Organisatie | Pekela |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen te Pekela |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-07-2006 | 16-01-2014 | nieuwe regeling | 04-07-2006 Pekelder Streekblad, 12-07-2006 | 2006R0034 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
-het doen bijzetten en bijgezet houden van een asbus met of zonder urn of het doen verstrooien
van as van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;
eigen dubbel graf, een eigen kindergraf, een eigen urnengraf of een eigen urnennis;
Artikel 2 Begrippen eigen graf
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voorzover van belang onder ‘eigen graf’ mede verstaan: eigen dubbelgraf, eigen kindergraf, eigen urnengraf en eigen urnennis.
Artikel 4 Register en nummering
De administratie bevat een register van alle rechthebbenden en gebruikers van de graven met hun namen en adressen. In dit register worden tevens de naam, geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen van degene die is begraven of waarvan de as is bezorgd. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of bijzetting.
Artikel 6 Tijden van begraven en asbezorging
en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder, in overleg met de betrokken nabestaande vastgesteld.
Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen van tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.
Artikel 12 Termijn eigen graven
1.Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat,
op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 30 jaar het recht op een
eigen graf of voor 20 jaar het recht op een eigen urnennis. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.
Artikel 13 Termijnen algemene graven
Algemene graven worden uitgegeven voor een termijn van 10 jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd. Een stoffelijk overschot kan echter na afloop van de termijn, op schriftelijk verzoek en op kosten van de gebruiker, in een nieuw eigen graf volgens de bepalingen van deze verordening worden herbegraven.
Artikel 15 Kennisgeving begraven en asbezorging
De rechthebbende of gebruiker die wil doen begraven, een asbus wil doen bijzetten of as wil verstrooien, geeft daarvan uiterlijk één werkdag voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, vóór 12.00 uur kennis aan de beheerder. Zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden niet als werkdag.
Artikel 16 Openen en sluiten van het graf
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen, mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.
1 . De aanwijzing van de plaats van het graf geschiedt met inachtneming van het bepaalde in artikel 10 door de beheerder.
Tot de begraving of bijzetting wordt niet overgegaan dan nadat:
alleen bij begraving van een stoffelijk overschot, het personeel van de begraafplaats de
identiteit van het stoffelijk overschot heeft vastgesteld door vergelijking van het op de kist of
een ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met dat op een bijgevoegd document dat
tevens de namen, overlijdens- en geboortedatum van de overledene dan welde geslachts-
Artikel 19 Lijkomhulsel en grafgiften
Rechthebbenden of gebruikers leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkhoezen, die voldoen aan de in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechterlijke verordeningen, privaatrechterlijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. Genoemde regels zijn vastgesteld in het Lijkomhulselbesluit 1998. De lijkhoezen die voldoen aan de normen van het Lijkomhulselbesluit, staan op de ‘witte lijst’ van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB).
Een grafrecht van een eigen graf kan worden overgedragen door overlegging aan het college van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht. Deze rechtsopvolger is de echtgenoot of geregistreerde partner of andere levenspartner, dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht van een graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe bij het college wordt gedaan binnen 1 jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het grafrecht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 22 Vervallen grafrechten
Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken en / of beplanting kan gedurende één maand na het vervallen van een grafrecht door de rechthebbende of gebruiker van het graf worden verwijderd. Na het vervallen van het grafrecht en na verloop van de genoemde periode kunnen zij geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden. Het op het graf aanwezige gedenkteken en de beplanting zal na het vervallen van het grafrecht door of namens het college worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding.
Het college voorziet in het algemeen onderhoud van de begraafplaats met uitzondering van de grafoppervlakken.
Schade als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van heesters of andere beplantingen ten behoeve van een bijzetting of opgraving, en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker.
Artikel 27 Tijdelijke verwijdering
Een rechthebbende of gebruiker is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente op kosten van de gemeente tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.
Artikel 31 Rechten en plichten
Door vestiging van een grafrecht of het gebruik van een grafruimte onderwerpt een rechthebbende of een gebruiker zich aan de bepalingen van deze verordening, zoals deze eventueel nader wordt gewijzigd of aangevuld.
Artikel 33 Verstrekking verordening
Een exemplaar van deze verordening wordt éénmalig kosteloos op verzoek aan de belanghebbende verstrekt. Meerdere exemplaren zijn tegen betaling van leges
Artikel 34 Beslissingsbevoegdheid
In geval waarin deze verordening niet voorziet of in geval van verschil van mening over de uitleg van haar bepalingen, beslist het college.
Vastgesteld in de openbare vergadering van raadvan de gemeente Pekela van 4 juli 2006
De huidige beheersverordening begraafplaatsen inclusief de nadere regels, de tariefsverordening, tarieventabel en de grafakten zijn herzien. Aanleiding was de ouderdom van de huidige beheersverordening (1993) en de aanpassingen van de Wet op de lijkbezorging die inmiddels hebben plaatsgehad. Tevens is in de huidige situatie sprake van een onduidelijke juridische status van de toegepaste grafrechten, spreekt de huidige verordening zich op bepaalde punten tegen en is de beheersverordening op punten onvolledig.
Met deze herziening is eenduidigheid geschapen zonder het afzonderlijke karakter van de twee gemeentelijke begraafplaatsen aan te tasten. Belangrijke zaken als onderhoud, beheer, aansprakelijkheid en overzichtelijkheid van rechten en plichten voor zowel gemeente als gebruiker als rechthebbende zijn op een juridisch juiste wijze uiteengezet alsmede de juiste termijnen van de herziene begraafrechten.
De beheersverordening is een aanvulling op de Wet. Dit houdt in dat alles wat in de Wet is beschreven in feite niet terug hoeft te komen in de beheersverordening. Toch is hier op sommige punten van afgeweken en wel om de volgende reden. Ieder wordt geacht de wet te kennen maar de praktijk sluit hierbij niet aan. Om duidelijkheid ten aanzien van de praktische uitvoering van de wet te garanderen, worden bepaalde onderdelen van die wet uitgelicht en nader omschreven. Het gaat hier om een praktische aanvulling met het oogmerk om voor zowel de betrokken ambtenaren als de rechthebbende, de gebruiker en derde partijen een duidelijke situatie te scheppen. Als daarvoor sommige bepalingen uit de wet, feitelijk dus een wettekst van een hoger niveau, in de gemeentelijke beheersverordening moet wordt gebracht dan is dit in deze herziene beheersverordening gedaan.
De benadrukking van zulke artikelen werkt dus in twee richtingen. Het verkleint de kans op fouten binnen de eigen organisatie en het verduidelijkt de rechten en plichten aan de gebruikers van de begraafplaats die normaliter niet van de wet (aangaande de lijkbezorging) op de hoogte zijn. Navolgend zijn de artikelen toegelicht. Waar van toepassing zijn de aanvullende of verwijderde teksten beschreven.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De begripsomschrijvingen in de beheersverordening begraafplaatsen en de heffingsverordening zullen grotendeels gelijkluidend moeten zijn. Navolgend zijn enkele belangrijke aanpassingen in de begripsomschrijvingen beschreven.
- f. / h. eigen urnengraf/urnennis:
In de huidige beheersverordening wordt de mogelijkheid geboden om asbussen bij te zetten in algemene urnengraven (10 jaargrafrust). Dit is ongewenst aangezien voor alle asbussen bij wet is bepaald dat deze door de houder van de asbestemmingsplaats pas na 20 jaren mogen worden geruimd. Door asbestemmingsplaatsen aan te bieden voor 10 jaren verplicht de gemeente zich om, indien de nabestaanden geen behoefte hebben de asbus terug te nemen, de asbus nogmaals 10 jaren te bewaren. In de herziene versie komen alleen ‘eigen’ asbestemmingen voor.
- q. / r. / s. / t. / u. Terminologie ten aanzien van recht en gebruik
Middels deze begrippen is het onderscheid duidelijk gemaakt tussen de gebruiker en de rechthebbende. Een gebruiker maakt gebruik van een algemeen graf, hem ter beschikking gesteld door de gemeente. Een rechthebbende heeft het uitsluitende grafrecht op een eigen graf. Deze passages dienen om nadruk te leggen op het feit dat het gebruik van een algemeen graf niet verlengd kan worden terwijl een rechthebbende het grafrecht zo lang kan verlengen als er behoefte aan bestaat.
Zowel het gebruik als het grafrecht worden bevestigd middels een grafakte. Dit voorkomt twijfel in de toekomstige situatie en geeft nogmaals een samenvatting van de rechten en plichten.
Dit artikel spreekt voor zich.
Voorheen was ook het begrip ‘algemeen graf’ in dit artikel opgenomen. Aangezien er, uitgaande van de herziene beheersverordening, alleen nog algemene graven worden uitgegeven en geen algemene asbestemmingen, is uitbreiding van dit begrip onnodig.
Algemene graven worden in de Wet op de lijkbezorging niet bij naam genoemd en zijn in principe bedoeld om begravingen te laten plaatsvinden op kosten van de gemeenschap. Voor deze graven hoeft in principe alleen de minimale grafrusttermijn van 10 jaar in acht te worden gehouden. Hierbij is te denken aan bijvoorbeeld ongeïdentificeerde lijken, aangespoelde of gevonden lijken waarvan geen nabestaanden zich melden etc. en waarvoor dus niemand in de begraving zal voorzien. De gemeenschap betaalt dan de kosten voor het begraven van het lijk. Nu zal het voorkomen dat de aanvraag komt om een lijk te begraven in een algemeen graf doordat de aanvrager de financiële middelen niet heeft om in de begraving in een eigen graf te voorzien. Ook voor deze gevallen kan begraven worden in een algemeen graf, voor de duur van 10 jaar. De kosten die hiervoor in rekening worden gebracht, zijn de kosten voor het begraven zelf alsmede voor het algemene onderhoud van de begraafplaats voor een periode van 10 jaar. Deze grafrustperiode kan niet verlengd worden! Mocht echter de financiële situatie zich verbeteren dan bestaat de mogelijkheid om het algemene graf alsnog om te zetten naar een eigen graf met uitsluitend grafrecht.
Geeft weer aan zowel houder van de begraafplaats (de gemeente Pekela) als de rechthebbende en gebruiker van de begraafplaats waarvoor de begraafplaatsen bedoeld zijn en welke bestemming deze hebben.
Artikel 4 Register en nummering
De gemeente verplicht zich om, in uitvoering van de wet, een openbaar register aan te houden. Daarnaast is de verplichting voor rechthebbenden en gebruikers opgenomen om adreswijzigingen door te geven bij het college. Dit is van belang omdat de gemeente in de aanschrijving van rechthebbenden en gebruikers (rekeningen, aanbieden van verlenging, sommeringen) onredelijk veel moeite moet doen deze te achterhalen na overlijden of verhuizen. Het geen gevolg geven aan deze bepaling geeft de gemeente een handvat om bijvoorbeeld het grafrecht te laten vervallen.
Opgenomen is dat de begraafplaats voor kinderen beneden de 12 jaar niet toegankelijk is zonder meerderjarige begeleiding. Tevens zijn in de herziene versie openingstijden genoemd, te weten van zonsopkomst tot zonsondergang. Voorheen kon het college deze bij nadere regels vaststellen.
Artikel 6 Tijden van begraven en asbezorging
De tijden waarop kan worden begraven zullen door het college nader vastgesteld worden.
Middels lid 4 is bepaald dat op de begraafplaats slechts één begraving tegelijkertijd mag plaatsvinden. Dit dient de kwaliteit van begraven ten goede te komen. Het college van burgemeester en wethouders kan hiervan afwijken, bijvoorbeeld bij de begraving van meerdere personen die tijdens een ongeval zijn omgekomen.
Dit artikel komt in grote lijnen overeen met het huidige artikel 4 van de verordening. Toegevoegd is een reeks van verboden die in de strafbepaling (art. 32) weer genoemd worden. De gemeente heeft zodoende een middel om de verboden te handhaven.
Dit artikel is nieuw en vormt een aanvulling op het eerder genoemde artikel 4. Dit artikel legt meer verantwoordelijkheid en bevoegdheid bij de beheerder van de begraafplaats. Dit artikel bepaalt eveneens dat steenhouwers en hoveniers zich alleen met toestemming van de beheerder op de begraafplaats mogen begeven om daar hun werkzaamheden te verrichten.
Dit is van belang omdat de beheerder op de hoogte dient te zijn van alle grafbedekkingen die worden aangebracht (deze komen immers in eigendom van de houder van de begraafplaats, de gemeente).
Dit artikel spreekt voor zich, er zijn geen aanpassingen gedaan ten opzichte van artikel 5 in de huidige verordening.
Artikel 10 Uitgifte en indeling graven
Dit artikel bestaat uit de huidige artikelen 13 en 14. In dit artikel is uitgegaan van begraven op volgorde van overlijden. Dit houdt in dat in principe geen vrije keuze van het graf mogelijk is. Dit is gedaan om de graven van verschillende ouderdom gescheiden te houden dus, om met andere woorden te spreken, dat er geen nieuwe graven tussen de oudere graven worden uitgegeven.
Door ruiming en heringebruikname van graven kan door de gemeente in de begraafbehoefte worden voorzien. Dit ruimen en herinrichten gebeurt bij voorkeur vaksgewijs aangezien zo conform de geldende voorschriften hele grafvelden kunnen worden ingericht wat het herinrichten efficiënter maakt. Wanneer graven van verschillende ouderdom door elkaar worden toegepast, verkleint dit de mogelijkheden van herinrichting en kan dit leiden tot grote investeringen voor bijvoorbeeld uitbreiding van de begraafplaats. (kosten die in principe niet gemaakt hoefden te worden als er vaksgewijs gewerkt kan worden).
In dit artikel wordt aangegeven welke soorten graven mogelijk zijn op de begraafplaatsen. Het wijkt in zoverre niet af van de huidige beheersverordening met dien verstande dat nog eens kritisch is gekeken naar de huidige praktijksituatie. Alle genoemde mogelijkheden zijn in overeenstemming met de praktijk.
Artikel 12 Termijn eigen graven
Dit artikel is uitgebreider in vergelijking met het huidige artikel 15. Het geeft exact weer aan welke voorwaarden een rechthebbende moet voldoen om het grafrecht te handhaven en te verlengen. Het belangrijkste verschil is dat het herziene artikel zowel naar de rechthebbenden als de gemeentelijke organisatie toe duidelijker uiteengezet wordt welke stappen conform de wet genomen moeten worden en welke effecten deze stappen hebben.
Artikel 13 Termijnen algemene graven
Dit artikel is nieuw en geeft duidelijk het verschil weer tussen de status van een algemeen graf ten opzichte van de status van een eigen graf zoals dat is weergegeven in herzien artikel 12.
Dit verschil wordt steeds benadrukt omdat uit de praktijk blijkt dat mensen zich onvoldoende bewust zijn van de effecten van hun keuze op dit vlak.
In dit artikel zijn aanvullende bepalingen geplaatst ten opzichte van het huidige artikel 16. Op deze wijze is de verantwoordelijkheid van het openen van de grafkelder in het geval van bijzettingen beter beschreven.
Artikel 15 Kennisgeving begraven en asbezorging
Het huidige artikel 7 bestaat uit drie leden. Deze drie leden zijn opgesplitst in de drie aparte en herziene artikelen 15, 18 en 20.
Artikel 15 behandelt het traject van kennisgeving van begraven en asbezorging. Hierin wordt bepaald binnen welke termijnen de kennisgeving moet worden gedaan en welke documenten daarbij overgelegd dienen te worden.
Artikel 17 Te overleggen documenten
Dit artikel is gebaseerd op het huidige artikel 9 en bepaalt welke documenten door diegene die in de begraving voorziet aangeleverd moeten worden en die door de beheerder van de begraafplaats gecontroleerd moeten worden.
Dit artikel is opgenomen ter ondersteuning van de gemeentelijke organisatie als een leidraad voor een foutloos traject van aangifte tot begraving. Het geeft tevens inzicht (aan de uitvaartondernemer) in de werkwijze en verplichtingen die gelden voor derden alvorens tot begraving kan worden overgegaan.
Artikel 19 Lijkomhulsel en grafgiften
Dit artikel is nieuw en bestaat uit een uittreksel van het Lijkomhulselbesluit. Dit artikel is in dat opzicht overbodig, het besluit geldt immers ook zonder vermelding in deze verordening maar vanwege de onbekendheid met de materie in de praktijk en de risico’s die bij onjuist gebruik genomen worden is vermelding in de beheersverordening gewenst. Het toepassen van verkeerde lijkhoezen of slecht doorlatende lijkomhulsels (kunststof kleding, lijkwaden) kan leiden tot het stopzetten van de lijkvertering waardoor vanuit milieuhygiënisch opzicht belastende situaties kunnen ontstaan en graven niet meer ter beschikking kunnen komen voor nieuwe, toekomstige begravingen.
In dit artikel is eveneens een bepaling opgenomen dat geen vervuilende voorwerpen aan de grafruimte mogen worden toegevoegd alsmede voorwerpen die de vertering van het lijk kunnen belemmeren of voorkomen.
Dit artikel betreffende het overdragen van grafrechten komt overeen met het huidige artikel 17.
Toegevoegd is dat voor elke overboeking de daarvoor verschuldigde kosten zijn verschuldigd.
Dit artikel komt overeen met het huidige artikel 18. Het artikel blijft inhoudelijk ongewijzigd en spreekt voor zich.
Artikel 22 Vervallen grafrechten
Dit artikel is nieuw, het beschrijft wanneer grafrechten vervallen zowel door nalatigheid van de rechthebbende of op aanvraag van de rechthebbende als door ingrijpen van het college van burgemeester en wethouders. Dit artikel geeft de gemeente meer bevoegdheden om op te treden tegen rechthebbenden en gebruikers die in verzuim blijven een op grond van deze verordening op hen rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelen. Het laten vervallen van grafrechten kan ook een (tijdelijke) juridische stok achter de deur zijn bij geschillen. De positie van de gemeente als houder van de gemeentelijke begraafplaatsen is hiermee versterkt.
Artikel 23 Vereisten grafbedekking
Dit artikel is een uitgebreide versie van het huidige artikel 20. Het beschrijft, zonder in detail te treden aan welke hoofdvoorwaarden moet worden voldaan om een grafbedekking te mogen plaatsen. Dit artikel wordt uitgebreider behandeld in de nadere regels behorende bij deze beheersverordening.
De gemeente voorziet slechts in het algemeen onderhoud (de paden, de hagen, bomen en andere algemene delen) van de begraafplaats. De rechthebbenden en de gebruikers worden verantwoordelijk en aansprakelijk gesteld voor het gehele onderhoud en schadeherstel van de grafbedekking met uitzondering van de algemene graven waar de gemeente verantwoordelijk blijft voor de gedenktekens.
Artikel 25 Onderhoud rechthebbende / gebruiker
In dit artikel zijn de hoofdzakelijke bepalingen weergegeven waaraan de rechthebbenden en gebruikers dienen te voldoen ten aanzien van het grafonderhoud. Tevens zijn de maatregelen weergegeven die het college kan nemen indien de rechthebbenden en gebruikers dit nalaten. Dit artikel versterkt de positie van de gemeente als houder van de begraafplaatsen en wordt uitgebreider weergegeven in de nadere regels
Middels dit artikel wordt de aansprakelijkheid weerlegd naar de rechthebbenden en de gebruikers. De gemeente wordt de mogelijkheid geboden om in te grijpen om onveilige situaties te voorkomen of op te heffen. Dit artikel versterkt de positie van de gemeente als houder van de begraafplaatsen.
Artikel 27 Tijdelijke verwijdering
Dit artikel is nieuw en geeft de gemeente het recht op een op het graf aanwezige grafbedekking te verwijderen zodat tot bijzetting in het bewuste graf kan worden overgegaan. Dit geldt eveneens voor de grafbedekking van een naastgelegen graf. Het artikel spreekt voor zich.
Dit artikel komt grotendeels overeen met het huidige artikel 25. Het herziene artikel 28 is wat uitgebreider en overzichtelijker van opzet en biedt de rechthebbenden en gebruikers meer mogelijkheden ten aanzien van het herbestemmen van stoffelijke resten en de termijnen waarop dit dient te gebeuren.
In dit artikel worden de bevoegdheden beschreven inzake het ruimen en eventueel herbegraven van stoffelijke resten. Dit mag slechts gebeuren door bepaalde, door het college aangewezen personen aangezien het ongewenst is dat nabestaanden in contact komen met de stoffelijke resten die bijna zeker zullen worden aangetroffen en moeten worden verzameld. Vanzelfsprekend mogen bij de werkzaamheden dan ook geen andere personen aanwezig zijn dan de personen die met de werkzaamheden zijn belast. De inhoud van dit artikel was in deze vorm niet opgenomen in de huidige beheersverordening.
Dit artikel komt geheel overeen met het huidige artikel 27 met uitzondering van het laatste toegevoegde lid waarin gesteld staat dat het college nadere regels kan stellen voor de bedoelde grafbedekkingen.
Dit artikel komt overeen met het huidige artikel 32. Zonder dit artikel kan geen sanctionering van de in de verordening gestelde verboden plaatsvinden. In plaats van een geldboete van de eerste categorie wordt in de herziene versie gestraft met een geldboete van de tweede categorie.
Artikel 33 Verstrekken verordening
Om de kennis van de door de gemeente gehanteerde regels onder de rechthebbenden en gebruikers te bevorderen wordt bij ieder uitgegeven graf (bij iedere grafakte) een kopie van de beheersverordening verstrekt. Ook op de grafakten staan de belangrijkste voorschriften vermeld. Dit is gedaan omdat, bijvoorbeeld bij overlijden van de rechthebbende of de gebruiker, de rechtverkrijgenden vaak juist de grafakte zullen vinden en deze dus kunnen raadplegen met betrekking tot het verkregen recht of gebruik en hierop actie kunnen ondernemen.