Organisatie | Gouda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling onderwijsachterstandenbeleid |
Citeertitel | Subsidieregeling onderwijsachterstandenbeleid |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Algemene subsidieverordening Gouda 2003, art. 7
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-11-2013 | 28-03-2014 | art. 9 | 05-11-2013 De Goudse Post, 13-11-2013 | 839237 | |
28-03-2013 | 05-11-2013 | art. 3, 4, 5, 9 | 12-03-2013 De Goudse Post, 27-03-2013 | 804535 | |
19-01-2012 | 28-03-2013 | Onbekend | 10-01-2012 Goudse Post, 18 januari 2012 | 712156 |
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
Coördinatiepunt VVE: samenwerkingsverband tussen de Federatie Brede School en de GGD Hollands Midden voor coördinerende taken op het gebied van VVE;
LEA: het lokale educatieve overleg tussen gemeente, schoolbesturen en directies van het primair-, het voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs;
MHR: Midden-Holland en Rijnstreek, voormalige schoolbegeleidingsdienst;
OAB-subsidie: subsidie ter uitvoering van het onderwijsachterstandenbeleid;
Schakelklas: een jaar extra ondersteuning voor leerlingen met grote taalachterstanden in de vorm van een deeltijdklas in plaats van de reguliere lessen;
Schoolgewichten: de belangrijkste voorspeller voor het ontstaan van onderwijsachterstanden is het opleidingsniveau van de ouders. De factor opleidingsniveau kent twee verschillende ‘zwaartes’ of gewichten. Zo ontvangt de school voor een leerling waarvan de ouders maximaal twee jaar voortgezet onderwijs hebben gevolgd 30% (gewicht is 0,30) extra financiering boven op het reguliere budget, voor leerlingen van ouders met maximaal basisonderwijs ontvangt een school 120 % (gewicht 1.20) boven op het reguliere budget;
Subsidieaanvraag: een aanvraag om voor OAB-subsidie in aanmerking te komen. Voor de aanvraag VVE en Schakelklas is een format ontwikkeld, dat ingevuld alle noodzakelijke informatie voor eventuele subsidieverlening bevat;
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE):programma’s met als doel de ontwikkeling van kinderen uit autochtone en allochtone achterstandsgroepen zodanig te stimuleren dat hun kansen op een goede schoolloopbaan en maatschappelijke carrière worden vergroot. De programma’s worden zowel in een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf aangeboden als in de eerste twee groepen van de basisschool;
Werkgroep kinderopvang: werkgroep van de LEA tussen gemeente, primair onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzalenen andere organisaties die zich bezig houden met VVE waarin thema’s met betrekking tot het beleid rond VVE worden besproken.
Deze subsidieregeling heeft als doelstelling om onderwijsachterstanden te signaleren en te bestrijden. Hierbij heeft het opzetten en uitvoeren van voorschoolse educatie en schakelklassen prioriteit. Uit het resterende budget (het overig deel) worden activiteiten gesubsidieerd met als doel kinderen te ondersteunen die door hun opvoeding of omgeving onvoldoende zijn voorbereid op het leren op school of tijdens hun schoolloopbaan onvoldoende gestimuleerd worden waardoor zij een verhoogd risico lopen op taal- of andere onderwijsachterstanden.
Artikel 3 Algemene toekenningscriteria
Schoolbesturen, kinderopvanginstellingen, peuterspeelzalen en maatschappelijke organisaties zonder winstoogmerk met aantoonbare ervaring in het organiseren van activiteiten gericht op het signaleren en bestrijden van onderwijsachterstandenkunnen voor OAB-subsidie in aanmerking komen voor zover:
Artikel 4 Subsidie VVE, coördinatiepunt VVE en MHR
Artikel 5 Subsidie schakelklas en MHR
Het maximum aantal toe te kennen schakelklassubsidies per school is afhankelijk van het aantal 0.30 en 1.20 schoolgewichten, gebaseerd op de telling van 1 oktober van het schooljaar waarin de aanvraag wordt gedaan. De volgende formule wordt toegepast: 0,5 x het aantal 0.30 gewichten + het aantal 1.20 gewichten per BRIN nummer. Is dit getal:
Voor schakelklassubsidies (artikel 5) geldt dat alle scholen, die de subsidie hebben aangevraagd en ervoor in aanmerking komen, minimaal subsidie krijgen voor één schakelklas per school, indien mogelijk voor groep 2, 4 of 5. Voor toekenning van meer schakelklassubsidies per school gelden dan de volgende prioriteiten, met inachtneming van het bepaalde in artikel 5, tweede lid:
De volgende data en termijnen zijn van toepassing:
Subsidieaanvragen dienen vóór 15 mei van het jaar vooruitlopend op het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft ingediend te zijn. De aanvraag wordt ingediend bij het college van Burgemeester en wethouders van Gouda, ter attentie van de afdeling Maatschappelijk Beleid, Postbus 1086, 2800 BB te Gouda.
De bepalingen uit de Algemene subsidieverordening Gouda 2003 en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit met betrekking tot de subsidievaststelling zijn van toepassing, met dien verstande dat, indien van toepassing, de vaststellingsaanvraag, voor 1 maart van het op het subsidietijdvak volgende jaar moet worden ingediend, waarbij voor het indienen van de accountantsverklaring uitstel kan worden verleend tot 15 mei van het op het subsidietijdvak volgende jaar.
Voor de verantwoording van VVE en schakelklassen wordt gebruik gemaakt van het vastgestelde verantwoordingsformulier.
De gemeente is wettelijk verplicht om onderwijsachterstandenbeleid te maken en uit te voeren, in overleg met de besturen van scholen, kinderopvang en peuterspeelzalen. Het rijk verstrekt hiertoe een specifieke uitkering. Op grond van art.168a Wet op het primair onderwijs verstrekken burgemeester en wethouders de middelen die de gemeente als specifieke uitkering van het rijk ontvangt aan de rechtspersonen die daarvoor in aanmerking komen. Teneinde deze middelen op transparante wijze te verstrekken is de Subsidieregeling onderwijsachterstandenbeleid opgesteld. De subsidieregeling kan gezien worden als een nadere uitwerking van het gemeentelijke onderwijsachterstandenbeleid.
Toelichting artikel 5, derde lid
Het maximum aantal toe te kennen schakelklassubsidies wordt gerelateerd aan de schoolgewichten per BRIN nummer. Dit wordt geacht het meest objectieve criterium te zijn om een onderscheid tussen scholen op te baseren. Het ministerie hanteert bij de toekenning van de specifieke uitkering onderwijsachterstandenbeleid het aantal schoolgewichten per gemeente.
Toelichting artikel 8, vierde lid
Uit de monitoring door MHR blijkt dat bij schakelklassen in de groepen 2, 4 en 5 de meeste leerwinst wordt behaald.
Bijlage (artikel 5, eerste lid, sub a)
Criteria voor de selectie van leerlingen voor de schakelklas
De criteria voor de selectie van leerlingen vallen uiteen in twee criteria: toetsen uit het Cito leerlingvolgsysteem en overige criteria. De toetsen uit het Cito LVS vormen een eerste basis van waaruit de selectie kan worden gestart. De resultaten van de Cito toetsen uit de grijze vakken worden ook voor de monitor gebruikt. Daarnaast vormen gegevens als ervaringen van de leerkracht(en), gegevens van interne begeleider, betrokkenheid van ouders/verzorgers en het leerpotentieel, de werkhouding en het gedrag van de leerling ook belangrijke criteria.
Toetsen uit het Cito-leerlingevolgsysteem
Minimaal op 2 onderdelen D- of E-niveau (Nederlandse normgroep) | ||
Minimaal op 2 onderdelen D- of E-niveau (Nederlandse normgroep) | ||
De toetsen uit het Cito LVS vormen een eerste basis van waaruit de selectie kan worden gestart. De resultaten van de Cito toetsen uit de grijze vakken worden ook voor de monitor gebruikt. Daarnaast vormen gegevens als ervaringen van de leerkracht(en), intern begeleider, betrokkenheid van ouders/verzorgers en het leerpotentieel, de werkhouding en het gedrag van de leerling ook belangrijke criteria.