Organisatie | Aalsmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2012 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.
Gemeentewet, art. 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 08-12-2011 Nieuwe Meerbode, 15-12-2011 | 2011/12873-GR |
De raad van de gemeente Aalsmeer;
gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders met registratienummer 2011/12869;
gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
vast te stellen de "Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2012".
Artikel 1. Aard van de belasting en belastbaar feit
Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
de afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 3. Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 6. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien in de loop van het belastingjaar het aantal ter beschikking gestelde rolemmers, als bedoeld in de artikelen 1.2.1,1.2.2,1.2.3 en 1.2.4.van de bij de verordening behorende tarieventabel afneemt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na de wijziging van het aantal rolemmers, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien in de loop van het belastingjaar de beschikbaar gestelde rolemmer(s) met een inhoud van 240-liter resp. 120-liter wordt (worden) omgewisseld voor (een) rolemmer(s) met een inhoud van 120-liter resp. 80-liter, als bedoeld in de artikelen 1.1.1,1.1.2 en 1.1.3 van de bij de verordening behorende tarieventabel, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na deze omwisseling, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien in de loop van het belastingjaar het aantal ter beschikking gestelde rolemmers, als bedoeld in de artikelen 1.2.1,1.2.2,1.2.3 en 1.2.4.van de bij de verordening behorende tarieventabel, toeneemt, dan is de hogere belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na toename van het aantal rolemmers, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien in de loop van het belastingjaar de beschikbaar gestelde rolemmer(s) met een inhoud van 80-liter resp. 120-liter wordt (worden) omgewisseld voor (een) rolemmer(s) met een inhoud van 120-liter resp. 240-liter, als bedoeld in de artikelen 1.1.1,1.1.2 en 1.1.3 van de bij de verordening behorende tarieventabel, dan is de hogere belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na deze omwisseling, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 7. Tijdstip van betaling
Ingevolge artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geidt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer is dan € 50 doch minder is dan € 3500 en zolang het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 8 gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de eerste maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, dat ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen minder is dan € 50 doch meer is dan € 3500 en zolang het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven, de aanslagen dienen te worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de eerste maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede één maand later.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 8. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.
Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel
De "Verordening afvalstoffenheffing 2011" van 2 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Tarieventabel, behorende bij de "Verordening afvalstoffenheffing 2012"
Behoort bij raadsbesluit van 8 december 2011, nr. 2011/12873/GR