Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sliedrecht

Verordening Adviescommissie Kunstaankopen en opdrachten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSliedrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Adviescommissie Kunstaankopen en opdrachten
CiteertitelVerordening Adviescommissie Kunstaankopen en opdrachten
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, artikel 84
  2. Gemeentewet, artikel 150
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-09-2009Nieuwe regeling

10-11-2004

Het Kompas, 10 september 2009

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Adviescommissie Kunstaankopen en opdrachten

De raad der gemeente Sliedrecht;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 oktober 2004

Gelet op het bepaalde in artikel 84 en 150 van de Gemeentewet;

B e s l u i t:

Vast te stellen:

De Verordening Adviescommissie Kunstaankopen en opdrachten

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      De commissie: de Adviescommissie Kunstaankopen en – opdrachten, hetgeen een commissie ex artikel 84 ev der Gemeentewet betreft

    • b.

      De raad: de raad der gemeente Sliedrecht;

    • c.

      Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sliedrecht;

    • d.

      De Stichting Sliedrecht en Cultuur: de stichting welke tot taak heeft het bevorderen en tot verdere ontplooiing brengen van het culturele leven in de gemeente Sliedrecht

    • e.

      Kunstgebouw: adviesorgaan van de provincie Zuid-Holland met betrekking tot kunst en cultuur gevestigd te Rijswijk.

    • f.

      Beeldende kunst: ieder vormgevingsproces waarbij een beeldend kunstenaar is betrokken

    • g.

      Een kunstopdracht: een opdracht verstrekt aan een of meer beeldend kunstenaars tot het leveren cq het ontwerpen en/of (doen) vervaardigen van een kunstwerk in relatie tot ruimtelijke vormgeving dan wel te adviseren over de vormgeving van de openbare ruimte;

    • h.

      Een kunstwerk: een product van beeldende kunst of een bijdrage aan beeldende vormgeving.

Artikel 2 Taken en bevoegdheden

De commissie heeft de volgende taken en bevoegdheden:

  • 1.

    het adviseren aan het college van burgemeester en wethouders inzake het aankopen van kunst;

  • 2.

    het adviseren aan het college van burgemeester en wethouders omtrent het formuleren en verstrekken van opdrachten aan kunstenaars om een kunstwerk te ontwerpen voor een bepaalde locatie. Het college geeft vooraf aan de commissie de locatie op waar het betreffende kunstwerk moet komen;

  • 3.

    het adviseren aan het college omtrent het verstrekken van opdrachten aan kunstenaars tot uitvoering van een gemaakt ontwerp;

  • 4.

    In het geval het college van burgemeester en wethouders in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van de commissie, wordt dit bij het voorstel vermeld; waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies van de commissie is afgeweken;

  • 5.

    het verstrekken van adviezen- desgevraagd of uit eigen beweging- aan het college over locaties die zich lenen voor kunsttoepassingen los van aan de percentageregeling gekoppelde opdrachten;

  • 6.

    het verstrekken van adviezen- desgevraagd of uit eigen beweging- aan het college over tijdelijke projecten, zoals tentoonstellingen, kunstprojecten of manifestaties;

  • 7.

    het na goedkeuring van het college organiseren van tijdelijke projecten zoals tentoonstellingen kunstprojecten of manifestaties

  • 8.

    Kunstenaars die lid zijn van deze commissie zijn uitgesloten van deelname aan een aankoopronde of kunstopdracht.

  • 9.

    De commissie kan een huishoudelijk reglement vaststellen met inachtneming van de bepalingen in deze verordening.

Artikel 3 samenstelling

  • 1.

    De commissie bestaat uit minimaal drie en maximaal zes leden die de volgende achtergrond hebben:

    • a.

      Twee leden die het beroep van beeldend kunstenaar uitoefenen en die als zodanig erkend zijn door de Provincie Zuid-Holland, waarvan één zal fungeren als voorzitter;

    • b.

      Één lid welke als ter zake kundig kan worden beschouwd door beroep/ ervaring

    • c.

      Een ambtenaar welke zal fungeren als contactpersoon/ secretaris;

    • d.

      In voorkomend geval kunnen er externen aan de commissie worden toegevoegd; zij hebben slechts een adviserende stem

  • 2.

    De leden bedoeld onder a en b worden benoemd door het college, gehoord de commissie

  • 3.

    Het lid, bedoeld onder e wordt niet officieel benoemd, maar zijn of haar lidmaatschap wordt wel ter instemming aan de commissie voorgelegd.

Artikel 4 Zittingsduur

  • 1.

    De zittingsperiode van de leden van de commissie als bedoeld in lid 1 sub a en b van artikel 3 valt samen met de zittingsperiode van de raad. De eerste maal zijn alle aftredende leden terstond herbenoembaar voor maximaal nog één periode. Voor de daarop volgende periode worden nieuwe leden gezocht. Na afloop van hun zittingsduur is maximaal één van de drie aftredende leden terstond herbenoembaar voor maximaal nog één periode.

  • 2.

    Het lid van de commissie als bedoeld in lid 1, sub e van artikel 3 is lid gedurende de adviesperiode rond het betreffende project, waartoe hij/zij is uitgenodigd zitting te nemen in de commissie.

  • 3.

    De zittingsperiode van de overige leden van de commissie als bedoeld in lid 1, sub c en d, is onbeperkt.

  • 4.

    Het lidmaatschap van de commissie kan te allen tijde op eigen verzoek worden beëindigd, voor wat betreft de leden als bedoeld in lid 1 sub a,b en e. Dit verzoek wordt schriftelijk bij het college ingediend. Het lid dat ontslag heeft genomen, blijft lid van de commissie tot zijn ontslag is aanvaard.

  • 5.

    Een lid dat zonder aanvaardbare redenen veelvuldig de beraadslagingen van de commissie, waarin hij zitting heeft, niet bijwoont of met andere voor de commissie gewichtige redenen voor ontslag in aanmerking komt, kan op advies van de commissie ongevraagd tussentijds door burgemeester en wethouders worden ontslagen. Het ontslag wordt bij een met redenen omkleed besluit verleend nadat de betrokkene in de gelegenheid is gesteld door het college te worden gehoord.

  • 6.

    In vacatures, die ontstaan zijn overeenkomstig het gestelde in de voorgaande leden van dit artikel, wordt ten spoedigste voorzien.

Artikel 5 Tekenbevoegdheid

  • 1.

    Behoudens het gestelde in lid 2 van dit artikel worden alle stukken die van de commissie uitgaan getekend door de voorzitter en de secretaris.

  • 2.

    De commissie kan aan bepaalde personen een algemene of bijzondere machtiging verlenen voor het tekenen van bepaalde stukken.

Artikel 6 uitnodiging van derden

  • 1.

    De voorzitter kan deskundigen uitnodigen een vergadering van de commissie bij te wonen, ter advisering van de commissie.

  • 2.

    De commissie is bevoegd personen, in dienst van de gemeente uit te nodigen haar vergaderingen bij te wonen en alsdan van hen inlichtingen, welke betrekking hebben op de werkkring van de commissie, te vorderen.

Artikel 7 Werkwijze

  • 1.

    De commissie vergadert tenminste éénmaal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter en secretaris nodig oordeelt;

  • 2.

    Vergaderingen vinden geen doorgang, indien niet tenminste meer dan de helft van het aantal leden aanwezig is;

  • 3.

    Bij vergaderingen waarin bepaald moet worden hoe het advies aan het college moet luiden omtrent welk(e) kunstwerk(en) voor aankoop in aanmerking komen en/of aan welke kunstenaar een opdracht tot ontwerp of uitvoer van een kunstwerk moet worden verstrekt zijn in ieder geval de leden als bedoeld in artikel 3, lid 1, sub a,c en d en in voorkomend geval sub e aanwezig.

  • 4.

    Indien een vergadering krachtens het bepaalde onder 2 en 3 geen doorgang kan vinden, wordt een nieuwe vergadering belegd. In deze vergadering blijft het bepaalde onder 2 en 3 gehandhaafd, behalve dat het lid bedoeld in artikel 3, lid 1, sub e niet aanwezig hoeft te zijn om besluiten te kunnen nemen. Van de leden als bedoel in artikel 3, lid 1 sub c en d hoeft in deze vergadering slechts een van beide aanwezig te zijn om de vergadering doorgaan te laten vinden en besluiten te kunnen nemen.

  • 5.

    Besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen. Bij staken van stemmen wordt het nemen van een besluit tot de volgende vergadering uitgesteld, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. In deze, en evenzo in een voltallige vergadering, wordt bij staken van stemmen het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.

Artikel 8 Openbaarheid en geheimhouding

  • 1.

    De vergaderingen van de commissie vinden plaats in het openbaar.

  • 2.

    De deuren van de vergadering worden evenwel gesloten, wanneer er twee van de aanwezige leden het vorderen of de voorzitter het nodig acht. De commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd. Het besluit daartoe behoeft de stemmen van de meerderheid der aanwezige leden.

  • 3.

    De voorzitter kan omtrent het in besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van stukken, welke aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Zij wordt zowel door de leden als degenen, die op andere wijze van het behandelende en van de stukken kennis nemen, in acht genomen totdat de voorzitter haar opheft.

Artikel 9 Toezicht en verantwoording

  • 1.

    Het college is belast met het toezicht op de adviescommissie

  • 2.

    De commissie verstrekt aan het college alle gewenste inlichtingen over haar werkzaamheden.

Artikel 10 Vergoedingen

De leden van de commissie bedoeld in artikel 3, lid 1, sub a en b ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden waarvan de hoogte jaarlijks wordt vastgesteld in de gemeentebegroting.

Artikel 11 Opheffing

Opheffing van de commissie kan slechts geschieden bij besluit van de raad, gehoord de commissie

Artikel 12 Wijziging verordening

Voorstellen tot wijziging van de verordening kunnen slechts na overleg met de commissie aan de raad ter vaststelling worden aangeboden.

Artikel 13 slotbepalingen

  • 1.

    In gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders, na daartoe advies te hebben ingewonnen van de adviesraad.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening Adviescommissie Kunstaankopen- en opdrachten".”

  • 3.

    De verordening treedt in werking op 1 december 2004

Vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad der gemeente Sliedrecht op

10 november 2004

De secretaris, De voorzitter,