Organisatie | Elburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Elburg |
Citeertitel | Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Elburg |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | toeslag |
Geen
Wet werken bijstand, art. 8, 36
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 19-12-2011 Huis aan huis Elburg, 27-11-2011 | Onbekend |
Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de Wet werk en bijstand komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag de belanghebbende die gedurende een onafgebroken periode van 60 maanden aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is 100% van de voor hem geldende norm en geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de Wet werk en bijstand.
Artikel 3 Hoogte van de toeslag
Indien één van de leden van een gezin op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 eerste lid van de wet, wordt het recht op langdurigheidstoeslag van de overige leden van het gezin beoordeeld zonder rekening te houden met het uitgesloten gezinslid, met dien verstande dat de middelen van het uitgesloten gezinslid wel in de beoordeling worden betrokken.
De in het eerste lid genoemde bedragen worden elk jaar per 1 januari aangepast met een percentage dat overeenkomt met het procentuele verschil tussen de gezinsnorm zoals genoemd in de Wet werk en bijstand per 1 januari van dat jaar en de gezinsnorm van het daar aan voorafgaande jaar. De nieuwe bedragen worden naar boven afgerond op hele euro’s.
Deze verordening is tot stand gekomen als gevolg van een wetswijziging in de Wet werk en bijstand, waarmee de langdurigheidstoeslag wordt gedecentraliseerd naar gemeenten. Met de wijziging van de WWB per 1 januari 2012 is ook deze verordening opnieuw vastgesteld. De huidige langdurigheidstoeslag vindt zijn grondslag in artikel 36 van de Wet werk en bijstand. Daarin is nauw omschreven in welke gevallen en onder welke voorwaarden mensen met een laag inkomen in aanmerking komen voor de toeslag. De gedachte achter de toeslag is, dat mensen die langdurig een inkomen op het sociaal minimum hebben, geen financiële ruimte hebben om te reserveren voor onverwachte uitgaven.
Artikel 36 van de wet blijft de basis voor de langdurigheidstoeslag, maar daarnaast wordt in artikel 8 een bepaling toegevoegd waarin wordt bepaald dat gemeenten in een verordening de precieze voorwaarden voor de langdurigheidstoeslag moeten vastleggen.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
In dit artikel worden de omschrijvingen van de begrippen langdurig en laag inkomen uitgewerkt. Het lage inkomen wordt uitgedrukt als percentage van de voor de betrokkene toepasselijke bijstandsnorm. Voor werkenden zal gekeken moeten worden naar het inkomen, afgezet tegen de persoonlijke situatie (alleenstaand, alleenstaande ouder, gehuwden). Er is voor dit artikel aansluiting gezocht bij de normen vanuit de Wet werk en bijstand.
In lid 2 worden studenten expliciet uitgesloten van de langdurigheidstoeslag. In de nota van toelichting bij het wetsontwerp geeft het kabinet aan dat studenten niet worden geacht te behoren tot de doelgroep van de langdurigheidstoeslag vanwege het feit dat zij een goed arbeidsmarktperspectief hebben.
Om niet jaarlijks de verordening aan te hoeven passen is gekozen om de hoogte jaarlijks automatisch mee te laten bewegen met de bijstandsnormen. Omdat de bijstandsnormen in beginsel 2 maal per jaar worden geïndexeerd en de langdurigheidstoeslag maar eenmaal, wordt steeds een vergelijking gemaakt met de bijstandsnormen van 1 januari van het voorafgaande jaar.