Organisatie | Ermelo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2012 |
Citeertitel | Verordening afvalstffenheffing 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Afvalstoffenheffing |
Geen
artikel 229d en 255a emeentewet en artikel 15.33 Wet milieubeheer
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2000 | 01-01-2013 | Onbekend | 20-12-2011 Ermelo's weekblad | Onbekend | |
01-01-2000 | Onbekend | 20-12-2011 Ermelo's weekblad | Onbekend |
De raad van de gemeente Ermelo;
gelezen het voorstel van het college van 8 november 2011, nr. 11086580;
gelet op artikel 229d, eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, en 255a van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2012
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 2 - Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 - Maatstaven van heffing en belastingtarieven
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Met betrekking tot de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 - Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, onder 1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, onder 1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
De belastingschuld bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.
Artikel 8 - Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt voor aanslagen die worden opgelegd in het belastingtijdvak waarop zij betrekking hebben, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag groter is dan of gelijk is aan € 30,00, maar minder is dan of gelijk is aan € 3.000,00, dat de aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het eerste en tweede lid geldt voor aanslagen die worden opgelegd in het belastingtijdvak waarop zij betrekking hebben, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, groter is dan of gelijk is aan € 30,00 maar minder is dan of gelijk is aan € 3.000,00 en het totaalbedrag van dat aanslagbiljet door middel van automatische betalingsincasso kan worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingtijdvak resteren. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het eerste lid geldt voor aanslagen, gebaseerd op hoofdstuk 1, lid 1.2.1 en 1.2.2 van de tarieventabel behorende bij deze verordening, die opgelegd worden na het tijdvak waarop zij betrekking hebben, dat de aanslagen groter dan of gelijk aan € 30,00 moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn het eerste tot en met vijfde lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag of de kennisgeving.
Artikel 9 - Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.
Artikel 11 – Kwijtschelding medisch afval
Bij de invordering van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.2.1 en 1.2.2 van de tarieventabel wordt voor maximaal € 36,00 kwijtschelding verleend wanneer de belastingplichtige, bij aanvang van het belastingjaar, of indien later, bij aanvang van de belastingplicht, daartoe een schriftelijk verzoek indient, voorzien van een schriftelijk bewijs (voor de noodzaak) van het gebruik van incontinentie-, stoma- en dialysemateriaal.
Artikel 12 - Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
Vastgesteld in de openbare vergadering
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen waarbij de fractie van Gemeentebelang geacht wordt tegen het onderdeel “hondenbelasting” te hebben gestemd. |
Hoofdstuk 1 - Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing
1.1 De belasting bedraagt per perceel voor het belastingtijdvak € 96,00
1.2.1 De belasting in 1.1 wordt vermeerderd per perceel per aanbieding
van een container bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval van:
1.2.2 De belasting in 1.1 wordt voorts vermeerderd per perceel per
aanbieding van een container bestemd voor de overige huis-
1.2.3 Het aantal aanbiedingen per perceel wordt vastgesteld met behulp van
de containerherkennings- en registratieapparatuur op de inzamelwagen.
Voor de berekening van de belasting wordt uitgegaan van het aantal
malen dat een container, onderverdeeld naar de soort en het volume
daarvan, ter lediging wordt aangeboden, zoals is vastgesteld met
behulp van de containerherkennings- en registratieapparatuur op de
1.3 De belasting in 1.1 wordt vermeerderd per perceel waar gebruik
1. gemaakt wordt van gezamenlijke containers (gestapelde bouw) € 75,00
Hoofdstuk 2 – Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing
2.1 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor
het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen bij het
perceel per aanvraag per kubieke meter € 27,20
2.2 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor
het op aanvraag wisselen van een container, voor de tweede en
volgende omwisseling, per keer € 45,30
2.3 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor
het op aanvraag plaatsen van een slot op een minicontainer € 27,20
Behorend bij raadsbesluit van 15 december 2011, nummer 11086580