Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Zwolle

Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Zwolle
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2012
CiteertitelVerordening begraafplaatsrechten 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingen en heffingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Wat zijn de begraafplaatsrechten en wat zijn de tarieven ?

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 216 Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Beleidsregel voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-05-201201-04-2012wijziging tarieventabel artikel 7

07-05-2012

De Peperbus van 16-05-2012

gb 2012-05.07
07-04-201201-04-201201-04-2012wijziging tarieventabel artikel 12

19-03-2012

De Peperbus van 04-04-2012

gb 2012-03.19
01-01-201201-04-2012nieuwe regeling

12-12-2011

De Peperbus van 21-12-2011

gb 1-2011.187

Tekst van de regeling

Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2012

Artikel 1 Aard van heffing en het belastbare feit

Onder de naam begraafplaatsrechten worden voor het gebruik van de gemeentelijke begraaf-plaatsen en voor het aldaar verrichten van diensten, rechten geheven.

Artikel 2 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 3 Tarieven

De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 4 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van aanslag of bij wege van factuur.

Artikel 5 Termijnen van betaling
  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen één maand na de dagtekening van de factuur.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 en in afwijking van artikel 5, eerste lid van deze verordening moeten de rechten als vermeld onder nummers 7.1, 7.2 en 7.3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel met een bedrag kleiner dan of gelijk aan € 4.500,00 worden betaald in vier gelijke termijnen. De eerste termijn hiervan vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijnen telkens twee maanden later.

  • 3. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 en in afwijking van het hiervoor genoemde, moeten de aanslagen worden betaald in acht gelijke termijnen indien het bedrag van de aanslag, dan wel het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen groter is dan € 50,00 en kleiner is dan of gelijk is aan € 4.500,00 zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige worden afgeschreven. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen dan wel op één aanslagbiljet verenigde aanslagen met een totaalbedrag kleiner dan of gelijk aan € 50,00 worden betaald in één termijn welke vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden 2, 3 en 4 gestelde termijnen.

Artikel 6 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.

Artikel 7 Kwijtschelding

Het bepaalde in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 inzake de verlening van kwijtschelding vindt geen toepassing op de invordering van deze rechten, met uitzondering van rechten als vermeld onder de nummers 2, 7.1, 7.2 en 7.3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 8 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1. De "Verordening Begraafplaatsrechten 2011", laatstelijk gewijzigd op 14-03-2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. De verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.

  • 3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 4. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2012.

  • 5. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening Begraafplaatsrechten 2012”.

    Tarieventabel behorende bij de verordening begraafplaatsrechten 2012 [Klik hier om het document te downloaden]