Organisatie | Bernheze |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening welzijnssubsidies Bernheze 2012 |
Citeertitel | Verordening welzijnssubsidies Bernheze 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Onbekend
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | nieuwe regeling | 15-12-2011 Bernhezer | 2011/ |
Inhoudsopgave:Hoofdstuk 1: Algemene bepalingenTitel 1: Inleidende bepalingenTitel 2: De subsidieverleningTitel 3: De subsidievaststellingTitel 4: Intrekking, wijziging en beëindigingTitel 5: Betaling en terugvorderingHoofdstuk 2: Bijzondere bepalingenTitel 1: Inleidende bepalingenTitel 2: DonatiesTitel 3: Subsidies vrijwilligers- en zelforganisatiesTitel 4: BudgetsubsidiesTitel 5: ProjectsubsidiesHoofdstuk 3: Overgangs- en slotbepalingenToelichting bij de Verordening welzijnssubsidies 2012AlgemeenArtikelsgewijze toelichting
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Afdeling 1 Inleidende bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:1. Subsidie: de aanspraak op financiële middelen door het college van burgemeester en wethoudersvan de gemeente Bemheze (hierna aangeduidt als 'college') verstrekt met het oog opbepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan de gemeente geleverdezaken of diensten.2. Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvlak ten hoogste beschikbaar isvoor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaalde post van de gemeentebegroting.
Het college kan subsidies verstrekken voor zover:-een organisatie en/of activiteit een bijdrage levert aan de reaUsering van het welzijnsbeleidvan de gemeente Bemheze;-de activiteiten geheel of gedeelteHjk ten goede komen aan inwoners van de gemeenteBemheze;-er een aantoonbaar financiële noodzaak bestaat voor subsidie.
Het college verstrekt slechts subsidie op grond van een wettelijk voorschrift, tenzij het een subsidiebetreft: ^1. in afwachting van de totstandkoming van een wettelijk voorschrift gedurende ten hoogsteeenjaar;2. in incidentele gevallen, mits de subsidie voor ten hoogste vier jaar wordt verstrekt.
Hoofdstuk 1 Titel 2 Subsidieverlening
2. De beschikking tot subsidieverlening bevat:a. een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend en, indien nodig,de vermelding dat deze omschrijving later kan worden uitgewerkt; of, in geval van donaties,een omschrijving van de waardering van de persoon of organisatie op basis waarvande donatie wordt verstrekt;b. het bedrag van de subsidie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald of het bedragwaarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld.
Als de subsidie wordt verleend in de vorm van een periodieke aanspraak op financiële middelenwordt in de beschikking tot subsidieverlening het tijdvak vermeld waarvoor de subsidie wordtverleend.
Een subsidie kan niet worden verleend onder de voorwaarde dat uitsluitend het college of uitsluitendde aanvrager een bepaalde handeling verricht, tenzij het de voorwaarde betreft dat:a. de aanvrager medewerkt aan de totstandkoming van een overeenkomst ter uitvoeringvan de beschikking tot subsidieverlening, ofb. de aanvrager aantoont dat een gebeurtenis, niet zijnde een handeling van het college ofde aanvrager, heeft plaatsgevonden.
Het beroep op het voorbehoud geschiedt bij een subsidie voor een activiteit die door hetcollege ook in het voorgaande begrotingsjaar werd gesubsidieerd door een intrekking wegensveranderde omstandigheden. In andere gevallen geschiedt het beroep op het voorbehouddoor een intrekking overeenkomstig artikel 19.
Het college kan een subsidie weigeren indien gegronde vrees bestaat dat:a. de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden;b. de aanvrager in strijd is met de aan de beschikking tot subsidieverlening verbondenvoorschriften zal handelen;c. de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrentde verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten voor zoverdeze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.
Het college kan een subsidie voorts weigeren indien de aanvrager:a. in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekkingvan deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zouden hebbengeleid, ofb. failliet is of in surseance van betaling verkeert, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbankis ingediend.
Tenzij bij wettelijke voorschrift anders is bepaald of de aard van de subsidie zich daartegenverzet, kan in de overeenkomst worden bepaald dat de subsidieontvanger verplicht is de activiteitente verrichten waarvoor de subsidie is verleend. Tevens kan in een overeenkomst eenminimale prestatie overeen worden gekomen.
De voorschiften kunnen onder meer verplichtingen bevatten met betrekking tot:
a. de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend;
b. de administratie van aan de activiteit verbonden uitgaven en inkomsten;c. de voor het vaststellen van de subsidie te verstrekken gegevens en bescheiden;d. het beperken of wegnemen van de nadelige gevolgen van de subsidie voor een derde;e. de verwezenlijking van het doel van de subsidie.
Hoofdstuk 1 Titel 3 De subsidievaststelling
Vaststelling van de subsidie kan geschieden voor een lager bedrag dan verlening van de subsidieindien:a. de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden,dan wel die niet tot de vooraf overeengekomen prestaties hebben geleid of zullen leidenb. de aanvrager heeft gehandeld in strijd met de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen;c. de aanvrager onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;d. de aanvraag tot vaststelling van de subsidie niet of niet tijdig is ingediend.
Hoofdstuk 1 Titel 4 Intrekking, wijziging en beëindiging
De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:a. besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoorsubsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;b. relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;c. ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverleningverbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kurmen worden nagekomen;d. wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoonvan de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.
Het college kan, zolang de subsidie niet is vastgesteld, een beschikking tot subsidieverlening ondermeer intrekken often nadele van de ontvanger wijzigen indien;a. de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevondenof zullen plaatsvinden, dan wel die niet tot de vooraf overeengekomen prestaties hebbengeleid;b. de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekkingvan juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking tot subsidieverlening zouhebben geleid;c. met toepassing van artikel 10, derde hd, tweede volzin, een beroep wordt gedaan op hetvoorbehoud dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.
Het college kan een beschikking tot subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de ontvangerwijzigen:a. Op grond van feiten en omstandigheden waarvan het bij de subsidievaststelling redelijkerwijsniet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstigde subsidieverlening had kuimen worden vastgesteld;b. Indien de subsidieontvanger heeft gehandeld in strijd met de aan de subsidievaststellingverbonden voorschriften.
Wet BIBOBHet college kan voor subsidies binnen door de raad vast te steUen beleidsterreinen of onderdelendaarvan bepalen dat de gevraagde subsidie kan worden geweigerd of de verleende subsidie kanworden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wetbevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
Hoofdstuk 2 Bijzondere bepalingen
Afdeling Titel 1 Inleidende bepalingen
Indien een subsidieplafond dreigt te worden overschreden geeft het college onverminderd hetbepaalde bij of krachtens de artikelen 3 en 5 bij de verdeling van de beschikbare bedragen dieaanvragen voorrang, waarvan de inwillging in vergelijking met andere aanvragen naar verwachting:a. van meer belang is voor het beleid waarvoor het college verantwoordelijkheid draagt, enb. meer zal bijdragen aan verwezenlijking van het doel van de subsidie.
Hoofdstuk 1 Titel 3 Subsidies vrijwillers- en zelforganisaties
Een ledenlijst als bedoeld in het eerste lid, onder b, bestaat uit een opgave van de familienaam,de eerste voorletter, het adres, de postcode, de woonplaats en de geboortedatum vanhet desbetreffende lid. Tevens wordt aangegeven het bedrag van de contributie en welke activiteit/functie biimen de vereniging wordt verricht/bekleed.
Indien de hoogte van het subsidiebedrag afhangt van een (jeugd)ledenaantal en dit aantal wijktop 1 januari vanjaar t+1 en/of jaar t+2 10% of meer af van het aantal bepaald op 1 januari vanjaar t, dan brengt de vrijwilligers- of zelforganisatie de gemeente hiervan uiterlijk op 1 juli vandatzelfde jaar uit eigen beweging op de hoogte. Het subsidiebedrag zal voor respectievelijk jaartwee en/of drie van de driejaarhjkse periode aangepast worden met als uitgangspunt het nieuweaantal (jeugd)leden.In geval het aantal (jeugd)leden op 1 januari vanjaar t+1 en/of jaar t+2 minder dan 10% afwijktvan het aantal bepaald op 1 januari vanjaar t, dan staat het de vrijwilHgers- of zelforganisatie vrijde gemeente hiervan uit eigen beweging op de hoogte te brengen, eveneens uiterlijk op 1 julivanjaar t. Het subsidiebedrag zal voor respectievehjk jaar twee en/of drie van de driejaarlijkseperiode aangepast worden met als uitgangspunt het nieuwe aantal (jeugd)leden.
Het college beslist uiterlijk 6 weken voor aanvang van het boekjaar, met het vaststellen van de gemeentelijke begroting op de aanvraag voor subsidie aan vrijwillegers- en zelforganisaties.
Onder (jeugd)leden als bedoeld in lid 1 worden personen verstaan die feitlijk deelnemenaan de kernactiviteiten van de insteUing dan wel actief zijn als bestuurder of kaderlid, afkomstigzijn uit de gemeente Bemheze conform de omschrijving in hd 3 en een redehjke eigenbijdrage verschuldigd zijn een en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders.
Onder (jeugd)leden als bedoeld in Hd 1 worden personen verstaan die feiteijk deelnemenaan de kernactiviteiten van de instelling dan wel actief zijn als bestuurder of kaderlid, afkomstigzijn uit de gemeente Bemheze conform de omschrijving in hd 3 en een redehjke eigenbijdrage verschuldigd zijn een en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders.
Het in het eerste lid bedoelde bedrag wordt bepaald in door het college vast te stellen beleidsregelsen zal zijn gerelateerd aan het type activiteit en de daaraan verbonden kosten, aande mogelijkheden tot het verwerven van eigen inkomsten en de eigen bijdrage van leden/deelnemers. Ook de waarde van het desbetreffende cluster voor de gemeente Bemhezeen haar ingezetenen ofwel de positie van het cluster binnen het gemeentelijk welzijnsbeleidspeek een rol.
Bij het wettelijk voorschrift of de beleidsregel als bedoeld in artikel kan de verplichting wordenuitgewerkt, dat de subsidieontvanger zelf in een eigen bijdrage of aanvullende inkomsten voorziet.
Hoofdstuk 1 Titel 4 Budgetsubsidies
Professionele instellingen en in voorkomende gevallen vrijwilligers- en zelforganisaties voorkomendop een door de gemeenteraad vast te stellen en zonodig jaarlijks voor 15 novemberte actualiseren lijst, kuimen voor budgetsubsidiëring in aanmerking kom.en. De lijst wordtzoveel als mogelijk bepaald aan de hand van de beleidsprioriteiten van de gemeenteraad enlettend op de aard, omvang en kwaliteit van de te verrichten activiteiten en/of prestatie.
De aanvraag voor een budgetsubsidie wordt uiterlijk 1 februari van het jaar voorafgaande aan het tijdvak waarvoor subsidie wordt gevraagd ingediend.
Op verzoek wordt tevens een rekening van de uitgaven en inkomsten, de balans, een accountantsverklaring,alsmede overige aanvullende gegevens overgelegd.Voor zover de aanvrager van een budgetsubsidie voor dezelfde begrote uitgaven tevens subsidieheeft aangevraagd bij een of meer ander bestuursorganen, doet hij daarvan mededeling in deaanvraag, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van dieaanvraag of aanvragen.
Het activiteitenplan behelst een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagden de daarmee nagestreefde doelstellingen en vermeldt per activiteit de daarvoor benodigde personeleen materiele middelen.
Het college besist uiterlijk 6 weken voor aanvang van het tijdvak, met het vaststellen van degemeentelijke begroting, op de aanvraag voor budgetsubsidie.
Indien het college subsidie verstrekt voor activiteiten die mede door ander bestuursorganen wordengesubsidieerd, kan het college afwijken van de bij of krachtens deze verordening aan de subsidieverbonden verplichtingen, voor zovera. dit wenselijk is met het oog op een goede afetemming met de door die andere bestuursorganenopgelegde verplichtingen, enb. daardoor het belang met het oog waarop die verplichtingen zijn opgelegd, niet onevenredigwordt geschaad.
Burgemeester en wethouders wijzen een of meer toezichthouders aan die zijn belast met hettoezicht op de naleving van de aan de ontvanger van de subsidie opgelegde verplchtingen.
Indien de subsidieontvanger ingevolge wettelijk voorschrift verphcht is tot het opstellen vaneenjaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek of indiendit bij de subsidieverlening is bepaald, legt hij in plaats van het financieel verslag de jaarrekeningover, onverminderd artikel 16, tweede lid.
Hoofdstuk 1 Titel 5 Projectsubsidies
Het college beslist uiterlijk 6 weken na ontvangst van de aanvraag tot verlening of afwijzing van de projectsubsidie.