Organisatie | Bodegraven-Reeuwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Handhaving WWB, IOAW en IOAZ 2012 van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk |
Citeertitel | Verordening Handhaving WWB, IOAW en IOAZ 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 21-12-2011 Kijk op Bodegraven, 04-01-2012 | Z-11-02107/INT-11-00127 |
De raad van de gemeente Bodgeraven-Reeuwijk;
gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk van 2 november 2011
Gelet op de artikelen 147, eerste lid, Gemeentewet en artikel 8a van de Wet werk en bijstand (WWB), artikel 35 lid 1 onder c van de wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), artikel 35 lid 1 onder c Inkomensvoorzieining oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ):
- De Verordening Handhaving WWB, IOAW, IOAZ en WIJ 2011 van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, in te trekken;
- De Verordening Handhaving WWB, IOAW, IOAZ 2012 van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk vast te stellen.
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven in de verordening en toelichting, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand, de wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkeloze werknemers, de Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Algemene wet bestuursrecht.
Hoofdstuk 3. Herziening, Intrekking, Terugvordering en Verhaal
Hoofdstuk 5. Gevolgen bij misbruik en oneigenlijk gebruik
Artikel 10. Verlaging van de uitkering
Indien de uitkeringsgerechtigde onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de bepaling van de hoogte, de duur en de voortzetting van de uitkering, verlaagt het college de uitkering conform hetgeen hierover is bepaald in de verordening afstemming WWB, de verordening afstemming IOAW, IOAZ onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen uitkering.
Artikel 11. Aangifte bij Openbaar Ministerie
Indien een gedraging van een uitkeringsgerechtigde leidt tot benadeling van de gemeente, doet het college, onverminderd de mogelijkheid de ten onrechte ontvangen uitkering terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met het door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten.
Op vorderingen, ontstaan voor de inwerkingtreding van de verordening handhaving WWB, IOAW, IOAZ, 2012, blijft de verordening handhaving WWB, IOAW, IOAZ WIJ 2011 van toepassing, tenzij het besluit na 1 januari 2012 valt en het nieuwe beleid gunstiger uitvalt dan het ingetrokken beleid.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 14. Situaties waarin de verordening niet voorziet
In situaties, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, gehouden op 21 december 2011
De griffier,
drs J.H. Rijs
De voorzitter,mr. C. van der Kamp
Toelichting bij de Verordening Handhaving WWB, IOAW en IOAZ 2012 van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk
In artikel 8a de Wet werk en bijstand is opgenomen dat de gemeenteraad regels dient te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Hiermee krijgt de gemeente de verplichting om eigen regels te bepalen omtrent handhaving.
Met ingang van 1 januari 2010 is de wet Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten in werking getreden. Als gevolg van deze wet dient de gemeenteraad eveneens regels te stellen voor de bestrijding van ten onrechte ontvangen uitkering op grond van de IOAW en de IOAZ.
Artikel 1. Begripsomschrijving
In deze verordening zijn specifiek van belang de begrippen Hoogwaardig handhaven, misbruik en oneigenlijk gebruik. Deze begrippen worden nader gespecificeerd. Alle andere begrippen luiden zoals ze ook in de WWB, IOAW of de IOAZ luiden.
Artikel 2. Voorlichting, communicatie en hoogwaardig handhaven
De gemeente werkt met het handhavingsprogramma 2011-2014. Door in de uitvoeringspraktijk preventieve en repressieve activiteiten evenwichtig te verbinden, wordt de handhaving naar een hoger vlak getild. Preventieve elementen verminderd het risico dat uitkeringsgerechtigden ten onrechte uitkering ontvangen. Dit maakt het mogelijk om repressieve elementen in te zetten: controle op maat en feitelijke sanctionering. Oftewel: met preventieve maatregelen worden credits verdiend, die je via repressieve activiteiten kunt benutten.
De gemeente streeft naar het zo vroeg mogelijk ontdekken van misbruik en oneigenlijk gebruik (door o.a. signaalsturing, risicosturing en themacontroles). Het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik verlegt zich meer en meer naar het moment waarop de potentiële klant een beroep doet op een uitkering. Een goede controle op de aanvraag voorkomt dat de uitkeringsgerechtigde ten onrechte een uitkering ontvangen . De controle wordt voorafgegaan door voorlichting en heldere communicatie over het handhavingsbeleid van de gemeente.
Het college neemt besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitkering en de wederzijds tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling ervan.
De WWB, de IOAW, de IOAZ vraagt aan de gemeenteraad om het handhavingsbeleid in een verordening vast te leggen. In de verordening is gekozen voor de systematiek om niet alles in een verordening te regelen, maar ook gebruik te maken van de mogelijkheid om nader uitvoeringsbeleid vast te stellen.
Artikel 3. Herziening of intrekking toekenningsbesluit + Artikel 4. Terugvordering van uitkering
Deze artikelen bepalen dat de gemeente rechten herziet en intrekt en ten onrechte verstrekte uitkering terugvordert boven een nader vast te stellen bedrag. De toevoeging bij artikel 3 lid 1 en artikel 4 lid 1 is opgenomen omdat het principe om, daar waar mogelijk tot terugvordering over te gaan, niet absoluut is. Om te voorkomen dat herzien en teruggevorderd zou moeten worden in die gevallen waar een wettelijke regeling zich verzet tegen dat besluit, is de betreffende nuance opgenomen. Te denken valt aan de bepalingen omtrent verjaringen in het Burgerlijk Wetboek of de bepalingen rond het wettelijke traject van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). Deze opsomming is niet limitatief, en aangezien toekomstige wetswijzigingen nog bepalingen kunnen toevoegen, is gekozen voor een algemene formulering.
Dit artikel bepaalt dat de gemeente gebruik maakt van de mogelijkheid van verhaal. Verhaal vindt conform paragraaf 6.5 van de wet plaats in drie situaties:
Op begiftigden (bijv. n.a.v. een schenking)
Artikel 6. Invordering en Kwijtschelding
Vastgestelde vorderingen zullen maximaal ingevorderd worden. Er kunnen echter zich omstandigheden voordoen, waarbij verdere invordering niet langer gewenst is. Vanuit het oogpunt van belanghebbende of de gemeente. Het huidige debiteurenbeleid wordt voortgezet. Omdat misbruik en oneigenlijk gebruik niet lonend mag zijn, geldt voor vorderingen die ontstaan zijn als gevolg van misbruik en oneigenlijk gebruik een strenger invorderingsregime.
Artikel 7 Afzien van invordering
Wanneer een vordering van uitkering door middel van een terugvorde-ringsbesluit is vastgelegd, kan in een later stadium reden zijn (schulden of doelmatigheidsredenen) om van invordering of van verdere invordering af te zien.
Artikel 8. Informatieverzameling + Artikel 9 Systematiek en middelen
In deze artikelen wordt aangegeven dat gewerkt wordt met een controlesystematiek ingegeven door handhavingsprofielen.
Naar aanleiding van indeling in een profiel kan worden overgegaan tot een meer of minder intensieve controle. Bij een intensieve controle kunnen met inachtneming van de artikelen 53a, 63 en 64 van de wet allerlei bronnen worden genoemd die geraadpleegd kunnen worden. In principe mogen vele bronnen geraadpleegd worden (ook in het kader van privacy), als de klant daarvan maar op de hoogte wordt gesteld (vroegtijdig informeren). Dat kan soms ook achteraf: ook als er niets uit een onderzoek is gekomen, moet de klant toch op de hoogte gesteld worden dat er onderzoek is gedaan, welke gegevens zijn gebruikt en wat er met de gegevens en resultaten is/wordt gedaan. Ook moet geregeld worden welke gegevens opgeslagen worden en of de klant altijd inzage heeft in zijn eigen dossier (wat de afdeling Werk en Inkomen van de uitkeringsgerechtigde weet). De inhoud van artikel 8 heeft deze achtergrond.
Artikel 10. Verlaging van de uitkering Dit artikel verwijst naar de verlaging van de uitkering conform de verordening afstemming WWB 2012, als de uitkeringsgerechtigde niet aan de verplichtingen voldoet of ten onrechte uitkering heeft ontvangen. Daarnaast wordt aangifte van misbruik en oneigenlijk gebruik gedaan bij het Openbaar Ministerie.
Artikel 11. Aangifte bij Openbaar Ministerie
Gemeenten hebben de verplichting om proces-verbaal op te maken en aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie (OM).
De aangiftegrens is in 2009 verhoogd naar € 10.000,00 bruto. In sommige gevallen kan het OM besluiten niet tot vervolging over te gaan.