Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Pekela

Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen te Pekela

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePekela
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen te Pekela
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op de lijkbezorging, art. 35
  2. Gemeentewet, art. 149
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-07-200616-01-2014nieuwe regeling

04-07-2006

Pekelder Streekblad, 12-07-2006

2006R0034

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING VOOR HET BEHEER EN GEBRUIK VAN DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN TE PEKELA

De raad van de gemeente Pekela;

gelezen het voorstel van het college van 15 mei 2006;

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de

“VERORDENING VOOR HET BEHEER EN GEBRUIK VAN DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN TE PEKELA

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats:

    • -

      de gemeentelijke begraafplaats te Oude Pekela;

    • -

      de gemeentelijke begraafplaats te Boven Pekela;

  • b.

    eigen graf: een graf, al dan niet ingericht met een betonnen of gemetselde ruimte, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn of het doen verstrooien

van as;

  • c.

    eigen dubbelgraf: twee naast elkaar gelegen eigen graven bestemd voor echtgenoten dan wel samenwonende partners die gelijktijdig worden uitgegeven en waarin enkeldiep wordt begraven waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluiten recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn of het doen verstrooien

van as;

  • d.

    eigen kindergraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van een lijk van een levenloos geboren kind, alsmede

van kinderen tot 12 jaar;

-het doen bijzetten en bijgezet houden van een asbus met of zonder urn of het doen verstrooien

van as van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

  • e.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • f.

    eigen urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend

    recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn,

    bevattende de as van overledenen;

  • g.

    urnenmuur: een muur waarin urnennissen zijn uitgespaard;

  • h.

    eigen urnennis: een nis in een urnenmuur waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn, bevattende de as van overledenen;

  • i.

    urnentuin: een gedeelte van de begraafplaats bestemd tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in een eigen urnengraf;

  • j.

    asbus: een bus ter berging van de as van een overledene;

  • k.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meerdere asbussen;

  • l.

    verstrooiingsveld: een permanent daartoe bestemde plaats op een gemeentelijke begraafplaats

    waarop as wordt verstrooid;

  • m.

    gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

  • n.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;

  • o.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • p.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pekela;

  • q.

    rechthebbende: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon, die het uitsluitend recht heeft

    verkregen tot het doen begraven en begraven houden of het doen bijzetten in een eigen graf,

eigen dubbel graf, een eigen kindergraf, een eigen urnengraf of een eigen urnennis;

  • r.

    gebruiker: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon aan wie het gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijs geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • s.

    grafakte: de beschikking waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het college van de gemeente Pekela een grafrecht of het gebruik wordt verleend;

  • t.

    grafrecht: het uitsluitend recht op het begraven en begraven houden in een eigen graf, eigen dubbel graf, eigen kindergraf of recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden in een eigen urnengraf of eigen urnennis;

  • u.

    gebruik: het gebruik van een algemeen graf.

Artikel 2 Begrippen eigen graf

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voorzover van belang onder ‘eigen graf’ mede verstaan: eigen dubbelgraf, eigen kindergraf, eigen urnengraf en eigen urnennis.

Artikel 3 Bestemming

  • 1.

    De onder artikel 1, lid a, genoemde begraafplaatsen zijn bestemd voor:

    • -

      het begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het begraven en begraven houden, bijzetten en bijgezet houden van asbussen;

    • -

      het verstrooien van as van personen.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen omtrent de bestemming van de begraafplaats, waarbij de regels kunnen verschillen per begraafplaats en voor de te onderscheiden vakken en rijen.

Artikel 4 Register en nummering

  • 1.

    De administratie bevat een register van alle rechthebbenden en gebruikers van de graven met hun namen en adressen. In dit register worden tevens de naam, geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen van degene die is begraven of waarvan de as is bezorgd. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of bijzetting.

  • 2.

    Het college draagt er zorg voor dat er van de begraafplaats een gewaarmerkte plattegrondtekening wordt aangehouden waarop de indeling en de grafnummering van de begraafplaats is aangegeven.

  • 3.

    De rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het college door te geven.

  • 4.

    Van het in het eerste lid bedoelde register kunnen uitsluitend rechthebbenden en gebruikers, tegen betaling van de daarvoor verschuldigde leges, een uittreksel ten aanzien van hun graf of nis verkrijgen.

Openstelling van de begraafplaats

 

Artikel 5 Openstelling

  • 1.

    De begraafplaats is kosteloos voor eenieder toegankelijk met dien verstande dat de toegang tot en het verblijf op de begraafplaats is verboden voor kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar, zonder meerderjarige geleide.

  • 2.

    De openingstijden zijn, behoudens door het college te verlenen ontheffing van zonsopkomst tot zonsondergang.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek is geopend, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

  • 4.

    Het college kan de toegangen of delen van de begraafplaats tijdelijk sluiten.

Artikel 6 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    Het begraven van stoffelijke resten en het bezorgen van de as vindt plaats op door het college nader vast te stellen tijden.

  • 2.

    Op zondagen en op algemeen erkende feest- en gedenkdagen vinden geen begravingen, bijzettingen of bezorgingen van as plaats.

  • 3.

    Het tijdstip van begraven of bijzetten van stoffelijke resten en het bezorgen van de as wordt telkens

en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder, in overleg met de betrokken nabestaande vastgesteld.

  • 4.

    Op hetzelfde tijdstip mag op de begraafplaats niet meer dan één begrafenis plaatsvinden.

  • 5.

    Het college kan in bijzondere gevallen van de dagen, tijden en bepalingen in dit artikel afwijken.

Ordemaatregelen

 

Artikel 7 Verboden

  • 1.

    Het is verboden op de begraafplaats:

    • a.

      zich op hinderlijke wijze te gedragen;

    • b.

      te colporteren of goederen voor verkoop aan te bieden;

    • c.

      op enige wijze reclame te maken voor handel of bedrijf;

    • d.

      op de graven te lopen of de begraafplaats te verontreinigen;

    • e.

      de graven, de gedenktekens, de beplanting, de gebouwen en de paden te bekladden, te

      beschadigen of op enigerlei andere wijze te verontreinigen;

    • f.

      dieren mee te nemen, met uitzondering van een hond ter begeleiding van een blinde;

    • g.

      dieren te begraven;

    • h.

      te gaan zitten anders dan op de daartoe aangebrachte zitplaatsen;

    • i.

      zich toegang tot de begraafplaats te verschaffen anders dan via de daarvoor bestemde

      ingangen;

    • j.

      iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de

      overledene.

  • 2.

    Het is verboden op de begraafplaats:

  • a.

    rij- of voertuigen, met uitzondering van invalidenwagens, mee te nemen, anders dan ter gelegenheid van een begrafenis of tot het vervoeren van materialen bestemd voor op de begraafplaats te verrichten werkzaamheden;

  • b.

    met motorrijtuigen sneller dan 10 km per uur te rijden.

    • 3.

      Het college kan ontheffing verlenen van de verboden, zoals genoemd in lid 2 onder punt a, van dit artikel.

Artikel 8 Ordehandhaving

  • 1.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    Degenen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzingen houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

    Ter handhaving van de orde op de begraafplaats kan bezoekers de toegang tot de begraafplaats worden ontzegd.

  • 3.

    Het is steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van of namens de beheerder, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten.

  • 4.

    In verband met werkzaamheden op de begraafplaats kan bezoekers de toegang tot de begraafplaats of een deel van de begraafplaats worden ontzegd.

Artikel 9 Plechtigheden

Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen van tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

Indeling begraafplaats en onderscheid graven

 

Artikel 10 Uitgifte en indeling graven

  • 1.

    Graven worden in volgorde van ligging voor directe begraving uitgegeven en aansluitend op de reeds uitgegeven graven.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in lid 1.

  • 3.

    Het college behoudt zich het recht voor om bij nader vast te stellen regels de indeling van de begraafplaats, de bestemming van de grafvelden en het onderscheid in graven vast te stellen en te wijzigen.

Artikel 11 Soorten graven en aantal overledenen

  • 1.

    Op de begraafplaats te Oude Pekela en te Boven Pekela kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      eigen graven;

    • b.

      eigen dubbelgraven;

    • c.

      eigen kindergraven;

    • d.

      eigen urnen graven;

    • e.

      algemene graven.

  • 2.

    Op de begraafplaats te Oude Pekelakunnen tevens worden uitgegeven:

    • a.

      eigen urnennissen;

  • 3.

    Het college stelt nadere regels voor het aantal overledenen en asbussen dat in de in dit artikel genoemde graven mag worden begraven of bijgezet.

Artikel 12 Termijn eigen graven

1.Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat,

op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 30 jaar het recht op een

eigen graf of voor 20 jaar het recht op een eigen urnennis. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende, mits gedaan binnen twee jaren voor het verstrijken van de lopende termijn, verlengd, doch telkens niet langer dan tien jaren.

  • 3.

    De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden,

    door één van de in artikel 20, lid 1, bedoelde personen.

  • 4.

    Een uitsluitend recht op een eigen graf geeft de rechthebbende zeggenschap over wie in dat graf wordt begraven en begraven wordt gehouden, onder de voorwaarden en de beperkingen van deze verordening.

  • 5.

    Een recht als bedoeld in lid 1 van dit artikel, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 20, lid 1.

  • 6.

    Het in lid 1 van dit artikel bedoelde uitsluitend recht wordt door het college schriftelijk bevestigd door middel van een grafakte. Rechthebbenden kunnen, tegen betaling van de daarvoor verschuldigde leges, een duplicaatakte verkrijgen.

Artikel 13 Termijnen algemene graven

  • 1.

    Algemene graven worden uitgegeven voor een termijn van 10 jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd. Een stoffelijk overschot kan echter na afloop van de termijn, op schriftelijk verzoek en op kosten van de gebruiker, in een nieuw eigen graf volgens de bepalingen van deze verordening worden herbegraven.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde gebruik wordt door het college schriftelijk bevestigd door middel van een grafakte. Gebruikers kunnen, tegen betaling van de daarvoor verschuldigde kosten, een duplicaat-akte verkrijgen.

Artikel 14 Grafkelders

  • 1.

    Het college kan aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder op het gedeelte van de begraafplaats dat door het college daartoe is bestemd.

  • 2.

    Het college stelt nadere regels voor de afmetingen van de ruimte welke voor het stichten van een grafkelder beschikbaar wordt gesteld.

  • 3.

    Het stichten van een grafkelder geschiedt door de zorg van de aanvrager na verkregen vergunning van het college.

  • 4.

    Degene, die in een grafkelder wil doen begraven, is verplicht op zijn kosten deze kelder voor de begrafenis te laten openen en na het begraven terstond te laten sluiten.

  • 5.

    Het openen van een grafkelder, anders dan tot het daarin opnemen van overledenen en in dat geval eerder dan twee uren tevoren, is verboden, tenzij de beheerder van de begraafplaats hiervoor toestemming heeft verleend.

  • 6.

    Indien de rechthebbende zijn verplichtingen ten aanzien van het sluiten niet nakomt, geschiedt sluiting op zijn kosten van gemeentewege.

Vereisten voor begraving of bijzetting

 

Artikel 15 Kennisgeving begraven en asbezorging

  • 1.

    De rechthebbende of gebruiker die wil doen begraven, een asbus wil doen bijzetten of as wil verstrooien, geeft daarvan uiterlijk één werkdag voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, vóór 12.00 uur kennis aan de beheerder. Zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden niet als werkdag.

  • 2.

    Indien de burgemeester verlof heeft verleend om het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 3.

    Bij de in het eerste en tweede lid van dit artikel bedoelde kennisgeving dient het verlof tot begraving of de bezorging van as dan wel een ander wettelijk daarmee gelijkgesteld document te worden overgelegd.

Artikel 16 Openen en sluiten van het graf

Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen, mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.

Artikel 17 Te overleggen documenten

  • 1.

    Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven of de bezorging van as is overgelegd aan de beheerder.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een bestaand eigen graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd. De machtiging moet zijn ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

Artikel 18 Begraving

1 . De aanwijzing van de plaats van het graf geschiedt met inachtneming van het bepaalde in artikel 10 door de beheerder.

  • 2.

    Tot de begraving of bijzetting wordt niet overgegaan dan nadat:

    • a.

      indien is voldaan aan de in artikel 15 en 17 opgenomen vereisten;

    • b.

      alleen bij begraving van een stoffelijk overschot, het personeel van de begraafplaats de

      identiteit van het stoffelijk overschot heeft vastgesteld door vergelijking van het op de kist of

      een ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met dat op een bijgevoegd document dat

      tevens de namen, overlijdens- en geboortedatum van de overledene dan welde geslachts-

      naam van de levenloosgeborene bevat.

Artikel 19 Lijkomhulsel en grafgiften

  • 1.

    Rechthebbenden of gebruikers leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkhoezen, die voldoen aan de in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechterlijke verordeningen, privaatrechterlijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. Genoemde regels zijn vastgesteld in het Lijkomhulselbesluit 1998. De lijkhoezen die voldoen aan de normen van het Lijkomhulselbesluit, staan op de ‘witte lijst’ van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB).

  • 2.

    Rechthebbenden of gebruikers zijn verplicht bij het verzoek tot het verlof tot begraven het gebruik van lijkhoezen aan de beheerder door te geven.

  • 3.

    Het is niet toegestaan voorwerpen aan de grafruimte toe te voegen die de vertering van het lijk belemmeren of voorkomen en / of vervuilend zijn.

Grafrechten

 

Artikel 20 Overdracht

  • 1.

    Een grafrecht van een eigen graf kan worden overgedragen door overlegging aan het college van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht. Deze rechtsopvolger is de echtgenoot of geregistreerde partner of andere levenspartner, dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht van een graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe bij het college wordt gedaan binnen 1 jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is het college bevoegd het grafrecht vervallen te verklaren.

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het vorige lid genoemde termijn kan het college het grafrecht alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.

  • 5.

    Over elke overdracht of overboeking zijn de daarvoor vastgestelde kosten

    verschuldigd.

Artikel 21 Afstand doen graf

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het grafrecht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 22 Vervallen grafrechten

  • 1.

    De grafrechten vervallen:

    • a.

      door het verlopen van de termijn waarvoor het recht is verleend;

    • b.

      indien de rechthebbende afstand doet van het recht;

    • c.

      indien de begraafplaats wordt opgeheven.

  • 2.

    Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:

    • a.

      indien de betaling van de grafrechten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het

      grafrecht -ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is

      geschied;

    • b.

      indien de rechthebbende of de gebruiker -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op

      grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd

      handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende van een eigen graf is overleden en het recht niet binnen de in artikel

      20, lid 2, gestelde termijn is overgeschreven.

  • 3.

    In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c en in het tweede lid vindt geen terugbetaling plaats van (van een deel van) de betaalde rechten.

  • 4.

    Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken en / of beplanting kan gedurende één maand na het vervallen van een grafrecht door de rechthebbende of gebruiker van het graf worden verwijderd. Na het vervallen van het grafrecht en na verloop van de genoemde periode kunnen zij geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden. Het op het graf aanwezige gedenkteken en de beplanting zal na het vervallen van het grafrecht door of namens het college worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding.

Gedenktekens en grafbeplantingen

 

Artikel 23 Vereisten grafbedekking

  • 1.

    Het is verboden om zonder vergunning van het college een gedenkteken of andere voorwerpen op graven of een plaat ter afsluiting van een urnennis te plaatsen of te verwijderen.

  • 2.

    Omtrent de wijze van aanvraag van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekkingen, alsmede het aanbrengen of onderhoud van beplantingen kan het college nadere regels vast stellen.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 4.

    Het college kan de in het eerste lid bedoelde vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan is aan de door haar vastgestelde nadere regels conform het uitvoeringsbesluit;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

  • 5.

    Het (doen) plaatsen of aanbrengen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of beplantingen op algemene graven en eigen graven geschiedt door of namens de rechthebbende of de gebruiker.

  • 6.

    Alle kosten voor het plaatsen of aanbrengen, herstellen of vernieuwen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of afsluitplaten, of van heesters of andere beplantingen, komen voor rekening van de rechthebbende of de gebruiker.

Artikel 24 Onderhoud gemeente

Het college voorziet in het algemeen onderhoud van de begraafplaats met uitzondering van de grafoppervlakken.

Artikel 25 Onderhoud rechthebbende / gebruiker

  • 1.

    De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking op het graf behoorlijk te onderhouden of te herstellen in het belang van het uiterlijk aanzien van de begraafplaats en ter voorkoming van gevaar dat nalatigheid hierin voor derden oplevert.

  • 2.

    Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende beplanting, voorwerpen of zo nodig het gedenkteken doen verwijderen.

  • 3.

    De verwijdering van de grafbeplanting of het gedenkteken, zoals bedoeld is in dit artikel, vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende of de gebruiker schriftelijk is ingelicht over de toestand van het gedenkteken en / of de grafbeplanting.

  • 4.

    Verwelkte bloemen of kransen en kapotte voorwerpen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving door de beheerder worden verwijderd, zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding.

Artikel 26 Aansprakelijkheid

  • 1.

    De in artikel 23 bedoelde gedenktekens of beplantingen worden geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker te zijn aangebracht.

  • 2.

    Schade als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van heesters of andere beplantingen ten behoeve van een bijzetting of opgraving, en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker.

  • 3.

    De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de, door welke omstandigheden ook, daaraan toegebrachte schade op eerste aanschrijven te herstellen, indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt.

  • 4.

    Indien binnen 3 maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen over te gaan, waarbij geldt dat zij voor deze handeling niet aansprakelijk kan worden gesteld.

Artikel 27 Tijdelijke verwijdering

  • 1.

    Het afnemen en herplaatsen van een gedenkteken respectievelijk afdekplaat ten behoeve van de begraving van een lijk of de bijzetting van een asbus in een eigen graf geschiedt namens de rechthebbende en is voor rekening en risico van de rechthebbende.

  • 2.

    Een rechthebbende of gebruiker is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente op kosten van de gemeente tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.

Ruimen van graven

 

Artikel 28 Ruiming graf

  • 1.

    Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt tenminste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf zal worden geruimd schriftelijk aan de belanghebbende bekend gemaakt.

  • 2.

    De bij de ruiming van een graf aanwezige overblijfselen van lijken en/of asbussen, worden respectievelijk begraven en verstrooid op een door het college aangewezen gedeelte van de begraafplaats.

  • 3.

    De rechthebbende op een eigen graf, eigen dubbel graf, eigen kindergraf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om bij de ruiming de overblijfselen te verzamelen voor herbegraving elders.

  • 4.

    De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of te doen verstrooien.

  • 5.

    De gebruiker van een algemeen graf kan gedurende een periode van één jaar voor beëindiging van de grafrusttermijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij de ruiming de overblijfselen te verzamelen voor herbegraving elders.

  • 6.

    Ruiming en herbegraving zoals bedoeld in lid 3, 4 en 5 zal niet eerder plaatsvinden dan na beëindiging van de minimale wettelijke grafrusttermijn van de laatst in gebruik genomen begraaflaag.

  • 7.

    De kosten welke gemoeid zijn met de werkzaamheden genoemd onder lid 3, 4 en 5 van dit artikel, komen voor rekening van de rechthebbende of gebruiker van het betreffende graf.

Artikel 29 Bevoegdheden

  • 1.

    Het openen, sluiten en ruimen van graven, alsmede het opgraven en het opnieuw begraven van stoffelijke resten, dan wel van een asbus, al dan niet met urn, in een ander graf op de begraafplaats geschiedt uitsluitend door de daartoe door het college aangewezen personen.

  • 2.

    Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn, dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

  • 3.

    Indien door een ondeugdelijk geworden constructie van een grafmonument naar het oordeel van de beheerder een situatie is ontstaan die gevaar oplevert voor het omvallen of inzakken van het grafmonument, kan het college direct maatregelen treffen.

Historische graven en opvallende grafbedekking

 

Artikel 30 Historische graven

  • 1.

    Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2.

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan, onderzoekt het college of er graven zijn, die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3.

    Het college beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

  • 4.

    Het college kan nadere regels stellen voor de in het eerste lid genoemde grafbedekkingen

Overige bepalingen

 

Artikel 31 Rechten en plichten

Door vestiging van een grafrecht of het gebruik van een grafruimte onderwerpt een rechthebbende of een gebruiker zich aan de bepalingen van deze verordening, zoals deze eventueel nader wordt gewijzigd of aangevuld.

Artikel 32 Strafbepalingen

  • 1.

    Hij die handelt in strijd met artikel 5 lid 1 en 3, artikel 7 lid 1 en 2 en artikel 8 lid 3 wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie.

  • 2.

    Overtreding van artikel 5 lid 1 en 3, artikel 7 lid 1 en 2 en artikel 8 lid 3 van de verordening kan worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 33 Verstrekking verordening

Een exemplaar van deze verordening wordt éénmalig kosteloos op verzoek aan de belanghebbende verstrekt. Meerdere exemplaren zijn tegen betaling van leges

verkrijgbaar.

Artikel 34 Beslissingsbevoegdheid

In geval waarin deze verordening niet voorziet of in geval van verschil van mening over de uitleg van haar bepalingen, beslist het college.

Artikel 35 Citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in de plaats van alle voorgaande verordeningen van de gemeentelijke begraafplaatsen.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘ Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen te Pekela’.

  • 3.

    De verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van raadvan de gemeente Pekela van 4 juli 2006

voorzitter, de heer M. Schollema

griffier, de heer G. Wijers

 

Artikelsgewijze toelichting op de beheersverordening

De huidige beheersverordening begraafplaatsen inclusief de nadere regels, de tariefsverordening, tarieventabel en de grafakten zijn herzien. Aanleiding was de ouderdom van de huidige beheersverordening (1993) en de aanpassingen van de Wet op de lijkbezorging die inmiddels hebben plaatsgehad. Tevens is in de huidige situatie sprake van een onduidelijke juridische status van de toegepaste grafrechten, spreekt de huidige verordening zich op bepaalde punten tegen en is de beheersverordening op punten onvolledig.

Met deze herziening is eenduidigheid geschapen zonder het afzonderlijke karakter van de twee gemeentelijke begraafplaatsen aan te tasten. Belangrijke zaken als onderhoud, beheer, aansprakelijkheid en overzichtelijkheid van rechten en plichten voor zowel gemeente als gebruiker als rechthebbende zijn op een juridisch juiste wijze uiteengezet alsmede de juiste termijnen van de herziene begraafrechten.

De beheersverordening is een aanvulling op de Wet. Dit houdt in dat alles wat in de Wet is beschreven in feite niet terug hoeft te komen in de beheersverordening. Toch is hier op sommige punten van afgeweken en wel om de volgende reden. Ieder wordt geacht de wet te kennen maar de praktijk sluit hierbij niet aan. Om duidelijkheid ten aanzien van de praktische uitvoering van de wet te garanderen, worden bepaalde onderdelen van die wet uitgelicht en nader omschreven. Het gaat hier om een praktische aanvulling met het oogmerk om voor zowel de betrokken ambtenaren als de rechthebbende, de gebruiker en derde partijen een duidelijke situatie te scheppen. Als daarvoor sommige bepalingen uit de wet, feitelijk dus een wettekst van een hoger niveau, in de gemeentelijke beheersverordening moet wordt gebracht dan is dit in deze herziene beheersverordening gedaan.

De benadrukking van zulke artikelen werkt dus in twee richtingen. Het verkleint de kans op fouten binnen de eigen organisatie en het verduidelijkt de rechten en plichten aan de gebruikers van de begraafplaats die normaliter niet van de wet (aangaande de lijkbezorging) op de hoogte zijn. Navolgend zijn de artikelen toegelicht. Waar van toepassing zijn de aanvullende of verwijderde teksten beschreven.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De begripsomschrijvingen in de beheersverordening begraafplaatsen en de heffingsverordening zullen grotendeels gelijkluidend moeten zijn. Navolgend zijn enkele belangrijke aanpassingen in de begripsomschrijvingen beschreven.

- f. / h. eigen urnengraf/urnennis:

In de huidige beheersverordening wordt de mogelijkheid geboden om asbussen bij te zetten in algemene urnengraven (10 jaargrafrust). Dit is ongewenst aangezien voor alle asbussen bij wet is bepaald dat deze door de houder van de asbestemmingsplaats pas na 20 jaren mogen worden geruimd. Door asbestemmingsplaatsen aan te bieden voor 10 jaren verplicht de gemeente zich om, indien de nabestaanden geen behoefte hebben de asbus terug te nemen, de asbus nogmaals 10 jaren te bewaren. In de herziene versie komen alleen ‘eigen’ asbestemmingen voor.

- q. / r. / s. / t. / u. Terminologie ten aanzien van recht en gebruik

Middels deze begrippen is het onderscheid duidelijk gemaakt tussen de gebruiker en de rechthebbende. Een gebruiker maakt gebruik van een algemeen graf, hem ter beschikking gesteld door de gemeente. Een rechthebbende heeft het uitsluitende grafrecht op een eigen graf. Deze passages dienen om nadruk te leggen op het feit dat het gebruik van een algemeen graf niet verlengd kan worden terwijl een rechthebbende het grafrecht zo lang kan verlengen als er behoefte aan bestaat.

Zowel het gebruik als het grafrecht worden bevestigd middels een grafakte. Dit voorkomt twijfel in de toekomstige situatie en geeft nogmaals een samenvatting van de rechten en plichten.

Artikel 2 Begrip eigen graf

Dit artikel spreekt voor zich.

Voorheen was ook het begrip ‘algemeen graf’ in dit artikel opgenomen. Aangezien er, uitgaande van de herziene beheersverordening, alleen nog algemene graven worden uitgegeven en geen algemene asbestemmingen, is uitbreiding van dit begrip onnodig.

Algemene graven worden in de Wet op de lijkbezorging niet bij naam genoemd en zijn in principe bedoeld om begravingen te laten plaatsvinden op kosten van de gemeenschap. Voor deze graven hoeft in principe alleen de minimale grafrusttermijn van 10 jaar in acht te worden gehouden. Hierbij is te denken aan bijvoorbeeld ongeïdentificeerde lijken, aangespoelde of gevonden lijken waarvan geen nabestaanden zich melden etc. en waarvoor dus niemand in de begraving zal voorzien. De gemeenschap betaalt dan de kosten voor het begraven van het lijk. Nu zal het voorkomen dat de aanvraag komt om een lijk te begraven in een algemeen graf doordat de aanvrager de financiële middelen niet heeft om in de begraving in een eigen graf te voorzien. Ook voor deze gevallen kan begraven worden in een algemeen graf, voor de duur van 10 jaar. De kosten die hiervoor in rekening worden gebracht, zijn de kosten voor het begraven zelf alsmede voor het algemene onderhoud van de begraafplaats voor een periode van 10 jaar. Deze grafrustperiode kan niet verlengd worden! Mocht echter de financiële situatie zich verbeteren dan bestaat de mogelijkheid om het algemene graf alsnog om te zetten naar een eigen graf met uitsluitend grafrecht.

Artikel 3 Bestemming

Geeft weer aan zowel houder van de begraafplaats (de gemeente Pekela) als de rechthebbende en gebruiker van de begraafplaats waarvoor de begraafplaatsen bedoeld zijn en welke bestemming deze hebben.

Artikel 4 Register en nummering

De gemeente verplicht zich om, in uitvoering van de wet, een openbaar register aan te houden. Daarnaast is de verplichting voor rechthebbenden en gebruikers opgenomen om adreswijzigingen door te geven bij het college. Dit is van belang omdat de gemeente in de aanschrijving van rechthebbenden en gebruikers (rekeningen, aanbieden van verlenging, sommeringen) onredelijk veel moeite moet doen deze te achterhalen na overlijden of verhuizen. Het geen gevolg geven aan deze bepaling geeft de gemeente een handvat om bijvoorbeeld het grafrecht te laten vervallen.

Artikel 5 Openstelling

Opgenomen is dat de begraafplaats voor kinderen beneden de 12 jaar niet toegankelijk is zonder meerderjarige begeleiding. Tevens zijn in de herziene versie openingstijden genoemd, te weten van zonsopkomst tot zonsondergang. Voorheen kon het college deze bij nadere regels vaststellen.

Artikel 6 Tijden van begraven en asbezorging

De tijden waarop kan worden begraven zullen door het college nader vastgesteld worden.

Middels lid 4 is bepaald dat op de begraafplaats slechts één begraving tegelijkertijd mag plaatsvinden. Dit dient de kwaliteit van begraven ten goede te komen. Het college van burgemeester en wethouders kan hiervan afwijken, bijvoorbeeld bij de begraving van meerdere personen die tijdens een ongeval zijn omgekomen.

Artikel 7 Verboden

Dit artikel komt in grote lijnen overeen met het huidige artikel 4 van de verordening. Toegevoegd is een reeks van verboden die in de strafbepaling (art. 32) weer genoemd worden. De gemeente heeft zodoende een middel om de verboden te handhaven.

Artikel 8 Ordehandhaving

Dit artikel is nieuw en vormt een aanvulling op het eerder genoemde artikel 4. Dit artikel legt meer verantwoordelijkheid en bevoegdheid bij de beheerder van de begraafplaats. Dit artikel bepaalt eveneens dat steenhouwers en hoveniers zich alleen met toestemming van de beheerder op de begraafplaats mogen begeven om daar hun werkzaamheden te verrichten.

Dit is van belang omdat de beheerder op de hoogte dient te zijn van alle grafbedekkingen die worden aangebracht (deze komen immers in eigendom van de houder van de begraafplaats, de gemeente).

Artikel 9 Plechtigheden

Dit artikel spreekt voor zich, er zijn geen aanpassingen gedaan ten opzichte van artikel 5 in de huidige verordening.

Artikel 10 Uitgifte en indeling graven

Dit artikel bestaat uit de huidige artikelen 13 en 14. In dit artikel is uitgegaan van begraven op volgorde van overlijden. Dit houdt in dat in principe geen vrije keuze van het graf mogelijk is. Dit is gedaan om de graven van verschillende ouderdom gescheiden te houden dus, om met andere woorden te spreken, dat er geen nieuwe graven tussen de oudere graven worden uitgegeven.

Door ruiming en heringebruikname van graven kan door de gemeente in de begraafbehoefte worden voorzien. Dit ruimen en herinrichten gebeurt bij voorkeur vaksgewijs aangezien zo conform de geldende voorschriften hele grafvelden kunnen worden ingericht wat het herinrichten efficiënter maakt. Wanneer graven van verschillende ouderdom door elkaar worden toegepast, verkleint dit de mogelijkheden van herinrichting en kan dit leiden tot grote investeringen voor bijvoorbeeld uitbreiding van de begraafplaats. (kosten die in principe niet gemaakt hoefden te worden als er vaksgewijs gewerkt kan worden).

Artikel 11 Soorten graven

In dit artikel wordt aangegeven welke soorten graven mogelijk zijn op de begraafplaatsen. Het wijkt in zoverre niet af van de huidige beheersverordening met dien verstande dat nog eens kritisch is gekeken naar de huidige praktijksituatie. Alle genoemde mogelijkheden zijn in overeenstemming met de praktijk.

Artikel 12 Termijn eigen graven

Dit artikel is uitgebreider in vergelijking met het huidige artikel 15. Het geeft exact weer aan welke voorwaarden een rechthebbende moet voldoen om het grafrecht te handhaven en te verlengen. Het belangrijkste verschil is dat het herziene artikel zowel naar de rechthebbenden als de gemeentelijke organisatie toe duidelijker uiteengezet wordt welke stappen conform de wet genomen moeten worden en welke effecten deze stappen hebben.

Artikel 13 Termijnen algemene graven

Dit artikel is nieuw en geeft duidelijk het verschil weer tussen de status van een algemeen graf ten opzichte van de status van een eigen graf zoals dat is weergegeven in herzien artikel 12.

Dit verschil wordt steeds benadrukt omdat uit de praktijk blijkt dat mensen zich onvoldoende bewust zijn van de effecten van hun keuze op dit vlak.

Artikel 14 Grafkelders

In dit artikel zijn aanvullende bepalingen geplaatst ten opzichte van het huidige artikel 16. Op deze wijze is de verantwoordelijkheid van het openen van de grafkelder in het geval van bijzettingen beter beschreven.

Artikel 15 Kennisgeving begraven en asbezorging

Het huidige artikel 7 bestaat uit drie leden. Deze drie leden zijn opgesplitst in de drie aparte en herziene artikelen 15, 18 en 20.

Artikel 15 behandelt het traject van kennisgeving van begraven en asbezorging. Hierin wordt bepaald binnen welke termijnen de kennisgeving moet worden gedaan en welke documenten daarbij overgelegd dienen te worden.

Artikel 16 Openen en sluiten van het graf

Dit artikel is nieuw maar spreekt voor zich.

Artikel 17 Te overleggen documenten

Dit artikel is gebaseerd op het huidige artikel 9 en bepaalt welke documenten door diegene die in de begraving voorziet aangeleverd moeten worden en die door de beheerder van de begraafplaats gecontroleerd moeten worden.

Artikel 18 Begraving

Dit artikel is opgenomen ter ondersteuning van de gemeentelijke organisatie als een leidraad voor een foutloos traject van aangifte tot begraving. Het geeft tevens inzicht (aan de uitvaartondernemer) in de werkwijze en verplichtingen die gelden voor derden alvorens tot begraving kan worden overgegaan.

Artikel 19 Lijkomhulsel en grafgiften

Dit artikel is nieuw en bestaat uit een uittreksel van het Lijkomhulselbesluit. Dit artikel is in dat opzicht overbodig, het besluit geldt immers ook zonder vermelding in deze verordening maar vanwege de onbekendheid met de materie in de praktijk en de risico’s die bij onjuist gebruik genomen worden is vermelding in de beheersverordening gewenst. Het toepassen van verkeerde lijkhoezen of slecht doorlatende lijkomhulsels (kunststof kleding, lijkwaden) kan leiden tot het stopzetten van de lijkvertering waardoor vanuit milieuhygiënisch opzicht belastende situaties kunnen ontstaan en graven niet meer ter beschikking kunnen komen voor nieuwe, toekomstige begravingen.

In dit artikel is eveneens een bepaling opgenomen dat geen vervuilende voorwerpen aan de grafruimte mogen worden toegevoegd alsmede voorwerpen die de vertering van het lijk kunnen belemmeren of voorkomen.

Artikel 20 Overdracht

Dit artikel betreffende het overdragen van grafrechten komt overeen met het huidige artikel 17.

Toegevoegd is dat voor elke overboeking de daarvoor verschuldigde kosten zijn verschuldigd.

Artikel 21 Afstand doen graf

Dit artikel komt overeen met het huidige artikel 18. Het artikel blijft inhoudelijk ongewijzigd en spreekt voor zich.

Artikel 22 Vervallen grafrechten

Dit artikel is nieuw, het beschrijft wanneer grafrechten vervallen zowel door nalatigheid van de rechthebbende of op aanvraag van de rechthebbende als door ingrijpen van het college van burgemeester en wethouders. Dit artikel geeft de gemeente meer bevoegdheden om op te treden tegen rechthebbenden en gebruikers die in verzuim blijven een op grond van deze verordening op hen rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelen. Het laten vervallen van grafrechten kan ook een (tijdelijke) juridische stok achter de deur zijn bij geschillen. De positie van de gemeente als houder van de gemeentelijke begraafplaatsen is hiermee versterkt.

Artikel 23 Vereisten grafbedekking

Dit artikel is een uitgebreide versie van het huidige artikel 20. Het beschrijft, zonder in detail te treden aan welke hoofdvoorwaarden moet worden voldaan om een grafbedekking te mogen plaatsen. Dit artikel wordt uitgebreider behandeld in de nadere regels behorende bij deze beheersverordening.

Artikel 24 Onderhoud gemeente

De gemeente voorziet slechts in het algemeen onderhoud (de paden, de hagen, bomen en andere algemene delen) van de begraafplaats. De rechthebbenden en de gebruikers worden verantwoordelijk en aansprakelijk gesteld voor het gehele onderhoud en schadeherstel van de grafbedekking met uitzondering van de algemene graven waar de gemeente verantwoordelijk blijft voor de gedenktekens.

Artikel 25 Onderhoud rechthebbende / gebruiker

In dit artikel zijn de hoofdzakelijke bepalingen weergegeven waaraan de rechthebbenden en gebruikers dienen te voldoen ten aanzien van het grafonderhoud. Tevens zijn de maatregelen weergegeven die het college kan nemen indien de rechthebbenden en gebruikers dit nalaten. Dit artikel versterkt de positie van de gemeente als houder van de begraafplaatsen en wordt uitgebreider weergegeven in de nadere regels

Artikel 26 Aansprakelijkheid

Middels dit artikel wordt de aansprakelijkheid weerlegd naar de rechthebbenden en de gebruikers. De gemeente wordt de mogelijkheid geboden om in te grijpen om onveilige situaties te voorkomen of op te heffen. Dit artikel versterkt de positie van de gemeente als houder van de begraafplaatsen.

Artikel 27 Tijdelijke verwijdering

Dit artikel is nieuw en geeft de gemeente het recht op een op het graf aanwezige grafbedekking te verwijderen zodat tot bijzetting in het bewuste graf kan worden overgegaan. Dit geldt eveneens voor de grafbedekking van een naastgelegen graf. Het artikel spreekt voor zich.

Artikel 28 Ruiming graf

Dit artikel komt grotendeels overeen met het huidige artikel 25. Het herziene artikel 28 is wat uitgebreider en overzichtelijker van opzet en biedt de rechthebbenden en gebruikers meer mogelijkheden ten aanzien van het herbestemmen van stoffelijke resten en de termijnen waarop dit dient te gebeuren.

Artikel 29 Bevoegdheden

In dit artikel worden de bevoegdheden beschreven inzake het ruimen en eventueel herbegraven van stoffelijke resten. Dit mag slechts gebeuren door bepaalde, door het college aangewezen personen aangezien het ongewenst is dat nabestaanden in contact komen met de stoffelijke resten die bijna zeker zullen worden aangetroffen en moeten worden verzameld. Vanzelfsprekend mogen bij de werkzaamheden dan ook geen andere personen aanwezig zijn dan de personen die met de werkzaamheden zijn belast. De inhoud van dit artikel was in deze vorm niet opgenomen in de huidige beheersverordening.

Artikel 30 Historische graven

Dit artikel komt geheel overeen met het huidige artikel 27 met uitzondering van het laatste toegevoegde lid waarin gesteld staat dat het college nadere regels kan stellen voor de bedoelde grafbedekkingen.

Artikel 31 Rechten en plichten

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 32 Strafbepalingen

Dit artikel komt overeen met het huidige artikel 32. Zonder dit artikel kan geen sanctionering van de in de verordening gestelde verboden plaatsvinden. In plaats van een geldboete van de eerste categorie wordt in de herziene versie gestraft met een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 33 Verstrekken verordening

Om de kennis van de door de gemeente gehanteerde regels onder de rechthebbenden en gebruikers te bevorderen wordt bij ieder uitgegeven graf (bij iedere grafakte) een kopie van de beheersverordening verstrekt. Ook op de grafakten staan de belangrijkste voorschriften vermeld. Dit is gedaan omdat, bijvoorbeeld bij overlijden van de rechthebbende of de gebruiker, de rechtverkrijgenden vaak juist de grafakte zullen vinden en deze dus kunnen raadplegen met betrekking tot het verkregen recht of gebruik en hierop actie kunnen ondernemen.

Artikel 34 Beslissingsbevoegdheid

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 35 Inwerkingtreding en citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.