Nr.: 11-78j
Onderwerp:
Verordening lijkbezorgingsrechten 2012
De raad van de gemeente Diemen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18
oktober 2011;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b en artikel
229b van de Gemeentewet:
b e s l u i t :
vast te stellen de
Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten
2012
(Verordening lijkbezorgingsrechten 2012)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
Aanvrager: degene die – al dan niet
door tussenkomst van een uitvaartondernemer – opdracht geeft voor
een begrafenis en de uitgifte van een graf;
- b.
Algemeen graf: een zandgraf of
keldergraf bij het bestuur in beheer waarin aan een ieder
gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;
- c.
Asbus: een bus ter berging van as van
een overledene;
- d.
Begraafplaats: de begraafplaats
“Rustoord”, het terrein gelegen aan de Weesper-straatweg 84A te
Diemen;
- e.
Beheerder: degene (of zijn vervanger)
die door het bestuur met het (dagelijkse) beheer van de
begraafplaats is belast, bevoegd is namens het bestuur opdrachten
dienaangaande te verlenen en bevoegd is de in deze verordening
bedoelde grafrech-ten te vestigen, grafrechten te laten vervallen en
vergunningen af te geven;
- f.
Bestuur: burgemeester en wethouders van
de gemeente Diemen;
- g.
Eigen graf: een particulier graf dat
tot 1 januari 2010 is uitgegeven onder de bena-ming “eigen
graf”;
- h.
Gebruiker: de natuurlijke of
rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een
algemeen graf, dan wel degene die redelijkerwijs geacht kan worden
in diens plaats te zijn getreden;
- i.
Grafakte: de beschikking in de zin van
de Algemene wet bestuursrecht (Awb) waarin overeenkomstig de
bepalingen van deze verordening door of namens het bestuur een
grafrecht wordt verleend;
- j.
Grafbedekking: gedenktekens of
beplanting die op een graf zijn geplaatst;
- k.
Grafrecht:
- 1.
Het recht van gebruik van een ruimte in een algemeen graf,
hetzij
- 2.
Het uitsluitend recht op een particulier graf
- l.
Kindergraf: een particulier graf, bij
het bestuur in beheer, waarin gelegenheid wordt gegeven tot het doen
begraven en begraven houden van lijken en het bijzetten van asbussen
van kinderen tot en met 11 jaar;
- m.
Onderhoudsbijdrage begraafplaats: een
verplichte bijdrage in het algemene onder-houd aan de begraafplaats
door rechthebbenden en gebruikers;
- n.
Particulier graf: een graf, grafkelder
daaronder begrepen, bij het bestuur in beheer, waarin aan een
natuurlijke of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot
het doen begraven en begraven houden van lijken en het bijzetten van
asbussen;
- o.
Rechthebbende: de natuurlijke of
rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een
particulier graf;
- p.
Verstrooiingsplaats: een permanent
daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid;
- q.
Wet: de Wet op de lijkbezorging en de
daaruit voortvloeiende regelgeving.
Artikel 2 Belastbaar feit
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de
begraaf-plaats en voor het verlenen van diensten in verband met de
begraafplaats.
Artikel 3 Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve
van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen,
werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 4 Vrijstelling
Voor het opgraven van een stoffelijk overschot of het verwijderen van een
asbus op gezag van een gerechtelijke autoriteit worden geen rechten
geheven.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
- 1.
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen
in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met in acht neming
van de daarbij behorende bijzondere bepalingen.
- 2.
Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de
tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Belastingjaar
- 1.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het
belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
- 2.
Met betrekking tot de rechten genoemd in artikel 6 en 9.3 van de
tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor
wordt afgekocht.
Artikel 7 Wijze van heffing
- 1.
De grafrechten en onderhoudsbijdrage begraafplaats, bedoeld in artikel 6
en 10 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.
- 2.
Andere rechten als die bedoeld in artikel 6 en 10 van de tarieventabel,
worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke
kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde
bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke
kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de
jaarlijks verschuldigde rechten
- 1.
De grafrechten en onderhoudsbijdrage gegraafplaats, als bedoeld in
artikel 6 en 10 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang
van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de
belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt
zijn de rechten bedoeld in artikel 6 en 10 van de tarieventabel
verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar
verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aan-vang van de
belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt,
bestaat geen aan-spraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in artikel
6 en 10 van de tarieventabel.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
Andere rechten dan die bedoeld in artikel 6 en 10 van de tarieventabel zijn
verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het
gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 10 Termijnen van betaling
- 1.
Bij wege van aanslag geheven rechten moeten ineens en binnen twee
maanden na dagtekening van het aanslagbiljet worden voldaan.
- 2.
Op andere wijze geheven rechten moeten worden voldaan binnen dertig
dagen na dagtekening van de kennisgeving.
Artikel 11 Kwijtschelding
Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding
verleend.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De "Verordening lijkbezorgingsrechten 2011" van 4 november 2010
wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum
van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing
blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben
voorgedaan
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na
die van de bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.
- 4.
Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening
lijkbezorgingsrechten 2012”