Organisatie | Heerenveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Dienstreizenvergoedingsregeling |
Citeertitel | Dienstreizenvergoedingsregeling |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
tekstuele aanpassingen (bedragen) op 17-01-2006 en 07-12-2006
In het kader van de gemeentelijke herindeling van de gemeente Boarnsterhim en de gemeente Heerenveen, als ook de toevoeging van het gebied van de grenscorrectie met de gemeente Skarsterlân per 1 januari 2014 wordt deze regeling geldend verklaard voor het gehele grondgebied van de gemeente Heerenveen.
CAR/UWO
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-02-1997 | 01-10-1996 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 04-02-1997 Digitaal gemeenteblad Heerenveen, 20-01-2014 Intranet | Onbekend. |
DIENSTREIZENVERGOEDINGSREGELING
vastgesteld door B&W op 4 februari 1997
tekstuele aanpassing (bedragen) op 17 januari 2006
teksteuele aanpassing (bedragen) op 7 december 2006
Artikel 1. Begripsomschrijvingen 3
2. Vergoeding van verblijfskosten 3
Artikel 3. Berekening vergoeding 3
3. Vergoeding van reiskosten 3
4. Dienstreizen buiten de gemeente Heerenveen 3
Artikel 5. Vergoeding kosten reizen per openbaar vervoer 3
Artikel 6. Vergoeding kosten gebruik eigen motorvoertuig of bromfiets 4
5. Dienstreizen binnen de gemeente Heerenveen 4
Artikel 7. Vergoeding in geval van gebruik eigen motorvoertuig of bromfiets 4
Artikel 8. Gebruik eigen rijwiel tijdens dienstuitoefening 4
Artikel 9. Berekening rijwielvergoeding over gebroken tijdvakken 4
Artikel 10. Aanpassing aan wijzigingen Reisregeling Binnenland 4
Artikel 11. Nadere voorschriften 4
Artikel 12. W.A.-verzekering 5
Artikel 13. Gevallen waarin niet is voorzien 5
7. Richtlijnen voor toetsing vergoedingen in verband met dienstreizen 5
7.1. Verblijfkosten dienstreizen 2 5
4. Dienstreizen buiten de gemeente Heerenveen
Artikel 6. Vergoeding kosten gebruik eigen motorvoertuig of bromfiets
Voor dienstreizen buiten de gemeente per eigen motorvoertuig of bromfiets welke op doelmatige wijze per openbaar vervoer kunnen worden ondernomen wordt, indien de toestemming als bedoeld in artikel 4, derde lid vooraf is verleend, de vergoeding als bedoeld in artikel 2 onder b berekend naar een kilometervergoeding van thans € 0,37 1 per afgelegde kilometer.
5. Dienstreizen binnen de gemeente Heerenveen
Artikel 8. Gebruik eigen rijwiel tijdens dienstuitoefening
Artikel 9. Berekening rijwielvergoeding over gebroken tijdvakken
Wanneer de vergoeding als bedoeld in artikel 8, tweede lid moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.
Artikel 10. Aanpassing aan wijzigingen Reisregeling Binnenland
De in deze regeling vastgestelde vergoeding voor (dienst)gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets, als bedoeld in de artikel 7, tweede lid wordt gewijzigd overeenkomstig de wijzigingen welke te dien aanzien worden aangebracht in de voor het rijkspersoneel geldende Reisregeling Binnenland van 16 maart 1993 (Ned.Stcrt. nr. 56) zoals deze luidt of zal komen te luiden.
Artikel 11. Nadere voorschriften
Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze regeling nadere voorschriften vaststellen.
Een vergoeding wegens het gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets wordt niet toegekend dan nadat gebleken is dat een belanghebbende bij een erkende verzekeringsmaatschappij een verzekering heeft afgesloten tot dekking van de gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid. Voorts dient in de verzekeringspolis de clausule te worden opgenomen, dat bij schadegevallen tijdens de uitoefening van de dienst van een op die wijze verzekerde belanghebbende, de gemeente mede gedekt is tegen gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid.
Artikel 13. Gevallen waarin niet is voorzien
In gevallen waarin deze regeling niet of niet naar redelijkheid voorziet treffen burgemeester en wethouders de nodige voorzieningen.
7. Richtlijnen voor toetsing vergoedingen in verband met dienstreizen
Ter verdere uitwerking van de artikelen 3, 4 derde lid en 5, tweede lid en verder van de hierboven opgenomen regeling heeft het college richtlijnen opgesteld voor toetsing van de vergoedingen. De in onderstaande richtlijn genoemde bedragen worden steeds aangepast aan de bedragen die het Rijk hanteert in de Rijksregeling.
7.1. Verblijfkosten dienstreizen 2
Als een ambtenaar een dienstreis moet maken of een studiedag of congres moet bijwonen, kan hij/zij in veel gevallen om ± 18.00 uur weer thuis zijn. In die situatie kunnen de kosten van een lunch (maximaal
€ 11,21) worden gedeclareerd, tenzij een lunch is inbegrepen in de prijs van de studiedag of congres.
Wanneer de dienstreis of studiedag dermate lang duurt, dat men duidelijk na ±18.00 uur thuiskomt, mogen de kosten van een diner worden gedeclareerd tot maximaal € 16,94. Als in die situatie ook geen lunch is inbegrepen in de kosten van een studiedag, mogen ook die kosten als hiervoor aangegeven, worden gedeclareerd.
7.2. Reiskosten in verband met dienstreizen
Artikel 4, eerste lid Openbaar vervoer
Uitgangspunt in de regeling is reizen per openbaar vervoer; gebruik eigen vervoer wordt alleen vergoed als hiervoor - vooraf!- toestemming is verleend, criterium hierbij is 'doelmatigheid'.
In geval van openbaar vervoer worden de gemaakte kosten vergoed. Voor reizen per trein, treintaxi of interliner geldt dat hiertoe vooraf bij de afdeling Burgerzaken, met behulp van het speciaal daartoe bestemde formulier, worden aangevraagd, waardoor de reiskosten niet meer achteraf gedeclareerd hoeven te worden.
Kosten voor reizen met eigen vervoer worden achteraf vergoed, hiervoor gelden twee tarieven: het hoge of het lage tarief, afhankelijk van de doelmatigheid en de toestemming. Declaraties moeten worden ingediend op een speciaal daarvoor bestemd formulier. Bij de goedkeuring van de declaraties ziet de leiding toe op de naleving van de regeling.
Artikel 4, tweede lid Doelmatigheid
Voor dienstreizen moet in beginsel gebruik gemaakt worden van het openbaar vervoer. Onder openbaar vervoer wordt zowel het reizen per trein als reizen per interliner begrepen. Alleen als het gebruik van openbaar vervoer niet mogelijk is of als uit doelmatigheidsoverwegingen de voorkeur moet worden gegeven aan het gebruik van eigen vervoer, dan mag gebruik gemaakt worden van eigen vervoer. De toets op de toepassing van het doelmatigheidscriterium ligt bij de leidinggevende, de controlfunctie bij de sectoradministratie. Als voor het gebruik van eigen vervoer toestemming is verleend, dan worden de kosten vergoed conform het hoge tarief (€ 0,37 3).
Richtlijnen toepassing doelmatigheidscriterium
Het reizen per openbaar vervoer mag niet veel meer tijd kosten dan het reizen per eigen vervoer. Vuistregel is voor reizen met een reisduur tot 30 minuten tot maximaal 15 minuten meer. Voor reizen met een langere reisduur kan een extra reistijd van maximaal 30 minuten meer worden aangehouden. Hou echter wel rekening met het voordeel van langere reizen met openbaar vervoer, in de trein kan de reistijd besteed worden aan voorbereiding van de bijeenkomst of het lezen van vakliteratuur. Let ook op zaken als de bereikbaarheid van de bestemming vanaf het station en de aansluiting op de vertrek en aankomsttijden van de trein bij het maken van afspraken.
Houdt rekening met woon-werkverkeer, soms zijn bestemmingen vanuit de woonplaats eenvoudiger of sneller te bereiken per eigen vervoer of juist per openbaar vervoer (denk ook aan files!).
In die gevallen waarin het reizen per openbaar vervoer doelmatig is maar de betrokkene er toch de voorkeur aangeeft met eigen vervoer te reizen en hij of zij hiervoor toestemming heeft gekregen, wordt een vergoeding gegeven volgens het lage tarief (€ 0,09), hetgeen vrijwel overeenkomt met de kosten voor openbaar vervoer in de tweede klasse.
In het algemeen kunnen alleen die reiskosten worden gedeclareerd vanaf het gemeentehuis in Heerenveen tot de plaats van bestemming. Alleen wanneer de reiskosten vanaf de woonplaats tot aan de plaats van bestemming lager zijn, kan van deze regel worden afgeweken.
De kosten voor de afstand woonplaats en gemeentehuis Heerenveen worden slechts dan vergoed, als ze gemaakt moeten worden in verband met overwerk buiten kantooruren.
Artikel 5, tweede lid Functionaliteit reizen per openbaar vervoer in de eerste klasse
Voor het reizen per openbaar vervoer geldt het reizen in de tweede klasse als uitgangspunt. Het reizen in de eerste klasse wordt alleen vergoed als dit functioneel is, dat wil zeggen als de reistijd besteed kan worden aan het voorbereiden van de bijeenkomst of andere werkzaamheden in het belang van de dienst verricht kunnen worden. Hierbij geldt als vuistregel dat dit bij een reistijd van meer dan 30 minuten doorgaans het geval zal zijn.