Organisatie | Overbetuwe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening bestuursrechtelijke geldschulden gemeente Overbetuwe 2011 |
Citeertitel | Verordening bestuursrechtelijke geldschulden gemeente Overbetuwe 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | verordening bestuursrechtelijke geldschulden 2011 11 11 29.pdf |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | nieuwe regeling | 29-11-2011 Hét Gemeente Nieuws; 07-12-2011 | 11rb000124 |
De raad van de gemeente Overbetuwe;
gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 13 september 2011;
gelezen het advies van de raadscommissie GFZ van 7 november 2011;
gelet op artikel(en) 4:87 en 4:89 van de Algemene wet bestuursrecht en 149 van de Gemeentewet;
Deze verordening is niet van toepassing voor zover het onderwerp bestuursrechtelijke geldschulden in een andere verordening is geregeld.
In afwijking van artikel 4:87, eerste lid van de wet geschiedt de betaling binnen 30 dagen nadat de beschikking op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt, tenzij de beschikking een eerder of een later tijdstip vermeldt.
Het bevoegde bestuursorgaan kan één of meerdere artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voorzover toepassing, gelet op het belang van het betalen van bestuursrechtelijke geldschulden, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering
van 29 november 2011.
DE RAAD VOORNOEMD,
de griffier,
drs. A.J. van den Brink
de voorzitter,
E. Tuijnman.
Met de inwerkingtreding van de Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht met ingang van 1 juli 2009 is het onderwerp bestuursrechtelijke geldschulden toegevoegd aan de Algemene wet bestuursrecht. Titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op geldschulden die voortvloeien uit de wet, een wettelijk voorschrift of een besluit van een bestuursorgaan waartegen bezwaar gemaakt kan worden of beroep kan worden ingesteld. Met betrekking tot een aantal onderwerpen bestaat de vrijheid om in een gemeentelijke verordening aanvullend of afwijkend zaken te regelen. Van die mogelijkheid wordt met deze verordening gebruik gemaakt.
Titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht geeft regels voor betaling van bestuursrechtelijke geldschulden zowel áán, als dóór de overheid. Deze verordening heeft dus ook betrekking op de betaling van bestuursrechtelijke geldschulden zowel áán, als dóór de gemeente.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit artikel zijn de omschrijvingen opgenomen van begrippen die in deze verordening
worden gehanteerd. Deze behoeven geen nadere toelichting.
In een aantal specifieke verordeningen is het onderwerp bestuursrechtelijke geldschulden al geregeld. Daarbij valt te denken aan de diverse belastingverordeningen. In die gevallen is deze (algemene) verordening niet van toepassing, maar geldt wat geregeld is in die specifieke verordening.
In artikel 4:87 van de Algemene wet bestuursrecht hanteert de wetgever een betalingstermijn van 6 weken. De betaling moet geschieden binnen 6 weken nadat de beschikking (op de voorgeschreven wijze) bekend is gemaakt. Een langere betalingstermijn mag, op grond van de Algemene wet bestuursrecht, in de beschikking zelf worden vastgesteld. Een kortere betalingstermijn dan 6 weken is alleen toegestaan als dat in een wet of verordening is geregeld. Zo is bijvoorbeeld in artikel 45 van de Wet werk en bijstand een specifieke betalingstermijn geregeld. Deze (wettelijke) bepaling gaat dus vóór deze verordening.
In dit artikel is bepaald dat betaling áán en dóór de gemeente geschiedt binnen 30 dagen nadat de beschikking bekend is gemaakt. Deze termijn is ingegeven door de noodzaak dat in een aantal situaties een versnelde invordering aangewezen is. Te denken valt bijvoorbeeld aan de versnelde invordering van uitkeringen op grond van de Wet werk en bijstand omdat de uitkering ten onrechte verstrekt is. In dergelijke gevallen is een kortere betalingstermijn dan zes weken aangewezen om enig effect te hebben. Om binnen de gemeente één uniforme termijn te hanteren, is er voor gekozen om voor alle gevallen een betalingstermijn van 30 dagen te hanteren. Dit komt de rechtszekerheid ten goede.
Uitgangspunt van de Algemene wet bestuursrecht, zoals neergelegd in artikel 4:89, is girale betaling. Contante betaling is alleen mogelijk als dat bij wettelijk voorschrift is bepaald. Met dit artikel wordt dit geregeld.
Betaling aan een bestuursorgaan van de gemeente kan zowel giraal als via chartale betaling, zoals bijvoorbeeld de contante betaling voor een paspoort of rijbewijs, etc..
Anders is het in het geval van betaling door een bestuursorgaan. Om te voorkomen dat de gemeente veel contant geld in kas moet hebben, is het voor het bestuursorgaan alleen in de in deze verordening genoemde gevallen mogelijk om chartaal (lees: contant) te betalen.
Dit artikel geeft het bevoegde bestuursorgaan de mogelijkheid één of meerdere artikelen van deze verordening buiten toepassing te laten of daarvan af te wijken, voorzover toepassing van deze verordening, gelet op het betalen van bestuursrechtelijke geldschulden, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
In beginsel is een hardheidsclausule alleen van toepassing op gevallen die ten tijde van het vaststellen van deze verordening niet voorzienbaar waren. Toepassing van deze hardheidsclausule zal dan ook niet licht geschieden. Als er in een geval gebruik wordt gemaakt van de hardheidsclausule, betekent dit dat de verordening hierop moet worden aangepast, omdat het geval immers voorzienbaar is geworden.
Artikel 6 bevat de overgangsbepalingen. Als de verplichting voor de betaling van een geldsom, al dan niet in verband met subsidie, is ontstaan voordat deze verordening in werking is getreden, blijft de verordening of de regeling zoals deze voor de inwerkingtreding gold van toepassing.
Dit artikel behoeft geen toelichting.