Organisatie | Sliedrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Exploitatieverordening gemeente Sliedrecht 1996 |
Citeertitel | Exploitatieverordening gemeente Sliedrecht 1996 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | ROBM grondzaken |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-09-1996 | 01-07-2008 | Voorwaarden waaronder de gemeente medewerking zal verlenen aan het in exploitatie brengen van gronden | 25-03-1996 Het Kompas, 21 augustus 1996 | Onbekend |
De raad der gemeente Sliedrecht;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 maart 1996;
gelet op artikel 42 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, artikel 219 en 220 van de gemeentewet;
besluit vast te stellen de navolgende:
Verordening houdende de voorwaarde waaronden de gemeente medewerking zal verlenen aan het in exploitatie brengen van gronden
Afdeling 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
kostenverhaalsbesluit: een besluit van de gemeenteraad waarin niet alleen overeenkomstig artikel 219 of 220 van de gemeentewet, dan wel een daarvoor in de plaats komende bepaling, wordt besloten in welke mate de aan de voorzieningen verbonden lasten zullen kunnen worden verhaald op een daarbij aangeduid gebied, maar waarin ook een omschrijving van de voorzieningen van openbaar nut en een begroting van kosten en opbrengsten is opgenomen.
Afdeling 2 Exploitatie op initiatief van de gemeente
Artikel 4 Vaststelling kostenverhaalsbesluit
Voordat met het treffen van de in artikel 2 genoemde voorzieningen van openbaar nut wordt aangevangen, wordt aangegeven op welke wijze en tot welke omvang de aan die voorzieningen verbonden kosten zullen worden verhaald. het besluit wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 139 van de Gemeentewet.
In het kostenverhaalsbesluit wordt aangegeven dat, voor wat betreft de niet door de gemeente in eigendom verkregen en in het exploitatiegebied liggende gebate onroerende zaken,het verhaal van kosten in beginsel plaatsvindt op basis van een overeenkomst als bedoeld in artikel 7 van deze verordening. Tevens wordt bepaald dat, ingeval op enigerlei wijze niet kan worden gekomen tot het aangaan van een overeenkomst zoals bedoeld in artikel 7 van deze verordening het kostenverhaal in daarvoor in aanmerking komende gevallen kan plaatsvinden door middel van de vaststelling van een baatbelasting.
De in artikel 4, tweede lid onder c genoemde begroting bevat in elk geval de volgende gegevens:
Een raming van de met het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden verband houdende kosten, te weten:
de inbrengwaarde van de binnen het exploitatiegebied gelegen gebate gronden, zijnde de waarde van de grond vermeerderd met de waarde van de opstallen, die voor de verwezenlijking van de bestemming niet gehandhaafd kunnen worden en met de kosten van vrijmaken van opstallen -met inbegrip van de zich in de grond bevindende resten, zoals funderingen, leidingen en kabels persoonlijke rechten en lasten, eigendom, bezit of beperkt recht, zakelijke lasten alsmede kosten van schadevergoedingen;
de kosten van planontwikkeling, -voorbereiding en -beheer en toezicht. Onder deze kosten wordt tenminste verstaan: de kosten verband houdende met het opstellen van structuur- en bestemmingsplannen, het opstellen van planmatige uitwerkingen of wijzigingen, het vervaardigen van besluiten tot het verlenen van vrijstelling van een bestemmingsplan alsmede van overige planologische maatregelen voor zoveel deze nodig zijn voor het in exploitatie brengen van gronden binnen het exploitatiegebied;
De wijze van toerekening van de totale onder sub. 1 en 2 van dit artikellid bedoelde kosten en opbrengsten aan onroerende zaken in het exploitatiegebied naar de mate van baat, die de onroerende zaken hebben van het samenhangend geheel van voorzieningen van openbaar nut, zoals bedoeld in artikel 2 van deze verordening.
De mate van baat wordt aangeduid met inachtneming van hetgeen hieromtrent in artikel 6 is bepaald
Artikel 6 Grondslag voor toerekening baat
Onder de grondoppervlakte wordt verstaan de kadastrale oppervlakte van de onroerende zaken, waar mogelijk ingedeeld naar de in een bestemmingsplan opgenomen geprojecteerde kavels (bouw)grond, vermenigvuldigd met factoren voor liggen en bestemming en objectieve gebruiksmogelijkheid, waarin de baat van de van gemeentewege getroffen voorzieningen van openbaar nut tot uitdrukking komt.
Artikel 7 Inhoud exploitatieovereenkomst.
Het verhaal van kosten van het treffen van voorzieningen van openbaar nut vindt, voor wat betreft de in het exploitatiegebied liggende onroerende zaken die niet in eigendom zijn van de gemeente, indien dienaangaande tot overeenstemming kan worden gekomen met de exploitant, plaats op basis van een exploitatieovereenkomst. Van de exploitatieovereenkomst wordt een akte opgemaakt. Indien het afstand doen van gronden, zoals bedoeld in het derde lid onder d., onderdeel uitmaakt van de overeenkomst, wordt hiervan een notariële akte opgemaakt.
In geval toepassing is gegeven aan artikel 3, tweede lid, bevat de overeenkomst, onverminderd het gestelde in het derde lid, ondermeer de volgende bepalingen:
ten behoeve van de door de exploitant uitgevoerde werken wordt een aannemingsovereenkomst gesloten, waarin de gemeente als opdrachtgever en de exploitant als aannemer wordt aangemerkt. De directievoering en het dagelijks toezicht op de door de exploitant uit te voeren werken geschieden door of vanwege de gemeente.
Artikel 8 Vaststelling exploitatiebijdrage
De in artikel 7 genoemde exploitant betaalt als bijdrage in de kosten van voorzieningen van openbaar nut het bedrag dat volgens de in artikelen 5 en 6 opgenomen wijze aan zijn onroerende zaak wordt toegerekend, vermeerder met de kosten op de afstand van de in artikel 7, derde lid sub d. bedoelde gronden vallende en de kosten van kasastrale uitmeting, en verminderd met de inbrengwaarde zoals bedoeld in artikel5, eerste lid sub. 1. onder a. van de bij de exploitant in eigendom zijnde en voor exploitatie bedoelde gronden en van de gronden welke zijn bestemd voor het treffen van voorzieningen van openbaar nut en door de exploitant aan de gemeente worden afgestaan.
De waarde van de door de exploitant ingebrachte grond, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt door de gemeente in overeenstemming met de exploitant op basis van taxatie vastgesteld. Indien hierover geen overeenstemming kan worden bereikt, wordt deze waarde vastgesteld door een commissie van drie deskundigen, van wie een aan te wijzen door de gemeente, een door de exploitant en een derde door de beide reeds aangewezen deskundigen, of indien zij het daarover niet eens kunnen worden, door de ter zake bevoegde kantonrechter.
Afdeling III Exploitatie op verzoek van de exploitant
Ingeval door burgemeester en wethouders een aanvraag voor een bouwvergunning zoals bedoeld in de Woningwet, eventueel in combinatie met een aanvraag voor vrijstelling en/of bouwvergunning van gemeentewege voorzieningen van openbaar nut zoals bedoeld in artikel 2 van deze verordening moeten worden getroffen, wordt hiervan zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval voor de beslissing op de aanvraag mededeling gedaan aan de aanvrager. Daarbij zal een zo nauwkeurig mogelijke raming van de voor rekening van de exploitant komende kosten, verband houdende met det het in exploitatie brengen van gronden worden verstrekt. Tevens zal daarbij aan de aanvrager de gelegenheid worden gegeven tot het indienen van een aanvraag voor medewerking met betrekking tot het in exploitatie brengen van gronden.
Artikel 10 Beslissing op de aanvraag
Indien een aanvraag is ingekomen met betrekking tot een onroerende zaak, voor welke werken in het daarbij behorende exploitatiegebied reeds een kostenverhaalsbesluit, zoals bedoeld in artikel 4, is opgenomen, maken burgemeester en wethouders dit aan de exploitant bekend. Naast de hiervoor genoemde bekendmaking wordt aan exploitant teven een ontwerp-overeenkomst zoals bedoeld in artikel 7, aangeboden.
Afdeling IV Relatie gronduitgifte en andere kostenverhaalsinstrumenten
Artikel 11 Relatie baatbelasting
In een gebied waarvoor een kostenverhaalsbesluit, zoals bedoeld in artikel 4, is genomen, zal, indien de exploitant een overeenkomst zoals bedoeld in artikel 7 aangaat, in de overeenkomst worden bepaald dat, met betrekking tot de uitvoering van de in deze overeenkomst genoemde voorzieningen van openbaar nut, geen aanvullend kostenverhaal op basis van baatbelasting ten laste van de betreffende onroerende zaak zal plaatsvinden.
Indien een exploitant, in een gebied waarvoor een kostenverhaalsbesluit zoals bedoeld in artikel 4 is opgenomen, niet bereid is tot het aangaan van de in artikel 7 genoemde overeenkomst, maken burgemeester en wethouders aan exploitant bekend dat het kostenverhaal kan plaatsvinden door middel van een baatbelasting, zulks overeenkomstig de bepalingen als opgenomen in het kostenverhaalsbesluit.
Artikel 12 Relatie andere overeenkomsten
Indien van gemeentewege een overeenkomst wordt aangegaan die naast het kostenverhaal van voorzieningen van openbaar nut ten behoeve van het in exploitatie brengen van gronden nog andere elementen bevat dan vindt de vaststelling van de via een dergelijke overeenkomst tot stand gekomen exploitatiebijdrage in de kosten van voorzieningen in de kosten van voorzieningen van openbaar nut op basis van het gestelde in deze verordening.
Afdeling V Overgangs- en slotbepalingen
De gemeenteraad kan de uitoefening van zijn bevoegdheden, met uitzondering van de vaststelling van het in artikel 4 genoemde kostenverhaalsbesluit, onder nader te stellen regels overdragen aan het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 15 Overgangsbepalingen
Ten aanzien van een exploitatiegebied, waarvoor geldt dat op de datum van inwerkingtreding van deze verordening de te treffen voorzieningen van openbaar nut niet zijn voltooid en waarvoor geen kostenverhaalbesluit zoals bedoeld in artikel 4 is genomen, vinden de bepalingen in deze verordening toepassing op een voor zoveel nodig aan de afwijking van artikel 4 van deze verordening aangepaste wijze. In elk geval geldt daarbij, dat, indien binnen een zodanig exploitatiegebied wordt gekomen tot een exploitatieovereenkomst zoals bedoeld in artikel 7, de vaststelling van de daarin op de te nemen financiële bijdrage geschiedt op basis van een door de gemeenteraad vast te stellen kostenbegroting zoals bedoeld in artikel 5. Het besluit tot vaststelling van de kostenbegroting wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 139 van de Gemeentewet.