Organisatie | Vervoerregio Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Verordening tot wijziging van de Tijdelijke Subsidieverordening Zorgaanbieders Jeugdzorg agglomeratie Amsterdam 2005 |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Subsidieverordening Zorgaanbieders Jeugdzorg |
Geen
Wet op de Jeugdzorg, Gemeenschappelijke regeling Stadsregio Amsterdam
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 13-11-2011 | de Tijdelijke Subsidieverordening Zorgaanbieders Jeugdzorg agglomeratie Amsterdam 2005 moet worden gewijzigd in verband met: een aantal ontwikkelingen die zich in het zorgaanbod in jeugdzorg hebben voorgedaan;de behoefte van de Stadsregio om meer te kunnen sturen op de besteding van de middelen voor zorgaanbod in jeugdzorg. | 13-12-2011 Onbekend | voordracht van het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam van 13 december 2011, nummer 2011/48 |
Verordening tot wijziging van de Tijdelijke Subsidieverordening Zorgaanbieders Jeugdzorg agglomeratie Amsterdam 2005
Aan de regioraad van de Stadsregio Amsterdam,
Op grond van het navolgende stellen wij Uw vergadering voor het volgende besluit te nemen:
De regioraad van de Stadsregio Amsterdam,
Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam van 13 december 2011, nummer 2011/48
overwegende dat de Tijdelijke Subsidieverordening Zorgaanbieders Jeugdzorg agglomeratie Amsterdam 2005 moet worden gewijzigd in verband met:
Vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de Tijdelijke Subsidieverordening Zorgaanbieders Jeugdzorg agglomeratie Amsterdam 2005
Artikel 2, derde lid, wordt gewijzigd als volgt:
Na “hiervan een indicatiebesluit heeft vastgesteld”, wordt toegevoegd: of een verwijzing heeft plaatsgevonden.
Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:
f.de standaard hulpduur van de reguliere te beëindigen zorg-
activiteiten en de verwachte gemiddelde hulpduur van de regulier en niet regulier te beëindigen zorgactiviteiten per zorgactiviteit;
g.de hoogte van de onderscheiden prestatie-indicatoren per zorg-
3.In het vijfde lid onderdeel c wordt accountantsverklaring vervangen door controleverklaring.
Artikel 4, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:
luiden na de in het eerste lid van dit artikel doorgevoerde wijziging, tot f tot en met i, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt:
Onder vervanging van de punt door een puntkomma wordt na onderdeel e een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:
f.De activiteit waarvoor subsidie is aangevraagd niet in voldoende mate onderscheidend is van het al bestaande aanbod of de activiteit naar het oordeel van het dagelijks bestuur niet passend is in het bestaande aanbod.
Artikel 9 wordt gewijzigd als volgt:
vaststelling wordt teruggevorderd zoals is bepaald in artikel 15, lid 5, wordt dit verschil onttrokken aan de egalisatiereserve.
4.In het zesde lid, zoals dat luidt na de in de eerste drie leden van dit artikel doorgevoerde wijzigingen, wordt “van het ROA” vervangen door: van de SRA.
Artikel 10 wordt gewijzigd als volgt:
In het eerste lid wordt “aan het ROA”, vervangen door: aan de SRA.
Artikel 13 wordt gewijzigd als volgt:
In het derde lid vervalt na de zinsnede “Het dagelijks bestuur kan nadere gegevens”: of.
Artikel 14 wordt gewijzigd als volgt:
doorge voerde wijzigingen, komt te luiden:
assuranceverklaring en het gewaarmerkte prestatieverantwoordings-
6.In het tweede lid wordt “In de accountantsverklaring” vervangen door: In het assurancerapport en wordt “in het eerste lid onder c t/m f”,
vervangen door: in het eerste lid onder c tot en met g.
7.In het derde lid wordt de puntkomma vervangen door een punt.
Artikel 15 wordt gewijzigd als volgt:
Voor de vaststelling van de subsidie berekent het dagelijks bestuur per zorgactiviteit het aantal beëindigde zorgactiviteiten maal het tarief. Het aantal zorgbeëindigingen is daarbij niet groter dan het aantal dat in de beschikking tot subsidieverlening is vermeld. De telling van deze berekening vormt de vaststelling.
besluiten het verschil tussen de subsidieverlening en subsidievaststelling terug te vorderen.
3.In het zevende lid, zoals dat luidt na de in het tweede lid van dit artikel doorgevoerde wijziging, wordt “in artikel 9, vierde lid”, vervangen door: in artikel 9, vijfde lid.
Deze wijziging van de Tijdelijke Subsidieverordening Zorgaanbieders Jeugdzorg agglomeratie Amsterdam 2005 treedt in werking op 1 januari 2012 en wordt bekend gemaakt door middel van kennisgeving in een aantal dagbladen en huis-aan-huisbladen verschijnend in de agglomeratie Amsterdam.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de regioraad van de Stadsregio Amsterdam op 13 december 2011
Deze wijzigingsverordening regelt naast een aantal technische aanpassingen een inhoudelijke wijziging in de verlenings- en vaststellingssystematiek van subsidies aan zorgaanbieders.
De technische wijzigingen betreffen met name herstel van een aantal kleine onvolkomenheden en een aantal aanpassingen aan de actualiteit:
Voor de inhoudelijke wijziging van de subsidieverordening zijn de volgende artikelen aangepast:
De inhoudelijke wijziging in de subsidieverordening voor zorgaanbieders komt voort uit de behoefte van de Stadsregio om als subsidieverstrekker meer te kunnen sturen op de prestaties van de zorgaanbieders. De Stadsregio Amsterdam ziet het als haar primaire taak om te bepalen waaraan het beschikbare budget wordt besteed.
Met elke zorgaanbieder zullen prestatieafspraken worden gemaakt, waarbij uitgangspunt is dat met het beschikbaar gestelde budget (de subsidieverlening) de afgesproken prestaties worden gerealiseerd. Als dat niet het geval is bieden de gewijzigde bepalingen aan de Stadsregio de mogelijkheid om de subsidie vast te stellen op basis van het gerealiseerde aantal beëindigde zorgactiviteiten. Hetgeen tot concrete terugvordering kan leiden van het verschil tussen de verleende subsidie en de vastgestelde subsidie. De Stadsregio zal evenwel niet in alle gevallen van deze mogelijkheid gebruik willen maken.
De zorgaanbieder is voor haar productie afhankelijk van derden, zoals de indicatie van BJAA of de verwijzing vanuit het lokale veld. De productieafspraken zijn daardoor gebaseerd op prognoses en de realiteit kan daar van afwijken.
Ontwikkelingen in het veld zoals veranderingen in vraag naar zorg, nieuwe zorgactiviteiten, calamiteiten, schaarste aan middelen etc. dwingen de zorgaanbieders voortdurend om aan de hand van goede managementinformatie te sturen op ontwikkelingen en veranderingen.
Een zorgaanbieder die voorziet dat onderdelen van de prestatieafspraken niet gerealiseerd kunnen worden, kan deze na schriftelijke instemming van de Stadsregio aanpassen aan de vraag naar zorg.
Deze systematiek staat niet in de weg dat zorgaanbieders prestatieafspraken maken op basis van zorgtrajecten. Een zorgtraject is een combinatie van individuele zorgprogramma’s.
Als ondanks de mogelijkheid tot aanpassing van de prestatieafspraken aan de werkelijke vraag de prestaties niet worden gerealiseerd, zal de Stadsregio de subsidie kunnen vaststellen op basis van het gerealiseerde aantal beëindigde zorgactiviteiten en het verschil tussen de verlening en de vaststelling kunnen terugvorderen.
De subsidie wordt verleend op basis van aantallen beëindigde zorgactiviteiten en gemiddelde hulpduur van zorgactiviteiten en het tarief per zorgactiviteit. De subsidievaststelling wordt gebaseerd op de realisatie van het aantal beëindigde zorgactiviteiten.
Van de zorgactiviteiten zijn de gemiddelde duur en het tarief vastgelegd in de beschikking tot subsidieverlening. Deze worden vastgesteld door het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam.
Bij de subsidieverlening wordt per zorgactiviteit vastgelegd:
Bij het vaststellen van de subsidie wordt uitgegaan van de volgende regels.
De telling van de per zorgactiviteit berekende aantal beëindigde zorgactiviteiten vermenigvuldigd met het tarief.
Het aantal zorgbeëindigingen is maximaal het aantal dat bepaald in de (aangepaste) verleningbeschikking.
tussentijdse wijziging afspraken
berekening vast te stellen bedrag subsidie
Egalisatiereserve Aan de egalisatiereserve wordt toegevoegd het verschil tussen de verleende subsidie en de feitelijke lasten, toe te rekenen aan zorgactiviteiten.
Indien het dagelijks bestuur besluit tot terugvordering wordt dat bedrag onttrokken uit de egalisatiereserve.
In bovenstaande situatie bestaat de mutatie egalisatiereserve uit het verschil tussen de verleende subsidie en de feitelijke uitgaven. Als het dagelijks bestuur geen gebruik maakt van de mogelijkheid tot terugvorderen blijft het verschil tussen de verlening en de berekende vaststelling toegevoegd aan de egalisatiereserve.