Nadere regels voor het plaatsen van uitstallingen
Artikel 1 Begripsomschrijving
Uitstalling: alle losse voorwerpen die op of aan de weg, voor of aan een winkel-, horeca- of ander bedrijfspand, worden of zijn geplaatst ter versiering, ter verfraaiing of anderszins, en waarmee kennelijk beoogd wordt het commerciële belang van een bedrijf te dienen.
Inrichting: elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht.
Artikel 2 Tijdstip van uitstalling
De uitstalling mag slechts worden geplaatst gedurende de openingstijden van de inrichting.
Artikel 3 Plaats en omvang
- 1.
De uitstalling mag uitsluitend worden geplaatst op trottoirs of in voetgangersgebieden danwel winkelpromenadegebieden.
- 2.
De uitstalling mag over de gehele (voor)gevelbreedte van het pand waarin het bedrijf is gevestigd, worden geplaatst.
- 3.
In een voetgangersgebied dient een minimale doorgang van drie meter mogelijk te blijven, waarbij tegenover gelegen instellingen een evenredige maximale diepte aan uitstallingen mogen plaatsen. Voor hulpverleningsverkeer dient te allen tijde een vrije doorgang van tenminste 3,50 meter gewaarborgd te blijven.
- 4.
In die gebieden waar trottoirs naast de rijbaan aanwezig zijn, mag de uitstalling alleen plaatsvinden opde trottoirs. Voor voetgangers dient tenminste een 1,50 meter brede en vrije doorloopruimte in een rechte lijn gewaarborgd te blijven op het trottoir.
- 5.
De uitstallingen mogen in ieder geval niet dieper zijn dan 1,50 meter, gemeten vanuit de eigen gevel;
- 6.
De uitstallingen mogen in geen geval het uitzicht van gebruikers van invalidenwagens belemmeren bij het verlaten van de instelling;
- 7.
De toegang tot een instelling dient vrij te blijven van uitstallingen;
Artikel 4 Overige voorwaarden
- 1.
In de uitstalling mogen alleen artikelen worden uitgestald die tot het branchepatroon van de instelling behoren.
- 2.
De uitstalling mag slechts bestaan uit verplaatsbare objecten.
- 3.
De uitstalling moet windvast zijn en mag geen scherpe uitsteeksels bevatten.
- 4.
De uitstalling mag niet worden geplaatst:
Artikel 5 Beperking plaatsingsmogelijkheden
- 1.
De uitstalling moet bij de eerste aanzegging worden verwijderd, indien dit noodzakelijk is voor de uitvoering van werken van openbaar nut, in het belang van openbare orde of veiligheid dan wel ter realisering van gemeentelijke plannen.
- 2.
Tijdens evenementen en markten mogen geen uistallingen worden geplaatst, tenzij uit overleg met de betreffende evenement- of marktorganisator blijkt dat het plaatsen van uitstallingen geen problemen oplevert.
Artikel 6 Toezicht en handhaving
- 1.
Met het toezicht op naleving van deze Nadere regels zijn de daartoe aangewezen ambtenaren belast.
- 2.
Bij geconstateerde overtredingen van deze Nadere regels zal handhavend worden opgetreden.
Artikel 6 Aansprakelijkheid
Voor eventuele schade, voortvloeiende uit het plaatsen van de uitstalling, kan de gemeente Alphen aan den Rijn niet aansprakelijk worden gesteld.
Artikel 7 Onvoorziene gevallen
In de gevallen waarin deze Nadere regels niet voorzien, beslissen burgemeester en wethouders.
Artikel 8 Citeertitel
Deze regels worden aangehaald als: "Nadere regels voor het plaatsen van uitstallingen".
Artikel 9 Inwerkingtreding
- 1.
Deze algemene regels treden in werking op 1december 2010.
- 2.
Tegelijkertijd wordt het uitvoeringsbesluit o.g.v. artikel 2.1.5.1 lid 7 APV ‘Burger centraal of uitstalling centraal?’ van januari 2000 ingetrokken.