Organisatie | Stadskanaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Bijzondere bijstand en Armoedebeleid Stadskanaal 2009 |
Citeertitel | Beleidsregels bijzondere bijstand en armoedebeleid Stadskanaal 2009 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door het Besluit socialezekerheidswetten Stadskanaal 2013.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-11-2012 | 16-05-2013 | artt. 1, 3, 8, 9, 10, 11 en 12 | 13-11-2012 De Kanaalstreek, d.d. 21-11-2012 | BW 13-11-2012, nr. 9 | |
12-11-2009 | 01-01-2009 | 29-11-2012 | nieuwe regeling | 08-09-2009 De Kanaalstreek, 11-11-2009 | BW, 08-09-2009, nr 8 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Stadskanaal
overwegende dat het gewenst is regels te stellen voor de uitvoering van de Wet werk en bijstand (WWB) en het gemeentelijk armoedebeleid; gelet op de bepalingen in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht , artikel 7, lid 1 sub b en artikel 35 van de Wet werk en bijstand , en mede gelet op het raadsbesluit van 20-04-2009, betreffende de vaststelling van de nota Armoedebeleid in Stadskanaal;
vast te stellen de volgende “Beleidsregels bijzondere bijstand en armoedebeleid Stadskanaal 2009”
Alle in deze beleidsregels genoemde begrippen hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand
een beleidsregel zoals omschreven in artikel 1:3 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht ;
ten laste komende kinderen zoals bedoeld in de Wet werk en bijstand ;
de persoon die is ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie en bovendien feitelijk zijn woonplaats in de gemeente Stadskanaal heeft, in de zin van artikel 10 Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek ;
Van het in aanmerking te nemen inkomen worden de middelen bedoeld in artikel 31 lid 2 sub h en artikel 33 lid 5 van de Wet werk en bijstand niet tot het draagkrachtinkomen van belanghebbende gerekend.
Inkomsten uit arbeid van inwonende kinderen (artikel 31 lid 2 onderdeel h van de Wet werk en bijstand ) worden niet vrijgelaten, indien het bijzondere bijstand betreft voor het minderjarige kind zelf.
Van het in aanmerking te nemen vermogen worden de middelen bedoeld in artikel 34 lid 2 van de Wet werk en bijstand niet tot het draagkrachtvermogen van belanghebbende gerekend.
Het in artikel 35 tweede lid van de Wet werk en bijstand genoemde drempelbedrag wordt niet toegepast op de regelingen zoals genoemd in de bijzondere bijstand en armoedebeleid.
Paragraaf 2 Individuele en categoriale bijzondere bijstand
Aan inwoners wordt bijzondere bijstand verstrekt als ze niet beschikken over middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan.
Artikel 6 Ingangsdatum bijzondere bijstand
De ingangsdatum van incidentele en periodieke bijzondere bijstand ligt maximaal zes weken vóór de datum van aanvraag.
Artikel 9 Chronisch zieken gehandicapten en ouderen
Voorwaarden voor aanspraak op de regeling zijn dat de inwoner gedurende 36 maanden voorafgaande aan de aanvraag een inkomen van maximaal 110% van de toepasselijke bijstandsnorm heeft en
een voorziening is toegekend op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning , of
Het college verhoogt of verlaagt jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze beleidsregels geldende bedragen conform de ontwikkelingen van de prijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Voor de rechthebbenden regeling SPF in 2009 met een hoger vermogen dan de norm WWB , exclusief vermogen in eigen woning, geldt een overgangsregeling van vijf jaar. In 2010 maximaal 80% vergoeding, 2011 maximaal 60% vergoeding, 2012 maximaal 40% vergoeding en in 2013 maximaal 20% van de regeling SPF 2009.