Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Renkum

Verordening Maatschappelijke Participatie Schoolgaande Kinderen gemeente Renkum

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRenkum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Maatschappelijke Participatie Schoolgaande Kinderen gemeente Renkum
CiteertitelVerordening Maatschappelijke Participatie Schoolgaande Kinderen gemeente Renkum
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147, lid 1
  2. Wet werk en bijstand, art. 8, lid 1
  3. Wet werk en bijstand, art. 35, lid 5

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-2012nieuwe regeling

21-12-2011

Hoog en Laag, 28-12-2012

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Maatschappelijke Participatie Schoolgaande Kinderen gemeente Renkum

DE RAAD VAN DE GEMEENTE RENKUM

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2011,

gelet op artikel 147, eerste lid, Gemeentewet en de artikelen 8, eerste lid, onderdeel g, en 35, vijfde lid, van de Wet werk en bijstand;

besluit:

vast te stellen de

Verordening Maatschappelijke Participatie Schoolgaande Kinderen

gemeente Renkum

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      wet: de Wet werk en bijstand;

    • b.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum;

    • c.

      kosten in verband met maatschappelijk participatie: Kosten van werkweken,

      excursies, schoolreisjes en andere binnen- of buitenschoolse activiteiten, alsmede

      de kosten van schoolbenodigdheden, waaronder de aanschafkosten van een

      schooltas of fiets

    • d.

      schoolgaande kinderen: ten laste komende kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar

      die onderwijs of een beroepsopleiding volgen;

e schooljaar: periode van 1 september tot 1 september het jaar daarop

f. peildatum: de datum waartegen getoetst wordt of aan de voorwaarden is voldaan.

  • g.

    Belanghebbende: alleenstaande ouder of gezin met schoolgaande kinderen die voldoen aan de voorwaarden genoemd in artikel 3

    • 2.

      Begrippen die in deze regeling worden gebruikt hebben dezelfde betekenis als in de wet.

Artikel 2 Categoriale bijstand voor schoolgaande kinderen

Onverminderd paragraaf 2.2 van de wet, komt de alleenstaande ouder of het gezin in aanmerking voor categoriale bijstand voor kosten in verband met maatschappelijke participatie van een of meer schoolgaande kinderen als bedoeld in artikel 35, vijfde lid, van de wet, indien op de peildatum is voldaan aan de voorwaarden, genoemd in artikel 3.

Artikel 3 Voorwaarden

Onverminderd artikel 18, eerste lid, van de wet dient de alleenstaande ouder of het gezin te voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    het huishouden bevat één of meer schoolgaande kinderen;

  • b.

    het inkomen is niet hoger dan 110 procent van de toepasselijke norm, bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de wet;

  • c.

    het vermogen is niet hoger dan de toepasselijke vermogensgrens, genoemd in artikel 34, derde lid, van de wet.

Artikel 4 Hoogte

De categoriale bijstand, bedoeld in artikel 2, bedraagt voor ieder schooljaar per alleenstaande ouder of gezin:

  • a.

    voor elk kind dat het basisonderwijs bezoekt: € 50,-;

  • b.

    voor elk kind dat het voortgezet onderwijs bezoekt of beroepsonderwijs volgt: € 125,00

Artikel 5 Aanvraag en peildatum

1.De categoriale bijstand, bedoeld in artikel 2 dient schriftelijk te worden aangevraagd door middel van een door het college vast te stellen aanvraagformulier en onder bijvoeging van de noodzakelijke bewijsstukken.

2 In afwijking van het eerste lid kan het college ambtshalve categoriale bijstand toekennen zonder voorafgaande aanvraag, indien:

  • a.

    bij eerdere aanvraag is vastgesteld dat belanghebbende recht op categoriale bijstand heeft; of

  • b.

    belanghebbende niet in staat is zelf een aanvraag in te dienen; of

  • c.

    een aanvraag naar het oordeel van het college niet noodzakelijk is, omdat op grond

    van de reeds bekende gegevens redelijkerwijs geen twijfels bestaan over het recht

op categoriale bijstand.

  • 3.

    Als peildatum voor beoordeling van het recht op categoriale bijstand, zoals genoemd in artikel 2, geldt 1 september van het lopend schooljaar:

  • 4.

    Belanghebbende dient een aanvraag te hebben ingediend voor het einde van het lopend schooljaar.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Maatschappelijke Participatie Schoolgaande Kinderen gemeente Renkum.

 

 

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Renkum in de openbare raadsvergadering van 21 december 2011.

De voorzitter, De griffier,

J.I.M. Le Comte J.P. Gebben