|
Hoofdstuk 1 - Begripsomschrijvingen
|
|
2.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
2.1.1.1
|
Aanlegkosten:
de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, inclusief omzetbelasting. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft.
|
|
2.1.1.2
|
Bouwkosten:
de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, inclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.
|
|
2.1.1.3
|
Sloopkosten:
de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, inclusief omzetbelasting. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
2.1.1.4
|
Wabo:
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 Principeverzoek/beoordeling Welstand
|
|
2.2
|
Ter zake van het in behandeling nemen van een concept aanvraag om een omgevingsvergunning in het kader van welstandsbeoordeling c.q. een aanvraag tot welstandsbeoordeling van een schetsplan worden geen leges in rekening gebracht (deze zijn inbegrepen bij het tarief genoemd onder 2.3.1, respectievelijk 2.3.2).
|
|
2.2.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een principeverzoek c.q een concept aanvraag om omgevingsvergunning (niet zijnde enkel welstandsbeoordeling) met betrekking tot de vraag of aan een op basis van dit verzoek uitgewerkt bouwplan of beoogd gebruik van een bouwwerk medewerking zou kunnen worden verleend in afwijking van het bestemmingsplan wat betreft het planologisch aspect
|
€ 510,00
|
2.2.1.1
|
Onverminderd het bepaalde in 2.2.1 bedraagt het tarief, indien voor het beoordelen van een principeverzoek het, naar omstandigheden beoordeeld, noodzakelijk is dat andere onderzoeken dan wel andersoortige werkzaamheden door of namens de gemeente moeten worden verricht, het bedrag blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.2.1.2
|
Voor de toepassing van het bepaalde in artikel 2.2.1 resp. 2.2.1.1 wordt het principeverzoek in behandeling genomen na de dag waarop de in 2.2.1 opgenomen leges zijn betaald dan wel de aanvrager met de begroting als bedoeld in 2.2.1.1 van de kosten heeft ingestemd.
|
|
2.2.1.3
|
Wanneer binnen één jaar na beantwoording van het principeverzoek een aanvraag om een omgevingsvergunning dan wel een verzoek om een bestemmingsplan, wijzigingsplan of uitwerkingsplan op te stellen met betrekking tot de betreffende activiteit(en) wordt ingediend, worden de op grond van artikel 2.2.1.1 resp. 2.2.1.2 verschuldigde leges verrekend met de verschuldigde leges conform artikel 2.3.6.3, 2.3.7.3, 2.7.1 resp. 2.7.2. Bij overschrijding van de termijn is geen sprake van teruggave.
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in ontvangst nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.1.1
|
indien de bouwkosten minder dan € 150.000,00 bedragen 2,79% van de bouwkosten, met een minimum van € 123,00
|
|
2.3.1.2
|
indien de bouwkosten € 150.000,00 tot € 700.000,00 bedragen € 4.185,00 vermeerderd met 2,18% van het bedrag waarmee die bouwkosten van € 150.000,00 te boven gaan
|
|
2.3.1.3
|
Indien de bouwkosten € 700.000,00 bedragen of meer;
€ 16.175,00 vermeerderd met 1,76% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 700.000,00 te boven gaan.
|
|
|
|
|
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
2.3.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.2.1
|
voor het in ontvangst nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: 60% van het tarief als genoemd onder 2.3.1
|
|
2.3.2.2
|
voor het in ontvangst nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: 40% van het tarief als genoemd onder 2.3.1
|
|
|
|
|
|
Wijziging omgevingsvergunning
|
|
2.3.3.
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteitin afwijking van een eerder ingediende aanvraag om een omgevingsvergunning, waarvoor reeds vergunning(en) is/zijn verleend, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in 2.3.1, resp. 2.3.2, met dien verstande dat zij niet minder dan € 123,00zullen bedragen. Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat, naar de omstandigheden beoordeeld, van een nieuw bouwplan sprake is.
|
|
2.3.3.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit in afwijking van een eerder ingediende aanvraag om een omgevingsvergunning, waarvoor nog geen vergunning(en) is/zijn verleend, worden de voor de oorspronkelijke aanvraag geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in 2.3.1, resp. 2.3.2, mits de aanvraag binnen 3 maanden na deoorspronkelijke aanvraag is ingediend, met dien verstande dat zij niet minder dan € 123,00 zullen bedragen. Het vorenstaande vindt geen toepassingindien de gevraagde vergunning is geweigerden/of indien de afwijking zodanig is dat, naar de omstandigheden beoordeeld, van een nieuw bouwplan sprake is.
|
|
|
|
|
|
Verhogingen
|
|
2.3.4
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 3.10 Wro (projectbesluit) of artikel 3.40 Wro (buiten toepassing verklaring) , wordt het overeenkomstig 2.3.1.1 t/m 2.3.1.3 berekende bedrag verhoogd met:
a.een bedrag wegens openbare bekendmakingen in dag- en/of weekbladen
b.een bedrag wegens extra tijdsbesteding
|
€ 102,00
€ 2.500,00
|
2.3.4.1
|
Onverminderd het bepaalde in 2.3.4 wordt, indien ten behoeve van de realisering van één individuele bouwactiviteit, waarvoor een omgevingsvergunning moet worden verleend, een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7 Wro moet worden genomen, het overeenkomstig 2.3.4 berekende bedrag verhoogd met:
a.een bedrag wegens gemeentelijke kosten
|
€ 221,00
|
|
b.een bedrag wegens openbare bekendmakingen in dag- en/of weekbladen
|
€ 274,00
|
2.3.4.2
|
Onverminderd het bepaalde in 2.3.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de Agrarische Commissie nodig is en wordt beoordeeld
|
€ 518,00
|
2.3.4.3
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit, waarvoor door het college van burgemeester en wethouders – naar omstandigheden beoordeeld – een advies door het Brabants Heem noodzakelijk wordt geacht, wordt overeenkomstig 2.3.1 berekende bedrag verhoogd met
|
€ 259,00
|
2.3.4.4
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit, waarvoor door het college van burgemeester en wethouders een verzoek om vaststelling van een hogere grenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder moet worden beoordeeld, wordt het overeenkomstig 2.3.1 berekende bedrag verhoogd met
|
€ 2.153,00
|
2.3.4.5
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit dat inzake de inspraakverordening ter inzage dient te worden gelegd, dan dient het overeenkomstig 2.3.1 berekende bedrag te worden verhoogd met
|
€ 103,00
|
2.3.4.6
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit waarvan de werkzaamheden reeds zijn gestart dan wel zijn voltooid, wordt het overeenkomstig 2.3.1 berekende bedrag respectievelijk overeenkomstig 2.3.2 berekende bedragen verhoogd met 100%.
|
|
2.3.4.7
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit cq. een verzoek om ontheffing ex artikel 3.6 Wro voor het realiseren van een mantelzorgwoning, advies moet worden aangevraagd door het college van burgemeester en wethouders aangewezen deskundige op het gebied van mantelzorg, wordt het overeenkomstig 2.3.1 berekende bedrag, verhoogd met
|
€ 505,00
|
2.3.4.8
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit, ten aanzien waarvan een ontheffing als bedoeld in artikel 6.12 Wro (ontheffing exploitatieplan) wordt verleend, wordt het overeenkomstig 2.3.1 berekende bedrag verhoogd met
|
€ 172,00
|
2.3.4.9
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit, ten aanzien waarvan artikel 50 a derde lid van de Woningwet (doorbreken aanhouding o.g.v. het exploitatieplan) wordt toegepast, wordt het overeenkomstig 2.3.1 berekende bedrag verhoogd met
|
€ 172,00
|
|
|
|
|
Aanlegactiviteiten
|
|
2.3.5
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief
|
€ 405,00
|
2.3.5.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit met toepassing van artikel 3.10 Wro of 3.16, lid 4 Wro, wordt het overeenkomstig 2.3.5 berekende bedrag verhoogd met
|
€ 405,00
|
|
|
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
2.3.6
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
2.3.6.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 204,00
|
2.3.6.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 204,00
|
2.3.6.3
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking), het bedrag blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.6.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
|
€ 510,00
|
2.3.6.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 204,00
|
2.3.6.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 1.020,00
|
2.3.6.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 1.020,00
|
2.3.6.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 204,00
|
2.3.6.9
|
indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor vergunning moet worden verleend met toepassing van een vrijstelling of ontheffing op grond van de Bouwverordening
|
€ 204,00
|
2.3.6.10
|
Voor de toepassing van het bepaalde in artikel 2.3.6.3 wordt de aanvraag in behandeling genomen na de dag waarop de aanvrager met de begroting van de kosten heeft ingestemd.
|
|
2.3.6.11
|
Leges worden niet geheven voor diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.
|
|
|
|
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
2.3.7
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.7.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 204,00
|
2.3.7.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 204,00
|
2.3.7.3
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking), het bedrag blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.7.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)
|
€ 510,00
|
2.3.7.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 204,00
|
2.3.7.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 1.020,00
|
2.3.7.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 1.020,00
|
2.3.7.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 204,00
|
2.3.7.9
|
Voor de toepassing van het bepaalde in artikel 2.3.7.3 wordt de aanvraag in behandeling genomen na de dag waarop de aanvrager met de begroting van de kosten heeft ingestemd.
|
|
2.3.7.10
|
Leges worden niet geheven voor diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.
|
|
|
|
|
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
2.3.8
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo bedraagt het tarief:
|
€ 275,00
|
2.3.8.1
|
vermeerderd met een toeslag als hieronder aangegeven voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte:
-tot en met 500 m2: € 2,00 per m2 met een minimum van € 200,00;
-van 501 m2 tot en met 2.000 m2: € 1.000,00vermeerderd met € 0,50 per m2 voor elke m2 boven de 500 m2;
-van 2.001 m2 tot en met 5.000 m2: € 1.750,00 vermeerderd met € 0,13 per m2 voor elke m2 boven de 2.000 m2;
-van 5.001 m2 tot en met 50.000 m2: € 2.140,00 vermeerderd met € 0,05 per m2 voor elke m2 boven de 5.000 m2;
-van meer dan 50.000 m2: € 4.390,00 vermeerderd met € 0,02 per m2 voor elke m2 boven de 50.000 m2.
|
|
2.3.8.2
|
Indien een aanvraag om een vergunning als bedoeld in onderdeel 2.3.8 betrekking heeft op het tijdelijk gebruik van een bouwwerk ten behoeve van een evenement (gebruiksduur maximaal 4 weken) bedraagt het tarief 10% van het legesbedrag vermeld in de onderdelen 2.3.8
|
|
2.3.8.3
|
Indien een aanvraag betrekking heeft op een vergunning tot wijziging dan wel uitbreiding van een vergunning als bedoeld in onderdeel 2.3.8 bedraagt het tarief indien het betreft:
a.uitbreiding van het bouwwerk, met dien verstande dat de uitbreiding ten minste 10% van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat:
het tarief vermeld in de onderdelen 2.3.8 en 2.3.8.1, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding;
b.herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van het gehele bouwwerk, met dien verstande dat deze herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik tenminste 10% van de gebruiksoppervlakte beslaat:
b. 50% van het legestarief vermeld in de onderdelen 2.3.8 en 2.3.8.1, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van het gewijzigde gedeelte.
|
|
2.3.8.4
|
Een verklaring van overdracht van een omgevingsvergunning als bedoeld in 2.3.8 aan de nieuwe gebruiker
|
€ 59,40
|
|
|
|
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
2.3.9
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 102,00
|
|
|
|
|
Uitweg/inrit
|
|
2.3.10
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.13. van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 306,00
|
|
|
|
|
Kappen
|
|
2.3.11
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 102,00
|
|
|
|
|
Opslag van roerende zaken
|
|
2.3.12.
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, waarvoor op grond van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.12.1
|
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:
|
€ 204,00
|
2.3.12.2
|
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:
|
€ 204,00
|
|
|
|
|
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998
|
|
2.3.13.
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:
|
€ 2.760,00
|
2.3.13.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998
|
€ 2.760,00
|
|
|
|
|
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
|
|
2.3.14
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief
|
€ 306,00
|
|
|
|
|
Andere activiteiten
|
|
2.3.15
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
2.3.15.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 306,00
|
2.3.15.2.
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.15.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:
|
€ 306,00
|
2.3.15.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
|
Beoordeling bodem-/geluidrapport
|
|
2.3.16.
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
2.3.16.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 67,00
|
2.3.16.2
|
Voor de verstrekking van informatie over de bodemkwaliteit respectievelijk gegevens ter bepaling van de geluidsbelasting bedraagt het tarief per half uur of gedeelte daarvan
|
€ 35,00
|
2.3.16.3
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een hogere grenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder moet worden beoordeeld:
|
€ 2.153,00
|
|
|
|
|
Archeologie
|
|
2.3.17
|
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van:
|
|
2.3.17.1
|
Een aanvraag voor het schriftelijk verstrekken van adviezen inzake archeologische waarden en verwachtingen op basis van uurtarief
|
€ 111,00
|
2.3.17.2
|
De beoordeling, namens het bevoegd gezag, van aangeleverde Programma's van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek, overeenkomstig het Protocol opstellen Programma van Eisen, KNA 3.1
|
€ 667,00
|
2.3.17.3
|
De beoordeling, namens het bevoegd gezag, van aangeleverde Plannen van Aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek
|
€ 222,00
|
2.3.17.4
|
De beoordeling, namens het bevoegd gezag, van offertes tot het doen van
archeologisch (voor)onderzoek
|
€ 222,00
|
2.3.17.5
|
De beoordeling, namens het bevoegd gezag, van rapporten die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek, ex art. 39 lid 2 MW, ex art. 40 lid 1, ex art. 41, lid 1:
-voor archeologisch bureau- en/of booronderzoek
|
€ 667,00
|
|
-voor proefsleuvenonderzoek en opgravingen
|
€ 889,00
|
|
-voor tweede beoordeling, ongeacht het soort onderzoek en
evaluatierapporten
|
€ 334,00
|
2.3.17.6
|
De beoordeling, namens het bevoegd gezag, van tweede versies van rapporten die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek, ex art. 39 lid 2 MW, ex art. 40 lid 1, ex art. 41, lid 1 (ongeacht het soort archeologisch onderzoek)
|
€ 334,00
|
|
|
|
|
Handelsreclame
|
|
2.3.18
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanbrengen van handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.19, eerste lid APV van de gemeente Best een vergunning of ontheffing is vereist, en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1 (bouwactiviteit), bedraagt het tarief
|
€ 306,00
|
|
|
|
|
Advies
|
|
2.3.19
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.19.1
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.19 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken
|
|
|
|
|
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.20
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
2.3.20.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 204,00
|
2.3.20.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.20.3
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.20.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
2.3.21
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:
in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening of artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo
|
€ 126,00
|
2.3.21.1
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.8 bedraagt het tarief, indien de daarin bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:
|
€ 104,00
|
|
|
|
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten
|
|
2.3.22
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens een gemeentelijke verordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
gratis
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 - Teruggaaf
|
|
2.4
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
2.4.1
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.5 en 2.3.21 intrekt, terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat hierop een beslissing is genomen 50% van de op grond van die onderdelen voor de desbetreffende activiteit verschuldigde leges
|
|
2.4.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
2.4.2.1
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.5 en 2.3.21, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van 25% van de op grond van die onderdelen voor de desbetreffende activiteit verschuldigde leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen een termijn van twee jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt.
|
|
2.4.3
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
2.4.3.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.5 en 2.3.21 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van 25% van de op grond van die onderdelen voor de desbetreffende activiteit verschuldigde leges.
Hiertoe wordt eerst overgegaan na het onherroepelijk worden van het besluit om de omgevingsvergunning te weigeren.
|
|
2.4.4
|
Indien na het in ontvangst nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning wordt besloten om deze in het kader van de ontvankelijkheid niet in behandeling te nemen, wordt na het onherroepelijk worden van dat besluit teruggaaf van 75% vande geheven leges verleend.
|
|
2.4.5
|
Indien de gevraagde vergunning is geweigerd, wordt teruggaaf van 25% van de geheven leges verleend. Hiertoe wordt eerst overgegaan na het onherroepelijk worden van het besluit om de vergunning te weigeren.
|
|
2.4.6
|
Deze paragraaf heeft uitsluitend betrekking op de geheven leges die het minimum legesbedrag te boven gaan.
|
|
2.4.7
|
Geen teruggaaf wordt verleend voor de kosten van openbare bekendmakingen in dag- en/of weekbladen en verhogingen als bedoeld in de onderdelen artikel 2.3.4 en 2.3.4.1
|
|
2.4.8
|
Geen teruggaaf wordt verleend voor de leges voor advies of verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.19 en 2.3.20
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 - Intrekking omgevingsvergunning
|
|
2.5
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.4.2 van toepassing is:
|
€ 124,00
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 - Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
|
2.6
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
€ 124,00
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 - Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
|
2.7.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening het bedrag blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.7.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen of uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a respectievelijk b, van de Wet ruimtelijke ordening het bedrag blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.7.3
|
Voor de toepassing van het bepaalde in artikel 2.7.1 resp. 2.7.2 wordt de aanvraag in behandeling genomen na de dag waarop de aanvrager met de begroting van de kosten heeft ingestemd.
|
|
2.7.4
|
Leges worden niet geheven voor diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 8 - Sloopmelding
|
|
2.8
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening
|
€ 55,00
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 9 - In deze titel niet benoemde beschikking
|
|
2.9
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
|
2.9.1
|
Een bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling van de aanvraag aan de aanvrager medegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld
|
|
2.9.2
|
Voor de toepassing van de onderdelen in dit hoofdstuk wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de kosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht.
|
|