Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oisterwijk

Rechtspostitieregeling van de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Oisterwijk 1999

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOisterwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRechtspostitieregeling van de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Oisterwijk 1999
CiteertitelRechtspostitieregeling van de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Oisterwijk 1999
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpBestuur en organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van inwerkingtreding is bij benadering ingevuld. De datum van bekendmaking is bij benadering ingevuld.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Ambtenarenwet, art. 125

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-02-199901-01-199901-01-2011Nieuwe regeling

28-01-1999

Klepperman, 03-02-1999

DBZ-44 -1.755

Tekst van de regeling

Intitulé

Rechtspostitieregeling van de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Oisterwijk 1999

 

 

Begripsomschrijving .

Artikel 1

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    ambtenaar: de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand bedoeld in het Reglement op de Burgerlijke Stand.

  • b.

    huwelijk: het voltrekken van een huwelijkt dan wel het registreren van een partnerschap.

  • c.

    regeling: de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Oisterwijk.

     

    Aanstelling

     

    Artikel 2

    • 1.

      Aanstelling geschiedt in vaste dienst of in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd.

    • 2.

      Een ambtenaar die tijdelijk is aangesteld voor bepaalde tijd is van rechtswege ontslagen op de datum waarop die tijd verstrijkt.

    • 3.

      In ieder geval eindigt het dienstverband op de dag waarop de leeftijd van 70 jaar wordt bereikt.

     

    Bezoldiging

     

    Artikel 3

    • 1.

      De ambtenaar ontvangt een vergoeding voor een huwelijk.

    • 2.

      De hoogte van de vergoeding is vastgesteld op 3,75 maal het uurloon behorende bij het maximum van salarisschaal 5 van de Bezoldigings- regeling genoemd in hoofdstuk 3 van de regelingt vermeerderd met:

    • a.

      het percentage voor de vakantietoelage genoemd in artikel 6:32e lid van de regeling, en

    • b.

      het percentage van de eindejaarsuitkering genoemd in artikel 3:6 van de regeling.

    • 1.

      Voor het niet genieten van het verlof als bedoeld in hoofdstuk 6 van de regeling, wordt een vergoeding toegekend van 11,3% van het uurloon, genoemd in het tweede lid.

    • 2.

      Voor een huwelijk op zaterdag wordt een toelage ontvangen van 12%.

     

    Aanspraken bij ziekte

     

    Artikel 4

    De artikelen 7:1 tot en met 7:11, 7:13 en de op dit onderwerp betrekking hebbende artikelen in de hoofdstukken II en lla van de regeling zijn van overeenkometige toepassing.

     

    Schorsing en ontslag

     

    Artikel 5

    De artikelen 8:1, 8:4, le lid, 8:5, 8:6, 8:7, 8:7:1, 8:8, 8:10, 8:10:1, 8:11, 8:13, 8:15:1, 8:15:2 en 8:15:3 van de regeling zijn van overeenkomstige toepassing.

     

    Uitkering

     

    Artikel 6

    Ingeval van ontslag anders dan op grond van de artikelen 8:1,8:5, 8:7, 8:10 en 8:13 van de regeling, is, behoudens het bepaalde in artikel 7, hoofdstuk 11, met uitzondering van de artikelen 11:12 en 11:15, van de regeling, van overeenkomstige toepassing, ongeacht of de buitengewoon ambtenaar in tijdelijke of in vaste dienst is aangesteld en ongeacht de duur van de aanstelling.

     

    Artikel 7

    Onder diensttijd, bedoeld in artikel 11:3 van de regeling, wordt uitsluitend begrepen de diensttijd als ambtenaar.

     

    Georganiseerd Overleg

     

    Artikel 8

    Hoofdstuk 12 van de regeling is van overeenkomstige toepassing.

     

    Overige rechten en plichten

     

    Artikel 9

    De artikelen 15:1:1, 15:1:2, 15:1:3, 15:1:4, 15:1:5, 15:1:6, 15:1:12, 15:1:14, 15:1:15, 15:1:16, 15:1:19, 15:1:20, 15:1:23, 15:1:29 en hoofdstuk 16 van de regeling zijn van overeenkomstige toepassing.

     

    Inwerkingtreding regeling

     

    Artikel 10

    Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1999.

    Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oisterwijk op 28 januari 1999,