De raad der gemeente Sliedrecht;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 augustus 2007;
gelet op artikel 149 Gemeentewet en artikel 12, 14 en 15 van de
Monumentenwet 1988;
besluit vast te stellen de navolgende:
Verordening op de monumentencommissie Sliedrecht 2007
Artikel 1 Taakomschrijving
De commissie heeft tot taak burgemeester en wethouders gevraagd en
ongevraagd te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de
Monumentenverordening Sliedrecht 2007 en het monumentenbeleid, waaronder in
ieder geval begrepen:
- a.
de aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument, als bedoeld in de
Monumentenverordening Sliedrecht 2007;
- b.
de vergunningen tot wijziging of afbraak van beschermde gemeentelijk
monumenten als bedoeld in de Monumentenverordening Sliedrecht
2007;
- c.
de vergunningen tot wijziging of afbraak van beschermde monumenten
als bedoeld in de Monumentenwet 1988;
- d.
de aanwijzing als beschermd monument, als bedoeld in de
Monumentenwet 1988;
- e.
de aanwijzing als beschermd stad- of dorpsgezicht als bedoeld in de
Monumentenwet 1988.
Artikel 2 Leden
- 1.
De monumentencommissie telt ten minste drie en ten hoogste vijf leden,
die door het college van burgemeester en wethouders, op voorstel van de
monumentencommissie, worden benoemd.
- 2.
Bij de opstelling van het voorstel houden burgemeester en wethouders
rekening met de binding van de kandidaten met op het terrein van de
monumentenzorg actieve particuliere instellingen en met hun
deskundigheid, waarbij in ieder geval wordt gestreefd naar een
vertegenwoordiging van:
- a.
bouwkundige deskundigheid en kennis van restauraties;
- b.
kennis van architectuur/bouwhistorie;
- c.
kennis van lokale (bouw)historie;
Artikel 3 Zittingsperiode en aftreden
- 1.
De leden hebben zitting voor een periode van vier jaar en zijn
onmiddellijk herbenoembaar voor nog één zittingsperiode.
- 2.
Een lid dat aftreedt of ontslag neemt, blijft lid totdat zijn opvolger
de benoeming heeft aanvaard.
- 3.
Een lid dat ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats wordt
benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene, in wiens plaats hij is
benoemd, zou moeten aftreden.
Artikel 4 Secretaris en voorzitter
- 1.
Burgemeester en wethouders benoemen een ambtelijke secretaris en kunnen
ambtelijke adviseurs aanwijzen.
- 2.
Burgemeester en wethouders benoemen op voorstel van de
monumentencommissie een voorzitter.
- 3.
De secretaris en ambtelijke adviseurs bezitten geen stemrecht.
Artikel 5 Vergadering
- 1.
De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.
- 2.
De commissie vergadert zo dikwijls haar voorzitter dit nodig oordeelt of
dit door ten minste twee leden aan de voorzitter wordt verzocht.
- 3.
De voorzitter draagt er zorg voor dat ieder lid, spoedeisende gevallen
uitgezonderd, ten minste vier maal vierentwintig uur voor het houden van
de vergadering schriftelijk wordt opgeroepen, zoveel als mogelijk met
vermelding van de in die vergadering te behandelen onderwerpen.
- 4.
De stukken die op de vergadering betrekking hebben worden zoveel als
mogelijk aan de leden in afdruk verstrekt en liggen zoveel doenlijk, ten
minste vier maal vierentwintig uur voor het tijdstip van de vergadering
ter lezing voor de leden.
- 5.
De leden die verhinderd zijn een vergadering bij te wonen, geven daarvan
zo spoedig als mogelijk kennis aan de secretaris van de commissie.
Artikel 6 Besluitvorming
- 1.
De commissie mag slechts besluiten nemen indien ten minste drie leden
ter vergadering aanwezig zijn.
- 2.
Indien minder dan drie leden aanwezig zijn, blijven de punten van de
agenda staan voor de eerstvolgende vergadering. In deze vergadering
mogen ten aanzien van deze agendapunten besluiten worden genomen
ongeacht het aantal aanwezige leden.
- 3.
In spoedeisende gevallen kan van het bepaalde in het eerste en tweede
lid van dit artikel worden afgeweken waarvan mededeling moet worden
gedaan in het uit te brengen advies.
Artikel 7 Stemmen
- 1.
Over zaken wordt mondeling gestemd.
- 2.
Tot adviezen over in de commissie behandelde zaken wordt besloten bij
meerderheid van stemmen.
- 3.
De minderheid kan vorderen dat uit het advies ook van haar afwijkende
mening blijkt.
- 4.
Bij staking van stemmen wordt geen advies uitgebracht doch worden de
verschillende meningen aan burgemeester en wethouders medegedeeld.
- 5.
De leden mogen niet tegenwoordig zijn bij de beraadslaging en bij de
vaststelling van een advies over zaken die hen, hun echtgenoten of hun
bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, persoonlijk aangaan,
of waarin zij als gelastigden zijn betrokken.
Artikel 8 Verslaglegging
Het in de commissie behandelde wordt neergelegd in een door de secretaris
opgemaakt samenvattend verslag, waarin het advies van de commissie ten
aanzien van de door haar behandelde onderwerpen wordt vermeld.
Artikel 9 Bijzondere gevallen
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen
geschillen, beslissen burgemeester en wethouders, de commissie gehoord.
Artikel 10 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar vaststelling door het
college van burgemeester en wethouders.
Artikel 11 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de
monumentencommissie Sliedrecht 2007".