Organisatie | Maastricht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012 |
Citeertitel | Verordening maatschapelijke participatie schoolgaande kinderen 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet werk en bijstand 2012, artikel 8, lid 1 onder g en artikel 35, lid 5; Gemeentewet artikel 108 en artikel 147
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 20-12-2011 Gemeenteblad 2011, C. no. 68 | 138-2011 |
Artikel 1. Begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder Maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen:
De categoriale regeling schoolgaande kinderen voor de indirecte schoolkosten in het voortgezet onderwijs, bedoeld in artikel 35 lid 5 van de Wet werk en bijstand 2012
Bij uitvoeringsplan van Burgemeester en wethouders kunnen terzake van de verstrekking van de tegemoetkoming regels worden gesteld met betrekking tot:
In alle gevallen waarin deze verordening en het daarop gebaseerde uitvoeringsplan niet voorzien, beslissen Burgemeester en wethouders.
De Verordening Maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012 treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.
Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012
Per januari 2012 is sprake van een wettelijke verordeningverplichting voor categoriale bijstand voorzieningen ter bevordering van maatschappelijke participatie voor schoolgaande kinderen. Deze verordeningplicht is opgenomen in artikel 8 lid 1 onder g. van de Wet Werk en Bijstand 2012.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Dit artikel geeft aan welke subregelingen onder de Declaratieregelingen vallen. De kostensoorten die onder deze regelingen vallen worden beschreven in het uitvoeringsplan.
In deze verordening –waarvoor de gemeenteraad het competente orgaan is – is vervolgens aan Burgemeester en wethouders de bevoegdheid gegeven om nadere regels stellen met betrekking tot de daadwerkelijke verstrekking van de tegemoetkoming in een uitvoeringsplan.
In het uitvoeringsplan kunnen de volgende onderwerpen worden vastgelegd: