| Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen | | |
2.1.1.1 | Aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld
in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme
Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van
werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of
voor zover deze ontbreekt, een raming van de
aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen.
Indien de werken of werkzaamheden geheel of
gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt
in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs
die aan een derde in het economisch verkeer zou
moeten worden betaald voor de werken of
werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking
heeft; | | |
2.1.1.2 | Bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld
in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme
Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van
werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk,
of voor zover deze ontbreekt een raming van de
bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het
normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit
normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.
Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door
zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder
bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in
het economisch verkeer zou moeten worden betaald
voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop
de aanvraag betrekking heeft; | | |
2.1.1.3 | Sloopkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld
in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme
Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van
werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of
voor zover deze ontbreekt, een raming van de
sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen.
Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door
zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder
sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in
het economisch verkeer zou moeten worden betaald
voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag
betrekking heeft; | | |
2.1.1.4 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht | | |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo
zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de
Wabo bedoeld. | | |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader
in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten
waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is
uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift
bedoeld. | | |
| Hoofdstuk 2. Vooroverleg/beoordeling
conceptaanvraag | | |
2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van: | | |
2.2.1 | een verzoek tot de beoordeling van een
principeverzoek met betrekking tot de vraag of
bebouwingsmogelijkheden, dan wel
bestemmingswijzigingen mogelijk zijn: | € | 0,00 |
2.2.2 | Een verzoek om vooroverleg in verband met het
verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen
project in het kader van de Wabo vergunbaar is: | € | 0,00 |
2.2.3 | een verzoek tot de beoordeling van een
conceptaanvraag om een omgevingsvergunning
(schetsplan) : 20% van de leges zoals deze bij een
daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning
voor het project zouden worden vastgesteld. | | |
2.2.4 | Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een
omgevingsvergunning voor een op basis van het
principeverzoek, vooroverleg, dan wel
conceptaanvraag uitgewerkt bouwplan in behandeling
wordt genomen, worden de daarvoor geheven leges met
deze leges verrekend; | | |
| Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning | | |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een
project: de som van de verschuldigde leges voor de
verschillende activiteiten of handelingen waaruit
het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop
de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde
leges voor de extra toetsen die in verband met de
aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de
tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit
hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In
afwijking van de vorige volzin kan ook per
activiteit, handeling of andere grondslag een
legesbedrag worden gevorderd. | | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | | |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten minder bedragen dan €
20.000: 4,20% van de bouwkosten | | |
2.3.1.1.2 | Indien de bouwkosten € 20.000 bedragen of meer, maar
minder dan € 50.000: 3,90% van de bouwkosten met een minimum
van € 840 | | |
2.3.1.1.3 | Indien de bouwkosten € 50.000 bedragen of meer, maar
minder dan € 200.000: 2,66% van de bouwkosten met een minimum
van € 1.950 | | |
2.3.1.1.4 | Indien de bouwkosten € 200.000 bedragen of meer,
maar minder dan € 500.000: 1,65% van de bouwkosten met een minimum
van € 5.320 | | |
2.3.1.1.5 | Indien de bouwkosten € 500.000 bedragen of meer,
maar minder dan € 1.000.000: 1,59% van de bouwkosten met een minimum
van € 8.250 | | |
2.3.1.1.6 | Indien de bouwkosten € 1.000.000 bedragen of meer,
maar minder dan € 2.000.000: 1,53% van de bouwkosten
met een minimum van € 15.900 | | |
2.3.1.1.7 | Indien de bouwkosten € 2.000.000 bedragen of meer,
maar minder dan € 5.000.000: 1,47% van de bouwkosten
met een minimum van € 30.600 | | |
2.3.1.1.8 | Indien de bouwkosten € 5.000.000 bedragen of meer:
1,41% van de bouwkosten met een minimum van €
73.500 | | |
2.3.1.2 | Verplichte welstandstoets: | | |
2.3.1.2.1 | De kosten voor de welstandstoets zijn opgenomen in
de basisleges van artikel 2.3.1.1.1 t/m
2.3.1.1.8 | | |
2.3.1.3 | Verplicht advies agrarische commissie (D.L.V.): Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1
bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk
voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde
aanvraag een advies van de agrarische commissie
nodig is en wordt beoordeeld: | € | 0,00 |
2.3.1.4 | Beoordeling aanvullende gegevens: Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1
bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen
van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat
de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in
behandeling is genomen en extra werkzaamheden met
zich brengt: | € | 125,00 |
2.3.1.5 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een
bouwactiviteit die reeds zonder vergunning is
gebouwd, in aanbouw is, dan wel in afwijking van de
verleende vergunning is gerealiseerd, wordt het
overeenkomstig 2.3.1 berekende bedrag verhoogd
met: | € | 271,35 |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld
in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo,
bedraagt het tarief: | € | 548,00 |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake
is van een bouwactiviteit. Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en
tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld
in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo,
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in
onderdeel 2.3.1: | | |
2.3.3.1.a | Op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°,
van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse
afwijking) | € | 125,00 |
2.3.3.1.b | van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde
bedrag; indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º,
van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine
afwijking - kruimelgevallen regeling): | € | 600,00 |
2.3.3.2 | van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde
bedrag; indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º,
van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking
– voormalig projectbesluit): | € | 4.636,00 |
2.3.3.3 | van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde
bedrag; indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt
toegepast (tijdelijke afwijking): | € | 2.163,00 |
2.3.3.4 | van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde
bedrag; Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de
Wabo wordt toegepast (afwijking van
exploitatieplan): | € | 2.163,00 |
2.3.3.5 | van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde
bedrag; indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de
Wabo wordt toegepast (afwijking van
voorbereidingsbesluit): | € | 2.163,00 |
2.3.3.6 | van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde
bedrag; indien de aanvraag een project van provinciaal
belang betreft, de activiteit in strijd is met de
regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde
lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel
2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van provinciale regelgeving – verklaring
van geen bedenkingen van G.S.): | € | 5.998,00 |
2.3.3.7 | van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde
bedrag; indien de aanvraag een project van nationaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels
die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid,
van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12,
eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast
(afwijking van nationale regelgeving – verklaring
van geen bedenkingen van de Minister): | € | 5.998,00 |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen
sprake is van een bouwactiviteit: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en
niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de
Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º,
van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse
afwijking): | € | 125,00 |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º,
van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine
afwijking): | € | 600,00 |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º,
van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse
afwijking): | € | 4.636,00 |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt
toegepast (tijdelijke afwijking) | € | 2.163,00 |
2.3.4.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de
Wabo wordt toegepast (afwijking van
exploitatieplan): | € | 2.163,00 |
2.3.4.6 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de
Wabo wordt toegepast (afwijking van
voorbereidingsbesluit): | € | 2.163,00 |
2.3.4.7 | indien de aanvraag een project van provinciaal
belang betreft, de activiteit in strijd is met de
regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde
lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel
2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van provinciale regelgeving – verklaring
van geen bedenkingen van G.S.): | € | 5.998,00 |
2.3.4.8 | indien de aanvraag een project van nationaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels
die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid,
van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12,
eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast
(afwijking van nationale regelgeving – verklaring
van geen bedenkingen van de Minister): | € | 5.998,00 |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie
tot brandveiligheid: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo,
bedraagt het tarief: | € | 1.946,00 |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een activiteit met betrekking
tot een beschermd monument als bedoeld in artikel
2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo,
(rijksmonument) of op een activiteit als bedoeld in
artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met
betrekking tot een krachtens provinciale verordening
of de Erfgoedverordening Heerhugowaard 2010
aangewezen monument, waarvoor op grond van die
provinciale verordening of artikel 10, tweede lid,
van die gemeentelijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | € | 0,00 |
2.3.6.2 | voor het slopen van een monument: | € | 196,00 |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk
bedraagt het tarief: | € | 0,00 |
2.3.7.2 | in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van
de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is
vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef
en onder a, van de Wabo, | € | 196,00 |
2.3.7.3 | in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan,
beheersverordening of voorbereidingsbesluit is
bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder
g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een
provinciale verordening een vergunning of ontheffing
is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid,
aanhef en onder a, van de Wabo: | € | 196,00 |
2.3.7.4 | Asbesthoudende materialen: Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.7.1.2
bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen
bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk
waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig
is: | € | 0,00 |
2.3.8 | Aanleggen of veranderen weg: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het aanleggen van een weg of
verandering brengen in de wijze van aanleg van een
weg waarvoor op grond van een bepaling in een
provinciale verordening of artikel 2.1.5.1 van de
Algemene plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2,
aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt
het tarief: | € | 135,00 |
2.3.9 | Uitweg/inrit: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of
veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor
op grond van een bepaling in een provinciale
verordening of- Waterschaps een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2,
eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt
het tarief: | € | 97,00 |
2.3.10 | Kappen: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het vellen of doen vellen van
houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in
een provinciale verordening of artikel 4.12 van de
Algemene plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2,
eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt
het tarief: | € | 103,00 |
2.3.11 | Handelsreclame: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op handelsreclame met behulp van
een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke
vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het
publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een
bepaling in een provinciale verordening of artikel
4.15, eerste lid, van de Algemene plaatselijke
verordening een vergunning of ontheffing is vereist,
en indien niet tevens sprake is van een activiteit
als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 (bouwactiviteit),
bedraagt het tarief: | € | 296,60 |
2.3.12 | Handelingen in het kader van de Flora- en
Faunawet: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond
van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet
ontheffing nodig is, bedraagt het tarief: (verklaring van geen bedenkingen van de
Minister) | € | 216,00 |
2.3.14 | Andere activiteiten: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het verrichten van een andere
activiteit of handeling dan in de voorgaande
onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die
activiteit of handeling: | | |
2.3.14.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur
aangewezen categorie activiteiten die van invloed
kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld
in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo,
bedraagt het tarief: | € | 216,00 |
2.3.14.2 | behoort tot een bij provinciale verordening,
gemeentelijke verordening of waterschapsverordening
aangewezen categorie activiteiten die van invloed
kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld
in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt
het tarief: | € | 216,00 |
2.3.14.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft: | € | 216,00 |
2.3.14.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening
betreft: | € | 216,00 |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee fasen: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op
verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in
artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het
tarief: | | |
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor
een beschikking met betrekking tot de eerste fase:
Het tarief bedraagt 50% van het bedrag dat
voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit
hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag
voor de eerste fase betrekking heeft; | | |
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor
een beschikking met betrekking tot de tweede fase:
Het tarief bedraagt 50% van het bedrag dat
voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit
hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag
voor de tweede fase betrekking heeft. | | |
2.3.16 | Beoordeling bodemrapport: Onverminderd het bepaalde in de voorgaande
onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief,
indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in
dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport
wordt beoordeeld: | | |
2.3.16.1 | voor de beoordeling van een milieukundig
bodemrapport: | € | 0,00 |
2.3.16.2 | voor de beoordeling van een archeologisch
bodemrapport: | € | 0,00 |
2.3.17 | Advies: Onverminderd het bepaalde in de voorgaande
onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief,
indien een daartoe bij wettelijk voorschrift
aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies
moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van
de beschikking op de aanvraag om een
omgevingsvergunning: | € | 216,00 |
2.3.18 | Verklaring van geen bedenkingen: | | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande
onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief,
indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van
bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van
geen bedenkingen moet afgeven voordat de
omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld
in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | | |
2.3.18.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen
bedenkingen moet afgeven: | € | 216,00 |
2.3.18.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van
geen bedenkingen moet afgeven: | € | 216,00 |
| Hoofdstuk 4 Vermindering | | |
2.4.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is
voorafgegaan door een principeverzoek, een aanvraag
om vooroverleg of beoordeling van een
conceptaanvraag (schetsplan) als bedoeld in
hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag
betrekking heeft, worden de ter zake van het
vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag
geheven leges in mindering gebracht op de leges voor
het in behandeling nemen van de aanvraag om de
omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. | | |
| Hoofdstuk 5 Teruggaaf | | |
2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten. Als een aanvrager zijn aanvraag om een
omgevingsvergunning voor een project dat geheel of
gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen
2.3.1, 2.3.2 en 2.3.6 intrekt terwijl deze reeds in
behandeling is genomen door de gemeente, bestaat
aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De
teruggaaf bedraagt: | | |
2.5.1.1 | indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een
termijn van 1 maand na het in behandeling nemen
ervan van de op grond van die onderdelen voor de
betreffende activiteit verschuldigde leges: 80 % van de op grond van die onderdelen voor
de betreffende activiteit verschuldigde leges; | | |
2.5.1.2 | indien de aanvraag wordt ingetrokken na 1 maand na
het in behandeling nemen ervan en voor het verlenen
van de vergunning: 50% van de op grond van die
onderdelen voor de betreffende activiteit
verschuldigde leges; | | |
2.5.2 | Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning
voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat
uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld
in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2 en 2.3.6 intrekt op
aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak
op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze
aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening
van de vergunning en van de vergunning geen gebruik
is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: 50 % van de op
grond van die onderdelen voor de betreffende
activiteit verschuldigde leges. | | |
2.5.3 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten: | | |
2.5.3.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een
project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit
bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in
de onderdelen 2.3.1, 2.3.2 of 2.3.6 weigert, bestaat
aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De
teruggaaf bedraagt: 25% van de op grond van die onderdelen voor de
betreffende activiteit verschuldigde leges. | | |
2.5.3.2 | Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1
wordt mede verstaan een vernietiging van de
beschikking waarbij de vergunning is verleend bij
rechterlijke uitspraak. | | |
2.5.4 | Minimumbedrag voor teruggaaf: Niet van toepassing. | | |
2.5.5 | Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van
geen bedenkingen: Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen
2.3.1.2, 2.3.1.3, 2.3.3, 2.3.12, 2.3.14, 2.3.16,
2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend. | | |
| Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning | | |
2.6 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke
intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld
in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo,
tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is: | € | 0,00 |
| Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg
van wijziging project | | |
2.7 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag tot wijziging van een
omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de
omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het
project: | € | 125,00 |
| Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder
activiteiten | | |
2.8.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het vaststellen van een
bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste
lid, van de Wet ruimtelijke ordening: | € | 4.636,00 |
2.8.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het wijzigen van een
bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste
lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening: | € | 2.163,00 |
| Hoofdstuk 9 Sloopmelding | | |
2.9 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1
van de Bouwverordening | € | 0,00 |
| Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde
beschikking | | |
2.10 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag om een andere, in deze titel niet
benoemde beschikking: | € | 250,00 |