemaal per jaar zal de verantwoordelijke wethouder een vergadering bijwonen en overleg voeren met de cliëntenraad. In die bijeenkomst wordt in ieder geval aandacht besteed aan de evaluatie van deze verordening.

  • 3.

    De notulen wordt opgesteld door de gemeente en uiterlijk 3 weken na de vergadering verstuurd naar de cliëntenraad.

Artikel 10. Externe instanties en adviseurs

De cliëntenraad kan het advies van extern adviseurs inwinnen en/of extern adviseurs betrekken in hun vergadering.

Artikel 11. Nadere regels

  • 1.

    Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening. Deze nadere regels worden vastgelegd in een reglement c.q. convenant.

  • 2.

    Voordat het college nadere regels stelt wordt de cliëntenraad hierover gehoord.

Artikel 12. Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

Artikel 13. Verantwoording

  • 1.

    Binnen drie maanden na afloop van het jaar waarvoor subsidie is verstrekt, levert de cliëntenraad een definitieve verantwoording in. De verantwoording bestaat uit de jaarrekening en een inhoudelijk verslag van de uitgevoerde activiteiten en de uitgebrachte adviezen.

  • 2.

    Over de uitvoering van deze verordening legt het college jaarlijks verantwoording af aan de raad.

Artikel 14. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening cliëntenparticipatie WWB/IOAW/IOAZ/WSW 2012

Artikel 15. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

  • 2.

    De verordening cliëntenparticipatie WWB/IOAW/IOAZ/WIJ/WSW 2011 vastgesteld in de raadsvergadering van 21 september 2011 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2012.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, gehouden op 21 december 2011

De griffier (plv.),

J.T.M. Zwetsloot

De voorzitter,

mr. C. van der Kamp

Algemene toelichting bij de Verordening cliëntenparticipatie WWB, IOAW, IOAZ en WSW 2012

 

De relevante wetsartikelen luiden als volgt:

WWB: Artikel 47: Verordening cliëntenparticipatie

De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop de personen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:

a.

periodiek overleg wordt gevoerd met deze personen of hun vertegenwoordigers;

b.

deze personen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

c.

zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

IOAW: Artikel 42

Het college draagt zorg voor de realisatie en vormgeving van cliëntenparticipatie bij de uitvoering van de wet, met inachtneming van artikel 150 van de Gemeentewet.

 

IOAZ: Artikel 42

Het college draagt zorg voor de realisatie en vormgeving van cliëntenparticipatie bij de uitvoering van de wet, met inachtneming van artikel 150 van de Gemeentewet.

 

WSW: Art. 2

  • 1.

    Het college kan ter uitvoering van artikel 1, derde lid, aan een ingezetene die geïndiceerd is een dienstbetrekking aanbieden voor het verrichten van arbeid onder aangepaste omstandigheden.

  • 2.

    Het college kan een privaatrechtelijke rechtspersoon aanwijzen ten behoeve van de uitvoering van deze wet. Het college regelt in het aanwijzingsbesluit de inhoud van de rechtsbetrekking tussen zichzelf en de betrokken rechtspersoon.

  • 3.

    De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop de ingezetenen die geïndiceerd zijn of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:

    • a.

      periodiek overleg wordt gevoerd met deze ingezetenen of hun vertegenwoordigers;

    • b.

      deze ingezetenen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

    • c.

      zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

 

Gemeentewet: Artikel 150

  • 1.

    De raad stelt een verordening vast waarin regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde inspraak wordt verleend door toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, voorzover in de verordening niet anders is bepaald.

Met deze verordening komt de gemeenteraad tot een invulling van deze uit de wetten voortvloeiende verplichten.

 

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsomschrijving

Er is voor gekozen om een aantal begrippen die al zijn omschreven in de WWB, IOAW, IOAZ, WSW of Awb afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit is gedaan om te specificeren om welke doelgroepen het gaat in het kader van cliëntenparticipatie.

 

Artikel 2. Doel cliëntenparticipatie

Dit artikel behelst een globale omschrijving van het doel van cliëntenparticipatie en omarmt de gedachte dat cliëntenparticipatie onmisbaar is bij de uitvoering van een beleidsgebied waarin de cliënt centraal staat.

 

Artikel 3 Opdracht aan het college

In dit artikel wordt de verantwoordelijkheid van het college geregeld. Het college draagt zorg voor het instellen van de cliëntenraad. Daarbij wordt erop gelet dat de cliëntenraad bestaat uit zowel cliënten als vertegenwoordigers van organisaties die blijkens hun statuten gericht zijn op behartiging van de belangen van de cliënten.

 

Artikel 4 Doelstelling cliëntenraad

Dit artikel behelst een omschrijving van het doel van de werkzaamheden van de cliëntenraad. Hierbij wordt aangegeven dat het gaat om het behartigen van de collectieve belangen van de cliënten. Ook het creëren van betrokkenheid bij cliënten met betrekking tot het beleid op het gebied van sociale zaken en een goede verstandhouding tussen cliënten en medewerkers van de afdeling zijn belangrijke elementen.

 

Artikel 5. Samenstelling van de cliëntenraad

Dit artikel regelt de samenstelling van de cliëntenraad. De cliëntenraad bestaat uit cliënten en uit vertegenwoordigers van belangenorganisaties. Het streven is om een zo evenwichtig mogelijke cliëntenraad samen te stellen. Daarbij wordt erop gelet dat de cliëntenraad bestaat uit zowel cliënten als vertegenwoordigers van organisaties die blijkens hun statuten gericht zijn op behartiging van de belangen van de cliënten.

De cliëntenraad wijst een voorzitter en een secretaris aan. Deze hoeven niet vanuit de cliëntenraad gekozen te worden. Ze kunnen ook van buitenaf aangetrokken worden.

 

Artikel 6. Taken en bevoegdheden van de cliëntenraad

Dit artikel bepaalt de reikwijdte van de taken en bevoegdheden die aan de cliëntenraad zijn toebedeeld.

 

Artikel 7. Garantstelling

Aan de leden van de cliëntenraad kan geen geheimhouding worden opgelegd. Ten aanzien van door de gemeente verstrekte vertrouwelijke informatie kan aan de leden worden gevraagd zich aan een tijdelijke geheimhouding te houden, die ook geldt voor concept stukken. Uiteraard vervalt de geheimhoudingsplicht op het moment van officiële openbaarmaking.

 

Artikel 8. Budget

De cliëntenraad kan niet functioneren als zij niet beschikt over de benodigde faciliteiten. Daarom zal een bedrag beschikbaar gesteld worden opdat de cliëntenraad de haar toebedeelde taken kan uitvoeren. Het bedrag zal (onder voorbehoud van goedkeuring door het college) na inwerkingtreding van deze verordening elk jaar worden geïndexeerd. De cliëntenraad geeft uiterlijk drie maanden na afloop van het kalenderjaar een overzicht van de uitgaven van de cliëntenraad. De cliëntenraad wordt geacht om van het beschikbaar gestelde budget rond te komen.

 

Artikel 9. Vergaderfrequentie

Dit artikel biedt een waarborg voor een minimale vergaderfrequentie, zoveel als nodig om de doelstellingen te realiseren. Uiteraard is het mogelijk om extra vergaderingen uit te schrijven. Dit kan zowel op verzoek van de cliëntenraad als op verzoek van de gemeente.

 

Artikel 10. Externe instanties en adviseurs

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 11. Nadere regels

Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.

In het tweede lid wordt geregeld dat de cliëntenraad hier vooraf over gehoord wordt.

 

Artikel 12. Uitvoering

Evenals de uitvoering van de WWB ligt de uitvoering van deze verordening bij het college.

 

Artikel 13. Verantwoording

De gemeenteraad kan zijn controlerende functie alleen op een goede wijze vormgeven indien beschikt wordt over de van belang zijnde gegevens. Om deze reden is in dit artikel bepaald dat het college jaarlijks verslag moet doen over de uitvoering van deze verordening.

 

Artikel 14. Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 15. Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.