Organisatie | Arnhem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2012 |
Citeertitel | Verordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening belastingen op roerende woon- en bedruifsruimte 2011.
De Verordening van 8 november 2011, 2011.0.105.518, B&W 13 september 2011, is gewijzigd op 6 december 2011.
Artikel 221 van de Gemeentewet
n.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-12-2011 | 17-11-2012 | wijziging 6 december 2011:artikel 7 tarief woning | 06-12-2011 Arnhemse Koerier, 14 december 2011 | 2011.0.133.567, B&W 15 november 2011 |
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt de waarde van een bedrijfsruimte, met uitzondering van ruimten die zijn ingeschreven in een van de ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers van beschermde monumenten, bepaald op de vervangingswaarde indien dit leidt tot een hogere waarde dan die ingevolge het eerste lid. Bij de berekening van de vervangingswaarde wordt rekening gehouden met:
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt de waarde van een woonruimte dat deel uitmaakt van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de in artikel 1, derde lid, onderdeel b, van die wet bedoelde voorwaarden bepaald met inachtneming van een vooronderstelde verplichting om het landgoed gedurende een tijdvak van 25 jaren als zodanig in stand te houden en geen opgaand hout te vellen anders dan volgens de regels van normaal bosbeheer noodzakelijk of gebruikelijk is. Ruimten die dienstbaar zijn aan de woonruimte worden geacht deel uit te maken van die woonruimte.
Bij de toepassing van het bepaalde in de voorgaande leden blijft buiten aanmerking de waarde-verhogende invloed van de bouw, daaronder begrepen verbouwing of verbetering van een roerende woon- of bedrijfsruimte, zolang die bouw nog niet is voltooid of geen voltooiingverklaring is afgegeven, dan wel zolang die roerende woon- of bedrijfsruimte nog niet is gereedgekomen voor gebruik overeenkomstig de bestemming die met de bouw wordt beoogd.
Indien een roerende woon- of bedrijfsruimte geheel wordt verbouwd, gepaard gaande met gedeeltelijke afbraak en met herbouw, een en ander van een zodanige omvang dat naar maatschappelijke opvatting met die verbouwing de stichting van een geheel nieuwe of een nagenoeg geheel nieuwe roerende woon- of bedrijfsruimte wordt beoogd, wordt voor de duur van de verbouwing de waarde van die woon- of bedrijfsruimte buiten aanmerking gelaten.
In afwijking in zoverre van artikel 4 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten de waarde van:
glasopstanden, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit cultuurgrond die bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd ten behoeve van de land- of bosbouw. Onder cultuurgrond wordt mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;
De eerste termijn vervalt dan op de laatste dag van de maand volgende op die waarin de dagtekening van het aanslagbiljet is gesteld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Inwerkingtreding en citeertitel
De ‘'Verordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2011' van 8 november 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.