Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sliedrecht

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raadscommissies van de gemeente Sliedrecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSliedrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raadscommissies van de gemeente Sliedrecht
CiteertitelReglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raadscommissies van de gemeente Sliedrecht
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpgriffie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-04-200526-04-200501-03-2010Nieuwe regeling

25-04-2005

Het Kompas 10 september 2009

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raadscommissies van de gemeente Sliedrecht

 

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Versie geldig vanaf 26 april 2005

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raadscommissies 2005

Verantwoordelijke afdeling

GRIFFIE (tel.: 0184-495989)

De getoonde reglementen van orde zijn een weergave van de actuele situatie. Voor historische informatie hiervan kunt u contact opnemen met de griffie, telefoon 0184-495989 of e-mail: griffie@sliedrecht.nl

De raad van de gemeente Sliedrecht;

besluit vast te stellen:

Het ‘Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raadscommissies 2005’

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit reglement wordt bedoeld met:

  • a.

    lid: lid van een raadscommissie;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    griffier: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger

  • d.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie.

Artikel 2 Instelling raadscommissies

1. De gemeenteraad wordt bij het uitoefenen van taken bijgestaan door commissies zoals bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet.

  • 2.

    De gemeenteraad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      de commissie Burger en Bestuur;

    • b.

      de commissie Ruimte en Groen;

    • c.

      de commissie Welzijn en Zorg;

    • d.

      de commissie Projecten.

  • 3.

    De gemeenteraad bepaalt het werkgebied van de commissies.

  • 4.

    Als een onderwerp verschillende commissies aangaat, wordt het onderwerp in de afzonderlijke commissies besproken, tenzij de voorzitters van de betrokken commissies in overleg beslissen dat een gezamenlijke vergadering van de commissies wordt belegd of de commissie die het onderwerp het meest aangaat, het onderwerp behandelt.

  • 5.

    Als een gezamenlijke vergadering van commissies wordt belegd vervult de voorzitter van de commissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

Artikel 3 Taak raadscommissies

  • 1.

    De commissies hebben de taak om de raad te adviseren over voorgelegde voorstellen, om de besluitvorming van de raad voor te bereiden en te overleggen met het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Het uitbrengen van een advies aan de raad uit eigener beweging.

HOOFDSTUK 2 SAMENSTELLING EN INRICHTING V/D COMMISSIES

Artikel 4 Samenstelling

  • 1.

    Een raadscommissie bestaat uit maximaal twee leden per fractie waarvan er een niet-raadslid kan zijn.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 3.

    Voor elk lid wordt zo mogelijk tevens een plaatsvervanger aangewezen, die hem bij afwezigheid vervangt.

  • 4.

    In het geval van vervanging treedt de plaatsvervanger volledig in de rechten en de plichten van degene, die hij vervangt.

  • 5.

    De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van dezelfde toepassing op een lid van een raadscommissie.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2.

    De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 3.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van dit reglement;

    • d.

      hetgeen dit reglement hem verder opdraagt.

Artikel 6 Niet-raadsleden (burgerraadsleden)

1. De raad kan mensen van buiten de raad benoemen tot (plaatsvervangend) lid van de raadscommissies.

  • 2.

    Elke fractie mag maximaal twee niet-raadsleden voordragen.

  • 3.

    De niet-raadsleden als bedoeld in het eerste lid dienen, woonachtig te zijn in de gemeente Sliedrecht en mogen geen functies vervullen die met het lidmaatschap van de raad onverenigbaar zijn.

  • 4.

    Het onderzoek naar de bescheiden, waaruit moet blijken of een niet-raadslid aan de benoemingseisen voldoet, gebeurt met dezelfde toepassing van het bepaalde in de Gemeentewet en het Reglement van Orde voor de gemeenteraad. Ten behoeve van het onderzoek legt de kandidaat de nodige bescheiden over aan de gemeenteraad.

  • 5.

    De rechten, plichten en verboden die gelden voor de raadsleden als vermeld in hoofdstuk II van de Gemeentewet zijn van dezelfde toepassing op de benoemde niet-raadsleden.

Artikel 7 Zittingsduur en vacatures

  • 1.

    De zittingsperiode van een lid en van de voorzitter eindigt in elk geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    Een lid houdt op lid van een raadscommissie te zijn als hij niet meer voldoet aan de in artikel 3 lid 5 gestelde eisen.

  • 3.

    De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4.

    De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 5.

    Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te alle tijden ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijke mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6.

    Als door ontslag of om een andere reden een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de invulling daarvan met inachtneming van de artikelen 3, 4 en 5.

  • 7.

    Als een fractie volgens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van de fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 8 Commissiesecretaris

1. De raadsgriffier treedt op als secretaris van de commissie.

  • 2.

    De raadsgriffier wijst in overleg met de gemeentesecretaris tevens een ambtenaar aan, die de secretaris van een commissie zo nodig vervangt.

  • 3.

    De raadsgriffier ondertekent met de voorzitter alle stukken die van een commissie uitgaan.

HOOFDSTUK 3 AANWEZIGHEID COLLEGE, BURGEMEESTER EN GEMEENTESECRETARIS

Artikel 9 Burgemeester en wethouders

  • 1.

    Burgemeester en wethouders wonen, voor zover de te behandelen onderwerpen geheel of in hoofdzaak tot hun portefeuille behoren, de vergadering van de commissie bij. Zij worden in de gelegenheid gesteld het standpunt van het college nader toe te lichten.

  • 2.

    Als de burgemeester of een wethouder aan de besprekingen wil deelnemen, doet hij hiertoe een verzoek aan de voorzitter.

Artikel 10 Gemeentesecretaris en anderen

  • 1.

    De raadscommissie kan het college verzoeken de gemeentesecretaris aanwezig te laten zijn in de vergadering en deel te laten nemen aan de besprekingen als bedoeld in dit reglement.

  • 2.

    Medewerkers van de ambtelijke organisatie en, zonodig, externe deskundigen wonen de vergaderingen van de commissies bij ter ondersteuning van het college van burgemeester en wethouders en de raadscommissie.

HOOFDSTUK 4 VERGADERINGEN

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen

Artikel 11 Vergaderfrequentie

  • 1.

    In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissies eens in de zes weken plaats volgens een door het klein presidium voorgesteld vergaderschema. De vergaderingen van de raadscommissies beginnen om 19.30 uur en vinden plaats in het Raadhuis op het dr. Langeveldplein.

  • 2.

    Een raadscommissie vergadert verder als de voorzitter het nodig oordeelt of twee commissieleden met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 3.

    De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of begintijd bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 12 Oproep

  • 1.

    De voorzitter zendt tenminste 10 dagen voor een vergadering de leden een oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2.

    De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijk met de oproep op internet geplaatst en ter inzage gelegd.

  • 3.

    Als een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 12 tweede lid worden deze agenda en bijbehorende stukken zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor begin van de vergadering aan de leden verzonden.

  • 4.

    Met uitzondering van bijzondere spoedeisende zaken en van zaken van bijzonder eenvoudige aard, worden in een vergadering geen zaken behandeld, waarvan de leden van de commissies niet vooraf hebben kunnen kennis nemen.

Artikel 13 Agenda

1. Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt de voorzitter in overleg met de griffier de voorlopige agenda vast.

  • 2.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de oproep tot uiterlijk 48 uur voor het begin van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 3.

    Bij begin van de vergadering stelt de commissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of van de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 4.

    Op voorstel van een lid of van de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

  • 5.

    Elk lid heeft het recht voorstellen aan de commissie te doen. Deze voorstellen dienen uiterlijk twee weken voor de vergadering bij de voorzitter van de commissie te worden ingediend zodat deze op de agenda van de eerstvolgende commissievergadering kunnen worden geplaatst.

  • 6.

    Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de besprekingen voorbereid acht, kan zij aan het college nadere inlichtingen of advies vragen. De commissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 14 Ter inzage leggen van stukken

1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden samen met het verzenden van de oproep voor een elk in het Raadhuis en het gemeentekantoor ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van het ter inzage leggen melding in de openbare bekendmaking. Als na het verzenden van de oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de commissie en zo mogelijk in een openbare bekendmaking.

  • 2.

    Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het Raadhuis dan wel het gemeentekantoor gebracht.

  • 3.

    Als over stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier de leden van de raad inzage.

Artikel 15 Openbare bekendmaking

  • 1.

    De vergadering wordt door aankondiging in Het Kompas en door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2.

    De openbare bekendmaking vermeldt:

    • a.

      de datum, begintijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een elk de agenda en de daarbij behorende stukken in kan zien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.

Paragraaf 2 Orde van de vergadering

Artikel 16 Opening vergadering; quorum

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde tijdstip als meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen van de afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat tenminste 24 uur na het doen van de oproep is gelegen.

  • 3.

    Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten als meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 17 Spreekrecht burgers

1. Mensen op de publieke tribune hebben het recht, nadat de voorzitter hen daartoe in de gelegenheid stelt, het woord te voeren per agendapunt en over elk willekeurig onderwerp dat tot het taakveld van de desbetreffende raadscommissie behoort. Zij dienen hiervoor voorafgaand aan de vergadering aan de voorzitter toestemming te vragen.

  • 2.

    Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken en hiervoor van de voorzitter de gelegenheid heeft gekregen, vermeldt zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 3.

    Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord, met dien verstande dat de totale spreektijd van de burgers maximaal 30 minuten bedraagt. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 4.

    Het woord kan niet gevoerd worden over:

  • a.

    over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep loopt of waarover in bezwaar of beroep een uitspraak is gedaan; ;

  • b.

    benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van mensen;

  • c.

    een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

Artikel 18 Besluitenlijst

1. De besluitenlijst van de voorgaande vergadering wordt bij het begin van de vergadering vastgesteld.

  • 2.

    De leden, de voorzitter en het college van Burgemeester en Wethouders hebben het recht, een voorstel tot verandering aan de commissie te doen, als de besluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft wat gezegd is.

  • 3.

    De besluitenlijst houdt in elk geval in:

  • a.

    de namen van de ter vergadering aanwezige leden, de voorzitter, de griffier, burgemeester en wethouders en overige mensen die het woord gevoerd hebben. Afzonderlijk wordt vermeld welke leden afwezig waren;

  • b.

    een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

  • c.

    de adviezen en besluiten;

  • d.

    een actiepuntenlijst.

  • 5.

    De besluitenlijst wordt opgesteld onder de zorg van de griffier.

  • 6.

    De griffier draagt er zorg voor dat de (concept) besluitenlijst zo spoedig mogelijk aan de raad en het college van Burgemeester en Wethouders wordt toegezonden.

Artikel 19 Volgorde sprekers

  • 1.

    Een lid, de burgemeester of een wethouder voert het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem gekregen te hebben.

  • 2.

    De volgorde van de sprekers kan worden gewijzigd wanneer het woord wordt gevraagd over de orde van de vergadering.

Artikel 20 Spreektermijnen

1.De bespreking over een voorstel of de behandeling van een onderwerp gebeurt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de commissie anders beslist.

  • 2.

    Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3.

    Een lid mag in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 21 Voorstellen van orde

  • 1.

    De voorzitter en elk lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie meteen.

Artikel 22 Handhaving orde; schorsing

  • 1.

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord tenzij de voorzitter het nodig vindt hem aan het opvolgen van de verordening te herinneren of een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2.

    Als een spreker zich beledigend of onbetamelijk uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Als de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin dit plaatsheeft, over het aanhangig onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en – als na heropening de orde opnieuw wordt verstoord – de vergadering sluiten.

  • 4.

    De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dart door zijn gedragingen de orde verstoort, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Nadat het voorstel is aangenomen verlaat het lid de vergadering onmiddellijk, zo nodig laat de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden geweigerd.

Artikel 23 Bespreking

  • 1.

    De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel te bespreken.

  • 2.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de bespreking te schorsen om het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader overleg. De besprekingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 24 Deelname aan de bespreking door anderen

  • 1.

    De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de bespreking.

  • 2.

    Een beslissing daarover wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen vóór met de bespreking ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt wordt begonnen.

Artikel 25 Advies

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is besproken, sluit hij de bespreking tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2.

    Nadat de bespreking is gesloten beslist de commissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3.

    Als de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4.

    In het advies worden de standpunten van alle fracties opgenomen.

HOOFDSTUK 5 BESLOTEN VERGADERING

Artikel 26 Algemeen

 

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van orde van dezelfde toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 27 Besluitenlijst

  • 1.

    De besluitenlijst van een besloten vergadering wordt niet rondgedeeld maar ligt uitsluitend voor de leden op de griffie ter inzage.

  • 2.

    De besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van de besluitenlijst. De vastgestelde besluitenlijst wordt door de voorzitter en griffier getekend.

Artikel 28 Geheimhouding

 

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie in overeenstemming met artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of over de inhoud van de stukken en het besprokene geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 29 Opheffing geheimhouding

 

Als de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet van plan is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, als de raadscommissie die de geheimhouding heeft opgelegd daarom vraagt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

HOOFDSTUK 6 TOEHOORDERS EN MEDIA

Artikel 30 Toehoorders en media

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de media kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op welke manier dan ook de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde van de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 31 Geluid- en beeldregistraties

 

Degenen die tijdens de vergadering geluid- en/of beeldregistraties willen maken vragen hiervoor toestemming aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzigingen.

Artikel 32 Verbod gebruik mobiele telefoons

 

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering is zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

HOOFDSTUK 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 33 Uitleg reglement van orde

 

In de gevallen waarin dit reglement van orde niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van het reglement, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 34 Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking op 26 april 2005.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt het reglement van orde voor de vergaderingen van de raadscommissies zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 22 april 2002

  • 3.

    Dit reglement kan worden aangehaald als: “Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raadscommissies van de gemeente Sliedrecht”

    Vastgesteld in de openbare vergadering

    Van de raad van de gemeente Sliedrecht

    Op 25 april 2005

    De griffier De voorzitter,

  • A.

    Koenen M.C. Boevée