Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Almelo

Verordening op de heffing en invordering van haven-, opslag en liggelden 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlmelo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van haven-, opslag en liggelden 2012
CiteertitelVerordening haven-,lig- en opslaggelden 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling treedt ipv Verordening haven- en opslaggelden 2011

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet art. 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-11-201101-01-2013Onbekend

10-11-2011

Almelo's Weekblad 28 november 2011

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van haven-, opslag en liggelden 2012

Geldende tekst

regelingnummer: 2423

Nr. 5

Raadsbesluit van 10 november 2011, houdende vaststelling van de “Verordening haven-, lig- en opslaggelden 2012

De Raad van de Gemeente Almelo;

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 4 oktober 2011;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;

besluit:

de volgende verordening vast te stellen.

Verordening op de heffing en invordering van haven-, opslag en liggelden 2012.

Gemeenteblad van Almelo

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.

vaartuigen

alle soorten van drijvende lichamen, welke wegens hun drijfvermogen worden gebezigd dan wel bestemd of geschikt zijn voor het vervoer te water of geschikt zijn voor het vervoer te water van personen en/of goederen;

b.

gemeentelijk vaarwater

het in eigendom aan de gemeente toebehorende of bij haar in onderhoud of beheer zijnde openbaar vaarwater;

c.

kaden en loswallen

de stroken grond, gelegen tussen het gemeentelijk vaarwater en een lijn evenwijdig aan en gelegen op een afstand van 5 meter van de beschoeiing of de bovenkant van het talud;

d.

liggeld

het heffen van een recht voor het innemen van een ligplaats met een vaartuig op de aangewezen ligplaatsen binnen de gemeente

e.

Woonschip

een schip dat uitsluitend of hoofdzakelijk als woning wordt gebezigd of tot woning is bestemd;

f.

bedrijvenabonnement

een abonnement voor degene die op verzoek het havengeld voldoet als ontvanger of verzender van goederen die met enig vaartuig in gemeentelijk vaarwater zijn gelost of geladen;

g.

etmaal of dag

een tijdvak van 24 uren, aanvangende te 0.00 uur;

 

week

een tijdvak van zeven achtereenvolgende dagen;

 

maand

een tijdvak van dertig achtereenvolgende dagen;

 

kwartaal

een kalenderkwartaal;

 

jaar

een kalenderjaar.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam van haven-, lig- en opslaggelden worden rechten geheven ter zake van het gebruik of genot van gemeentelijk vaarwater, van kaden en loswallen en van andere werken of terreinen door de gemeente ten behoeve van de scheepvaart gemaakt of ter beschikking gesteld en/of ter zake van het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten.

Artikel 3 Belastingplicht

1.

Belastingplichtig is de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene die het vaartuig heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt c.q. degene die gebruik maakt van de kaden, loswallen of de andere werken of terreinen, bedoeld in artikel 1 van deze verordening. 

2.

In afwijking van lid 1 is voor een bedrijvenabonnement belastingplichtig degene die om toepassing van een bedrijvenabonnement verzoekt.

Artikel 4 Meldingsplicht

Degene, die gebruik maakt of doet maken van gemeentelijk vaarwater, van kaden en loswallen en van andere werken of terreinen, door de gemeente ten behoeve van de scheepvaart gemaakt of ter beschikking gesteld, is verplicht terstond daarvan aangifte te doen ten kantore van de havenmeester.

Artikel 5 Vrijstellingen

1.

Geen havengeld wordt geheven voor:

 

a.

vaartuigen met bijbehorende roeiboten, welke onmiddellijk of middellijk in gebruik zijn bij het rijk voor de naleving of de handhaving van de scheepvaartreglementen en het beheer en onderhoud van de Twentekanalen.

 

b.

vaartuigen behorende aan de gemeente Almelo.

 

c.

roeiboten, behorende bij vaartuigen, waarvoor havengeld verschuldigd is.

 

d.

vaartuigen, waarmede uitsluitend gebruik wordt gemaakt van het gemeentelijk vaarwater voor doorvaart of om van vaarrichting te veranderen.

 

e.

vaartuigen, waarmede in incidentele gevallen uitsluitend gebruik wordt gemaakt van het gemeentelijk vaarwater voor kerkbezoek of voor het doen van inkopen te Almelo door schippers en/of hun gezinsleden en/of hun dienstpersoneel voor een tijdsduur van ten hoogste twee dagen.

 

 

 

2.

Geen opslaggeld wordt geheven voor:

 

a.

voor het gebruik van de in de tarieventabel opgenomen, artikel 9, onder a, bedoelde kaden of loswallen voor te lossen of te laden goederen gedurende het tijdvak, ingaande bij het begin van de lossing en/of lading van het desbetreffende vaartuig tot 3 uur na het tijdstip van vertrek van dit vaartuig, waarbij de uren vallende tussen 18.00 uur en 06.00 uur buiten beschouwing blijven tenzij het vaartuig langer blijft liggen dan de duur van de los- en/of laadtijd voor het vaartuig volgens de Nederlandse wetgeving bedraagt, in welk geval het tijdvak eindigt te 09.00 uur van de dag, volgende op die, waarop de laad- en/of lostijd eindigt;

 

b.

van ondernemingen met eigen vaartuigen, welke een vaste ligplaats en een geregelde dienst op de gemeente hebben van tenminste 3 maal per week of 6 maal in de veertien dagen. 

Artikel 6. Tarieven.

Het haven, lig- en opslaggeld wordt geheven naar de tarieven die zijn opgenomen in de bijgevoegde tarieventabel.

Artikel 7. Aanvang van de belastingplicht

Het haven- lig- en opslaggeld wordt geheven vanaf de eerste dag waarop het gebruik en/of genot als bedoeld in artikel 2 van deze verordening plaats vindt.

Artikel 8. Wijze van heffing en tijdstip van verschuldigdheid

1.

De rechten worden bij wege van aanslag geheven en zijn, in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, invorderbaar in één termijn welke vervalt op de laatste dag van de eerste maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

2.

De in artikel 4 onder lid 2 van deze verordening genoemde rechten kunnen in afwijking van het bepaalde in lid 1 van dit artikel worden geheven door middel van een gedagtekende nota of andere schriftuur en moeten, in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, worden voldaan op het tijdstip, waarop het gebruik of genot, als bedoeld in artikel 1, aanvangt.

Artikel 9. Kwijtschelding

Bij de invordering van haven-, lig- en opslaggelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de

heffing en de invordering van de haven-, lig- en opslaggelden.

Artikel 11. Overgangsrecht

De ‘’Verordening haven- en opslaggelden 2011’’ vastgesteld op 14 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12. Inwerkingtreding

1.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

2.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening haven-, lig- en opslaggelden 2012”.

 

Gedaan ter openbare vergadering van 10 november 2011

de griffier, de burgemeester,

drs. C.M. Steenbergen J.H.M. Hermans-Vloedbeld

Tarieventabel behorende bij de Verordening haven, lig- en opslaggelden 2011

Havengelden

1.

Het havengeld wordt geheven naar de inhoudsgrootte in m3 of naar het laadvermogen bij de grootste toegelaten diepgang in tonnen van 1.000 kilogram van het vaartuig, waarbij 1 m3inhoudsgrootte gelijkgesteld wordt met 1 ton laadvermogen. Als inhoudsgrootte of laadvermogen wordt aangenomen die of dat volgens de geldige meetbrief. Bij gebreke van een geldige meetbrief of bij weigering deze te tonen, wordt de inhoud of het laadvermogen ambtshalve bepaald.

2.

Het havengeld (exclusief omzetbelasting) bedraagt voor vaartuigen:

 

 

per m3 inhoudsgrootte of per ton van 1.000 kilogram laadvermogen of gedeelte daarvan per reis

€ 0,120

 

met een minimum van

€ 5,47

 

per vaartuig, tenzij het gewicht van de geloste en/of geladen goederen de helft of minder per bruto tonnage van het vaartuig bedraagt, in welk geval het havengeld wordt berekend naar de helft van de inhoudsgrootte of van het laadvermogen, wederom met een minimum van

€ 5,47

 

per vaartuig.

 

3.

De betaling van het havengeld voor één reis geeft recht op een gebruik van gemeentelijk vaarwater gedurende 14 achtereenvolgende dagen, doch niet op een vaste ligplaats.

4.

Bij voortgezet verblijf wordt na afloop van de in lid 3 van dit artikel genoemde tijdsruimte en voorts telkens na afloop van een tijdsruimte van 14 achtereenvolgende dagen het krachtens het eerste en tweede lid van dit artikel naar het laadvermogen te berekenen havengeld opnieuw geheven. Het recht wegens voortgezet verblijf wordt niet geheven, indien en voor zover het voortgezet verblijf uitsluitend het gevolg is van stremming van de scheepvaart wegens ijs of andere redenen van overmacht.

5.

Het havengeld (exclusief omzetbelasting) kan ook per maand of per jaar bij abonnement worden voldaan, in welk geval per kubieke meter inhoudsgrootte of per ton, van 1.000 kilogram laadvermogen het recht bedraagt:

 

a.

voor gebruik ten hoogste iedere twee weken eenmaal, per maand

€ 0,36

 

 

en per jaar

€ 2,76

 

 

met een minimum van

€ 83,16

 

 

per vaartuig en per jaar;

 

 

b.

voor gebruik ten hoogste iedere twee weken tweemaal, per maand

€ 0,60

 

 

en per jaar

€ 4,82

 

 

met een minimum van

€ 144,65

 

 

per vaartuig en per jaar;

 

 

c.

voor onbeperkt gebruik per maand

€ 0,77

 

 

en per jaar

€ 6,08

 

 

met een minimum van

€ 247,18

 

 

per vaartuig en per jaar.

 

6.

Het havengeld van de vaartuigen ten dienste van ondernemingen, aan welke door

burgemeester en wethouders een vaste ligplaats is aangewezen, wordt met de helft verhoogd.

Liggelden

7.

Het liggeld (exclusief omzetbelasting) bedraagt:

 

a.

voor een kano of roeiboot per dag of gedeelte daarvan op een daartoe

ingerichte ligplaats 

€ 0,50

 

b.

voor een kano of roeiboot per jaar op een daartoe ingerichte ligplaats 

€ 15,00

 

c.

voor andere pleziervaartuigen, gemeten naar de grootste lengte en breedte van het vaartuig:

 

 

 

1.

per vierkante meter per maand

€ 0,69

 

 

 

met een minimum van

€ 21,05

 

 

 

per vaartuig;

 

 

 

2.

per vierkante meter per kwartaal 

€ 1,37

 

 

 

met een minimum van

€ 42,11

 

 

 

per vaartuig;

 

 

 

3.

per vierkante meter per jaar

€ 4,11

 

 

 

met een minimum van

€ 126,49

 

 

 

per vaartuig

 

8.

Het tarief bedraagt voor het innemen van een ligplaats met een woonschip, voor zover het verblijf in de gemeente veertien al dan niet achtereenvolgende dagen binnen hetzelfde kalenderjaar te boven gaat:

 

 

per maand: per strekkende meter

€ 1,99

 

met een minimum per schip van

€ 22,41

 

per jaar: per strekkende meter

€12,45

 

met een minimum per schip van

€ 180,58

Opslaggelden

9.

Het opslaggeld (exclusief omzetbelasting) bedraagt:

 

 

a.

voor het gebruik van kaden of loswallen voor de plaatsing van losse

goederen boven en naast het in hoofdstuk 1, artikel 1.1 van de

tarieventabel behorende bij de precarioverordening 2012 genoemde

tarief, per etmaal en per m2 door de goederen in beslag genomen ruimte

€ 0,106

 

b.

voor de overige aan of bij het gemeentelijke vaarwater gelegen

terreinen, dienstig voor de opslag van goederen,

 

 

 

1.

voor zover de terreinen van verharding zijn voorzien:

 

 

 

 

per m2 per week

€ 0,29

 

 

 

per m2 per maand

€ 0,88

 

 

 

per m² per jaar

€ 7,79

 

 

2.

voor zover de terreinen niet van verharding zijn voorzien:

 

 

 

 

per m2 per week

€ 0,14

 

 

 

per m2 per maand

€ 0,44

 

 

 

per m2 per jaar

€ 3,90

 

Het recht wordt berekend naar de oppervlakte van de grond, welke door de goederen aan het gebruik of verkeer wordt onttrokken. Indien voor het verstrijken van de termijn het gebruik, waarvoor het onder b genoemde opslaggeld is betaald, niet meer plaatsvindt, wordt teruggaaf verleend van het gedeelte der betaalde gelden het welk overblijft na aftrek van de opslaggelden, welke voor het plaatsgevonden gebruik worden geheven.

Eenzelfde teruggaaf van opslaggeld vindt plaats wanneer ten gevolge van overmacht geenafvoer per schip van de ter verzending geplaatste goederen kan plaatsvinden.

9.

Gedeelten van een kubieke meter inhoudsgrootte, een ton laadvermogen, een vierkantemeter, een etmaal, een dag, een week, een maand, een kwartaal en een jaar worden

gerekend voor respectievelijk een kubieke meter inhoudsgrootte, een ton laadvermogen, een vierkante meter, een etmaal, een dag, een week, een maand, een kwartaal en een jaar.

10.

Voor de belastingplichtige wordt de meest gunstige wijze van berekening van de in deze

paragraaf genoemde rechten gehanteerd.

Gedaan ter openbare vergadering van 10 november 2011

de griffier, de burgemeester,

drs. C.M. Steenbergen J.H.M. Hermans-Vloedbeld