Organisatie | Sliedrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Sliedrecht |
Citeertitel | Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Sliedrecht |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | griffie |
Geen
Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-04-2005 | 26-04-2005 | 01-03-2010 | nieuwe regeling | 25-04-2005 Onbekendt Kompas, 10 september 2009 | Onbekend |
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
De raad van de gemeente Sliedrecht;
Het ‘Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad 2005’
Artikel 4 De gemeentesecretaris
De raad kan het college verzoeken de secretaris in de vergadering aanwezig te laten zijn en deel te laten nemen aan de besprekingen als bedoeld in dit reglement.
HOOFDSTUK 2 TOELATING VAN NIEUWE LEDEN; FRACTIES
Artikel 7 Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging
1. Bij elke benoeming van nieuwe leden van de raad stelt de raad een commissie in bestaande uit drie leden van de raad. De commissie onderzoekt de geloofsbrieven, de daarop betrekking hebbende stukken van nieuw benoemde leden en de processen-verbaal van de stembureaus.
1. De leden van de raad, die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de begin van de zitting als één fractie beschouwd. Is onder een lijstnummer slechts één lid verkozen, dan wordt dit lid als een afzonderlijke fractie beschouwd.
1 één of meer leden van een fractie als zelfstandige fractie gaan optreden;
2 twee of meer fracties als één fractie gaan optreden;
3 één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie;
wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.
b.Met de onder a. beschreven veranderde situatie wordt rekening gehouden met ingang van de eerstvolgende vergadering van de raad na de mededeling daarvan.
Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen
1. De voorzitter zendt spoedeisende gevallenuitgezonderd uiterlijk 10 dagen voor een vergadering de leden van de raad een oproep onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering.
1. Voordat de oproep wordt verzonden, stelt het klein presidium de voorlopige agenda van de vergadering vast.
Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken
1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een elk in het Raadhuis en het gemeentekantoor ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van het ter inzage leggen melding in de openbare bekendmaking bedoeld in artikel 14. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk in een openbare bekendmaking.
Paragraaf 2 Orde van de vergadering
1. De voorzitter, de leden van de raad, de griffier en de wethouders hebben een vaste zitplaats, door de voorzitter na overleg in het presidium bij begin van elke nieuwe zittingsperiode van de raad aangewezen.
Artikel 17 Opening vergadering; quorum
1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde tijdstip, als het daarvoor door de wet vereiste aantal leden van de raad volgens de presentielijst aanwezig is.
2.Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, na het voorlezen van de namen van de afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, met inachtneming van artikel 20 van de Gemeentewet.
Artikel 18 Spreekrecht burgers
1. Na de opening van de vergadering kunnen aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.
Artikel 19 Geluid en beeldregistraties
Van de raadsvergadering vindt een geluidsregistratie plaats die via de internetsite te beluisteren valt. Voor overige geluid- en beeldregistraties dient vooraf toestemming van de voorzitter te worden gevraagd.
Artikel 20 Primus bij hoofdelijke stemming
Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen deelt de voorzitter mee, bij welk lid van de raad, de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen; bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.
1. De ontwerpnotulen van de voorgaande vergadering worden aan de leden van de raad toegezonden gelijk met de schriftelijke oproep.
De leden, de voorzitter, de griffier en degenen die hebben deelgenomen aan de besprekingenhebben het recht, een voorstel tot verandering aan de raad te doen, als de notulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven wat gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor het vaststellen van de notulen bij de griffier te worden ingediend.
1. Bij de raad ingekomen stukken, waaronder schriftelijke mededelingen van het college aan de raad, worden op een lijst geplaatst. Deze lijst wordt aan de leden van de raad toegezonden en ter inzage gelegd.
De raad kan op verzoek van een of meer leden wijzigingen aanbrengen in de op de lijst voorgestelde wijze van afhandeling. Als een lid verzoekt om bespreking van het ingekomen stuk in een raadscommissie geeft het lid aan welke aanleiding voor bespreking van het stuk bestaat en met welk doel agendering wordt verzocht.
De leden van de raad en overige aanwezigen spreken vanaf hun plaats of van een door de voorzitter aangewezen plaats en richten zich tot de voorzitter.
1. Een lid van de raad voert het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.
Artikel 25 Aantal spreektermijnen
1. De bespreking over een onderwerp of voorstel gebeurt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.
1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij
a.de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement te herinneren;
een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.
Als een spreker, zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Als de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin dat plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
1. De raad kan op voorstel van de voorzitter of een lid van de raad beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.
2.Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de bespreking voor een door hem te bepalen tijd te schorsen om het college of de leden de gelegenheid te geven tot nader beraad. De besprekingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Artikel 30 Deelname aan de bespreking door anderen
1. De raad kan bepalen dat anderen dan in de vergadering aanwezige leden van de raad, de wethouder, de griffier en de voorzitter deelnemen aan de bespreking.
Na het sluiten van de bespreking en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft elk lid het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.
Paragraaf 3 Procedures bij stemmingen
Artikel 33 Algemene bepalingen over stemming
1. De voorzitter vraagt of stemming wordt verlangd. Als geen stemming wordt gevraagd stelt de voorzitter vast dat het voorstel met algemene stemmenis aangenomen.
2.In de vergadering aanwezige leden kunnen aantekening in de notulen vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of zich van stemming te hebben onthouden.
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft of, wanneer hij het laatst opgeroepen lid is, voordat met het tellen van de stemmen is begonnen. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 35 Stemming over mensen
1. Wanneer een stemming over mensen voor het doen van een voordracht of het opstellen van een voordracht of aanbeveling moet plaatshebben, benoemt de voorzitter 3 leden tot stembureau.
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat als gevolg van het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Artikel 36 Herstemming over mensen
1. Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan.
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee mensen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op hebben gekregen. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee mensen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee mensen de derde stemming zal plaatshebben.
1. Elk lid van de raad kan tot het sluiten van de besprekingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de raad, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Artikel 40 Voorstellen van orde
1. De voorzitter en elk lid van de raad kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.
1. Een initiatiefvoorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend.
1. Een voorstel voor een verordening of een ander voorstel van het college aan de raad, dat vermeld staat op de agenda van de raadsvergadering, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van de raad.
2.Als de raad van oordeel is dat een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor advies terug aan het college moet worden gezonden, bepaalt de raad in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de burgemeester voor het door hem als bestuursorgaan van de gemeente gevoerde bestuur.
3. Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, uiterlijk op vrijdag vóór 12 uur voorafgaand aan de maandag van de raadsvergadering via de griffierschriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd en de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en de wethouders. Bij de behandeling van de ingekomen stukken van de eerstvolgende vergadering na het indienen van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Artikel 44 Schriftelijke vragen
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in elk geval binnen dertig dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Als beantwoording niet binnen deze termijn kan plaatsvinden, stelt het college de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
HOOFDSTUK 6 LIDMAATSCHAP VAN ANDERE ORGANISATIES
Artikel 48 Verslag; verantwoording
1. Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Hij meldt dit voor de vergadering aan de voorzitter. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de desbetreffende raadscommissie.
Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 46, zijn van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK 7 BESLOTEN VERGADERING
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
1. De notulen van een besloten vergadering worden niet rondgedeeld, maar liggen uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffie.
2.Deze notulen worden in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van deze notulen. De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raad in overeenstemming met artikel 25, eerste lid, van de Gemeentewet of over de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.
Artikel 52 Opheffing geheimhouding
Als de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet van plan is de geheimhouding op te heffen wordt, als daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
HOOFDSTUK 8 TOEHOORDERS EN MEDIA
Artikel 53 Toehoorders en media
1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de mediakunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.
2.Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.
Artikel 54 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de raadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.
Artikel 55 Verbod gebruik mobiele telefoons
In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, en het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering, zonder toestemming van de voorzitter, niet toegestaan.